Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
[verweerster sub 1],
1.De procedure
- het verzoekschrift met producties,
- de beschikking van 13 september 2018, waarin een mondelinge behandeling is bepaald,
- het verweerschrift,
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling op 15 november 2018 alsmede de spreekaantekeningen van mr. De Graaff-Bosch.
2.De feiten
Client werd opgenomen en de neuroloog, de kaakchirurg en de oogarts werden bij de behandeling betrokken. De aangezichtsfracturen werden conservatief behandeld. De botsplinter werd operatief verwijderd uit de rechter canalis opticus en client werd nabehandeld met prednison. Client ziet inmiddels weer goed met het rechteroog maar een deel van het gezichtsveld (rechtsonder) is afwezig. Client had een terugval na een vakantie in Azië gehad en hij heeft m.n. nog last van hoofdpijn. Bij rust neemt de hoofdpijn af. Client is voor 70% hervat in zijn werk als assistent uitvoerder in de bouw. Client wordt verder gerevalideerd maar hij staat op een wachtlijst. Tot die tijd wordt fysiotherapie geadviseerd en client werd geadviseerd om contact te zoeken met de bedrijfsarts om vanwege de hoofdpijn en nekpijn af te stemmen v.w.b. de werkuren. Client is verder preexistent bekend met ADHD waardoor mogelijk concentratieproblemen en problemen met de aandacht tot gevolg. Vanwege de hersenoperatie was ook reeds sprake van milde geheugenklachten. Er is nog geen sprake van een medische eindtoestand. De behandelopties zijn nog niet uitgeput en verdere verbetering kan nog optreden tot 2 jaar na datum ongeval.(..)”.