Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 18 juli 2018 in de zaak tussen
[eiseres] , te Amsterdam, eiseres
de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
- op 19 mei 2014 het onderdeel schrijven heeft behaald van het staatsexamen NT 2, programma 2;
- op 22 maart 2016 het onderdeel spreken heeft behaald van het staatsexamen NT 2, programma 2;
- van 17 februari 2014 tot 17 april 2014 de VU-NT2 (Nederlands als tweede taal) cursus Dag Intensief niveau 1 heeft gevolgd en hiervoor is geslaagd;
- van 6 mei 2014 tot 3 juli 2014 de VU-NT2 cursus Dag Intensief niveau 2 heeft gevolgd en hiervoor is geslaagd. Haar niveau was voor het onderdeel ‘lezen’ op weg naar B1 en voor de onderdelen ‘luisteren’, ‘schrijven’ en ‘spreken’ B1;
- van 1 september 2014 tot 30 juni 2015 het ‘Taal- en Schakeltraject’ heeft gevolgd aan de Hogeschool van Amsterdam en dat zij voldoendes heeft behaald op Engels, biologie en Hbo-vaardigheden;
- van 2 november 2015 tot 18 december 2015 heeft deelgenomen aan een taalcursus Nederlands van 204 uur aan het Instituut voor Nederlands Taalonderwijs en Taaladvies van de Universiteit van Amsterdam (UvA) op het niveau 4;
- van 20 januari 2016 tot en met 23 maart 2016 heeft deelgenomen aan de cursus Spreken en Schrijven voor vergevorderden van 25 uur binnen de hierboven genoemde instelling, dat zij aan alle verplichtingen heeft voldaan en goede vorderingen heeft gemaakt;
- op 26 juli 2016 is geslaagd voor de opleiding Onderzoek NT2 in het kader van het onderzoek op grond van artikel 7.28 van de Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek aan de Hogeschool Rotterdam, waardoor eiseres het bewijs heeft geleverd van voldoende beheersing van de Nederlandse taal voor het met vrucht kunnen volgen van onderwijs.
Beslissing
- verklaart het beroep tegen het bestreden besluit I gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit I;
- herroept het primaire besluit I, bepaalt dat de boete wordt gesteld op € 200,- en bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde bestreden besluit I;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 168,- aan eiseres te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 2.004,-.
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 18 juli 2018.