ECLI:NL:RBAMS:2018:8570

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
14 september 2018
Publicatiedatum
3 december 2018
Zaaknummer
13/751287-18
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Internationaal strafrecht
Procedures
  • Rekestprocedure
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Overlevering van een opgeëiste persoon aan België in verband met detentieomstandigheden

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 14 september 2018 uitspraak gedaan in een vordering ex artikel 23 van de Overleveringswet, ingediend door de officier van justitie. De vordering betreft de overlevering van een opgeëiste persoon aan België, naar aanleiding van een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat is uitgevaardigd door de Rechtbank van Eerste Aanleg Antwerpen. De opgeëiste persoon, geboren in Somalië in 1998, is gedetineerd in Nederland en heeft de Nederlandse nationaliteit. De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon vastgesteld en de vordering is behandeld op een openbare zitting op 21 juni 2018, waar de officier van justitie en de raadsman van de opgeëiste persoon aanwezig waren.

De rechtbank heeft eerder op 5 juli 2018 een tussenuitspraak gedaan, waarin het onderzoek ter zitting werd heropend en geschorst vanwege recente ontwikkelingen in België met betrekking tot de detentieomstandigheden. Tijdens de zitting op 14 september 2018 is het onderzoek hervat, waarbij de rechtbank de detentieomstandigheden in België heeft beoordeeld. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de detentieomstandigheden in België niet in strijd zijn met artikel 4 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, en dat er geen weigeringsgronden zijn voor de overlevering.

De rechtbank heeft uiteindelijk besloten de overlevering van de opgeëiste persoon toe te staan en heeft de afgifte van in beslag genomen voorwerpen aan de uitvaardigende justitiële autoriteit bevolen. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee rechters, en is uitgesproken ter openbare zitting. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM,

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13/751287-18
RK-nummer: 18/2248
Datum uitspraak: 14 september 2018
UITSPRAAK
op de vordering ex artikel 23 van de Overleveringswet (OLW), ingediend door de officier van justitie bij deze rechtbank. Deze vordering, die dateert van 30 maart 2018 en is aangevuld op 23 mei 2018, betreft onder meer het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel.
Dit Europees aanhoudingsbevel (EAB) is uitgevaardigd op 30 maart 2018 door de Rechtbank van Eerste Aanleg Antwerpen, afdeling Turnhout (België) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon] ,
geboren te [geboorteplaats] (Somalië) op [geboortedag] 1998,
ingeschreven in de Basisregistratie personen op het [adres]
,
thans gedetineerd in de [detentieplaats] ,
hierna te noemen “de opgeëiste persoon”.

1.Procesgang

De vordering is behandeld op de openbare zitting van 21 juni 2018. Het verhoor heeft plaatsgevonden in tegenwoordigheid van de officier van justitie mr. J.J.M. Asbroek.
De opgeëiste persoon heeft zich doen bijstaan door zijn raadsman, mr. D.E. Wiersum, advocaat te Haarlem.
De rechtbank heeft op 21 juni 2018 de termijn waarbinnen zij op grond van artikel 22, eerste lid, OLW uitspraak moet doen met dertig dagen verlengd omdat zij die verlenging nodig heeft om over de verzochte overlevering te beslissen.
Bij tussenuitspraak van 5 juli 2018 heeft de rechtbank het onderzoek ter zitting heropend en voor onbepaalde tijd geschorst in verband met de recente ontwikkelingen in België met betrekking tot de detentieomstandigheden aldaar.
Het onderzoek is hervat op de openbare zitting van 14 september 2018. Het verhoor heeft plaatsgevonden in tegenwoordigheid van de officier van justitie mr. N.R. Bakkenes.
De opgeëiste persoon heeft zich wederom doen bijstaan door zijn raadsman, mr. D.E. Wiersum. De raadsman heeft zich ter zitting gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon onderzocht. De opgeëiste persoon heeft ter zitting verklaard dat de bovenvermelde personalia juist zijn en dat hij de Nederlandse nationaliteit heeft.

3.Grondslag en inhoud van het EAB

In het EAB wordt melding gemaakt van een Aanhoudingsmandaat bij verstek van 30 maart 2018, uitgevaardigd door de Rechtbank van Eerste Aanleg Antwerpen, met kenmerk: 2018/051.
De overlevering wordt verzocht voor een door de justitiële autoriteiten van de uitvaardigende lidstaat ingesteld strafrechtelijk onderzoek ter zake van het vermoeden dat de opgeëiste persoon zich schuldig heeft gemaakt aan naar het recht van België strafbare feiten.
Deze feiten zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB. Een door de griffier gewaarmerkte fotokopie van dit onderdeel is als bijlage aan deze uitspraak gehecht.
Het EAB houdt verder een verzoek in om inbeslagname en afgifte van de voorwerpen die zijn aangetroffen in het bezit van de opgeëiste persoon.

4.Tussenuitspraak 5 juli 2018

De rechtbank verwijst naar haar overwegingen in de tussenuitspraak van 5 juli 2018 ten aanzien van:
  • de strafbaarheid van de feiten;
  • de garantie als bedoeld in artikel 6 OLW en
  • de weigeringsgrond als bedoeld in artikel 13 OLW.
Die overwegingen dienen als hier herhaald en ingelast te worden beschouwd.

5.Detentieomstandigheden in België

Met betrekking tot de detentieomstandigheden verwijst de rechtbank naar haar eerdere uitspraak van 14 augustus 2018, ECLI:NL:RBAMS:2018:5938. In die uitspraak is geoordeeld dat er geen sprake was van stakingen en dat de kans daarop ook niet meer reëel was, waardoor er geen sprake was van een toestand die strijdig is met artikel 4 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Naar het oordeel van de rechtbank is die situatie nog steeds aan de orde.

6.Slotsom

Nu is vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van artikel 2 OLW en ook overigens geen weigeringsgronden aan de overlevering in de weg staan, dient de overlevering te worden toegestaan.
Daaruit volgt dat de afgifte van de in beslag genomen voorwerpen aan de uitvaardigende justitiële autoriteit kan worden bevolen. Dit betreffen een Ford Focus, een Apple Iphone 4, een Samsung S5 mini en een Samsung J7.

7.Toepasselijke wetsartikelen

Artikel 312 Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2, 5, 6, 7, 49 en 50 OLW.

8.Beslissing

STAAT TOEde overlevering van
[opgeëiste persoon]aan de Rechtbank van Eerste Aanleg Antwerpen, afdeling Turnhout ten behoeve van het in België tegen hem gerichte strafrechtelijk onderzoek naar de feiten waarvoor zijn overlevering wordt verzocht.
BEVEELTde afgifte aan de uitvaardigende justitiële autoriteit van:
  • Personenauto Ford Focus kenteken [nummer] (Goednummer PL1700-2018093955-5535706)
  • Telefoon Zwart Apple Iphone 4 (Goednummer PL 1700-2018093955-5579727)
  • Telefoon Zwart Samsung S5 mini (Goednummer PL1700-2018093955-5579729)
  • Telefoon Zwart Samsung J7 (goednummer PL1700-2018093955-5579730)
Aldus gedaan door
mr. A.K. Glerum, voorzitter,
mrs. M.C.P. de Ridder en I. Verstraeten-Jochemsen, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. T. Smit, griffier,
en uitgesproken ter openbare zitting van 14 september 2018.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.