ECLI:NL:RBAMS:2018:8301
Rechtbank Amsterdam
- Verschoning
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een verzoek tot verschoning van een rechter in een bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 19 september 2018 een verzoek tot verschoning toegewezen. De rechter, mr. dr. H.J.M. Baldinger, heeft aangegeven zich niet meer vrij te voelen om de zaak te behandelen, omdat zij verzoeker en zijn gezinssituatie persoonlijk kent. Dit leidde tot twijfels over haar onpartijdigheid, vooral na het horen van de advocaat van verzoeker die de moeder van verzoeker wilde laten getuigen over de persoonlijke omstandigheden van verzoeker. De rechter heeft haar bekendheid met het gezin van verzoeker gedeeld met de aanwezigen in de rechtszaal en heeft geuit dat deze bekendheid haar rechterlijke onpartijdigheid zou kunnen schaden.
De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat op grond van artikel 8:19 lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in een verschoningsprocedure moet worden beslist of er feiten of omstandigheden zijn die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de rechter zich niet meer vrij voelde om de zaak te behandelen en heeft het verzoek tot verschoning toegewezen. De procedure in de hoofdzaak zal worden voortgezet met een andere rechter op een nader te bepalen datum.
De beslissing is genomen zonder mondelinge behandeling, aangezien de wet dit toestaat in een verschoningsprocedure. De rechtbank heeft bepaald dat een afschrift van deze beslissing aan de partijen in de hoofdprocedure en aan de rechter zal worden toegezonden. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.