Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
beschikking van de kantonrechter
[verzoeker]
[verweerder]
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
GRONDEN VAN DE BESLISSING
Feiten
Ik voel me zo slecht. Ben echt op. En nu geef ik het eerlijk aan. Is weer niet ok.”. [verzoeker] heeft nadien niet meer gewerkt voor [verweerder] . [verzoeker] is niet opgeroepen voor een bezoek aan de bedrijfsarts.
Wegens het gebruiken van alcohol en drugs op de werkvloer bent u vanaf vandaag per direct op staande voet ontslagen.” [verzoeker] betwist deze brief van 29 maart 2018 te hebben ontvangen.
U bent op genoemde datum per direct ontslagen vanwege alcohol- en drugsgebruik op de werkvloer tijdens uw dienst(en). U hebt hiermee in ieder geval de huisregels van [verweerder] overtreden. Hiervan is uw partner/vriend de heer [naam 3] ook op de hoogte gesteld op 5 april 2018. Tevens is er geen ziekmelding van u bekend bij cliënt oftewel uw voormalige werkgever.”
Verzoeken en verweer partijen
Beoordeling
Hi lief, Kleine update. Gister had ik wel een oké dag. Heb wat dingen ondernomen. En zat zo in die lekkere vibe. En vanmorgen was ik het allemaal weer kwijt. Heb de hele dag in bed gelegen. Down en verdrietig. Kom je morgen anders even een theetje doen. Voor het werk.” In de periode tussen 27 maart 2018 en 1 april 2018 heeft [verweerder] geen WhatsApp contact met [verzoeker] gehad. [verweerder] appt op 1 april aan [verzoeker] : “
Hi [verzoeker] , graag om 15.00 woensdag[5 april 2018, kantonrechter]
bij [verweerder].” Dit WhatsApp-bericht ondersteunt het betoog van [verzoeker] dat [verweerder] eerst op 5 april 2018 aan hem wilde meedelen dat hij zou worden ontslagen.
BESLISSING
- veroordeelt [verweerder] om aan [verzoeker] te betalen, het loon ter hoogte van 95% van € 1.600,00 bruto per maand over de maanden april, mei, juni en juli 2018, vermeerderd met 8% vakantiegeld;
- veroordeelt [verweerder] om de wettelijke verhoging van 50% over voormelde bedragen te betalen;
- veroordeelt [verweerder] tot betaling van de wettelijke rente over de afzonderlijke loonbedragen met ingang van de eerste van de maand volgend op de maand waarover het loon verschuldigd was, tot de voldoening;
- veroordeelt [verweerder] tot betaling van de wettelijke rente over de wettelijke verhoging vanaf 1 september 2018 tot de voldoening;
- wijst het meer of anders gevorderde af.
- veroordeelt [verweerder] in de na deze beschikking ontstane kosten, begroot op € 50,00 aan salaris gemachtigde, te verhogen met een bedrag van € 68,00 en de explootkosten van betekening van de beschikking, een en ander voor zover van toepassing inclusief btw, onder de voorwaarde dat [verweerder] niet binnen veertien dagen na aanschrijving volledig aan deze beschikking heeft voldaan en betekening van de beschikking pas na veertien dagen na aanschrijving heeft plaatsgevonden;
- verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.