ECLI:NL:RBAMS:2018:6799
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek tegen rechter in civiele procedure over nalatenschap
In deze zaak heeft de rechtbank Amsterdam op 13 juni 2018 uitspraak gedaan op een wrakingsverzoek van mr. P.C. Rijken, vereffenaar van de nalatenschap van een overleden gedaagde, tegen mr. M.E.M. James-Pater. Het verzoek tot wraking was gebaseerd op de stelling dat de rechter de comparitie op 28 mei 2018 willens en wetens had laten doorgaan, terwijl verzoeker niet in staat was om te verschijnen. De procedure tussen eiseres, Pierson Beheer B.V., en verzoeker was geschorst en niet hervat door een van de partijen. Verzoeker stelde dat de rechter het beginsel van hoor en wederhoor had geschonden door door te procederen zonder zijn aanwezigheid. De rechter verdedigde haar beslissing door te stellen dat het haar taak was om onredelijke vertraging van de procedure te voorkomen en dat de vereffenaar voldoende tijd had gehad om zich voor te bereiden. De wrakingskamer oordeelde dat de beslissing van de rechter niet onbegrijpelijk was en dat er geen objectieve aanwijzingen waren voor partijdigheid. Het verzoek tot wraking werd afgewezen, en de procedure werd voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het verzoek.