3.1.Eiseressen vorderen dat de rechtbank bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I
voor recht verklaart dat [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 4] toerekenbaar tekort zijn geschoten in de nakoming van de samenwerkings- en leveringsovereenkomst jegens [eiseres sub 6] ;
[gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 4] hoofdelijk veroordeelt tot vergoeding van alle door [eiseres sub 6] geleden en nog te lijden schade ten gevolge van het onder I.a. genoemde toerekenbare tekortschieten, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
voor recht verklaart dat [gedaagde sub 1] toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de aandeelhoudersovereenkomst jegens [eiseres sub 6] , [eiseres sub 5] , [eiseres sub 4] , [eiseres sub 3] en [eiseres sub 2] ;
[gedaagde sub 1] veroordeelt tot vergoeding van alle door [eiseres sub 6] , [eiseres sub 5] , [eiseres sub 4] , [eiseres sub 3] en [eiseres sub 2] geleden en nog te lijden schade ten gevolge van het onder II.a. genoemde toerekenbare tekortschieten, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
III
voor recht verklaart dat [gedaagde sub 1] onrechtmatig heeft gehandeld jegens [eiseres sub 6] ;
[gedaagde sub 1] veroordeelt tot vergoeding van alle door [eiseres sub 6] geleden en nog te lijden schade ten gevolge van het onder III.a. genoemde onrechtmatig handelen, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
voor recht verklaart dat [gedaagde sub 3] een ernstig verwijt kan worden gemaakt en dat hij onrechtmatig heeft gehandeld als bestuurder van [gedaagde sub 1] jegens [eiseres sub 6] ;
[gedaagde sub 3] veroordeelt tot vergoeding van alle door [eiseres sub 6] geleden en nog te lijden schade ten gevolge van het onder IV.a. genoemde onrechtmatig handelen, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
V
a. voor recht verklaart dat [gedaagde sub 3] onrechtmatig heeft gehandeld als feitelijk
aandeelhouder van [eiseres sub 5] ;
b. [gedaagde sub 3] veroordeelt tot vergoeding van alle door [eiseres sub 5] geleden en nog
te lijden schade ten gevolge van het onder V.a. genoemde onrechtmatig handelen,
nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
voor recht verklaart dat [gedaagde sub 2] onrechtmatig heeft gehandeld jegens [eiseres sub 6] ;
[gedaagde sub 2] veroordeelt tot vergoeding van alle door [eiseres sub 6] geleden en nog te lijden schade ten gevolge van het onder VI.a. genoemde onrechtmatig handelen, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
VII
Primair:
[gedaagde sub 1] gebiedt om voor de duur van twee jaar na betekening van het vonnis, althans voor de duur van een door de rechtbank te bepalen periode, hetzij direct, hetzij indirect, alle met [eiseres sub 6] concurrerende activiteiten te staken en gestaakt te houden, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 100.000,00 ineens, alsmede van een dwangsom van € 10.000,00 voor iedere dag, een gedeelte van een dag voor een hele dag gerekend, waarop [gedaagde sub 1] in gebreke blijft aan dit gebod te voldoen;
Subsidiair:
[gedaagde sub 1] verbiedt om voor de duur van twee jaar na betekening van het vonnis, althans voor de duur van een door de rechtbank te bepalen periode, (met, rb) de met name genoemde klanten in de lijsten, die als bijlagen 26 en 27 aan de dagvaarding zijn gehecht, hetzij direct, hetzij indirect, hetzij om vergoeding, hetzij om niet, alsook financieel in welke vorm dan ook, in contract te treden en zaken te doen, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 100.000,00 ineens, alsmede van een dwangsom van € 10.000,00 voor iedere dag of iedere gedeelte van een dag, waarop [gedaagde sub 1] in gebreke blijft aan dit gebod te voldoen;
VIII.
[gedaagde sub 2] verbiedt om voor de duur van twee jaar na betekening van het vonnis, althans voor de duur van een door de rechtbank te bepalen periode, (met, rb) de met name genoemde klanten in de lijsten, die als bijlagen 26 en 27 aan de dagvaarding zijn gehecht, hetzij direct, hetzij indirect, hetzij om vergoeding, hetzij om niet, alsook financieel in welke vorm dan ook, in contract te treden en zaken te doen, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 100.000,00 ineens, alsmede van een dwangsom van € 10.000,00 voor iedere dag of iedere gedeelte van een dag, waarop [gedaagde sub 2] in gebreke blijft aan dit gebod te voldoen;
IX.
Gedaagden hoofdelijk veroordeelt in de kosten van de procedure, waaronder de nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente.