ECLI:NL:RBAMS:2018:485

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
31 januari 2018
Publicatiedatum
1 februari 2018
Zaaknummer
13/680013-17 (Promis)
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in diefstal met geweld in vereniging van cocaïne

Op 31 januari 2018 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een 28-jarige man, die werd verdacht van diefstal met (bedreiging met) geweld in vereniging van een kilo cocaïne, toebehorende aan een slachtoffer in Amstelveen op 7 november 2016. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten. Tijdens de zittingen op 6, 7, 11 december 2017 en 18 januari 2018 heeft de rechtbank de vordering van de officier van justitie, mr. M.L.A. ter Veer, en de verdediging van de verdachte, mr. M. Rijser, gehoord. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was om de betrokkenheid van de verdachte bij de diefstal vast te stellen. De verklaringen van het slachtoffer, die eerder aangaf te zijn beroofd door twee mannen met een wapen, werden niet als betrouwbaar beschouwd, vooral omdat hij later zijn verklaring had ingetrokken. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet aanwezig was bij de diefstal en dat er geen bewijs was voor zijn medeplichtigheid. De rechtbank heeft ook de rol van de medeverdachten in de zaak beoordeeld, maar kwam tot de conclusie dat de verdachte geen wezenlijke bijdrage had geleverd aan de diefstal. De rechtbank heeft daarom het ten laste gelegde niet bewezen verklaard en de verdachte vrijgesproken. Tevens werd de teruggave van een in beslag genomen mobiele telefoon aan de verdachte gelast.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

VONNIS
Parketnummer: 13/680013-17 (Promis)
Datum uitspraak: 31 januari 2018
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1989,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres [adres] , [woonplaats] .

1.Onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen op 6, 7, 11 december 2017 en 18 januari 2018.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. M.L.A. ter Veer en van wat de raadsvrouw van verdachte, mr. M. Rijser, naar voren heeft gebracht.
Het onderzoek 13Spalter richt zich op de volgende verdachten: [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 4] , [medeverdachte 5] , [verdachte] en [medeverdachte 6] . [verdachte] en [medeverdachte 5] worden verder in dit vonnis bij hun voornaam ( [medeverdachte 5] en [verdachte] ) aangeduid en alle medeverdachten worden bij hun achternaam genoemd.

2.Tenlastelegging

Aan [verdachte] is – kort gezegd – ten laste gelegd dat hij zich heeft schuldig gemaakt aan
Zaaksdossier ‘Amstelveen’
1. diefstal met (bedreiging met) geweld in vereniging van een kilo cocaïne, toebehorende aan [slachtoffer 1] , te Amstelveen op 7 november 2016, subsidiair medeplichtigheid hieraan.
De volledige tekst van de tenlastelegging is opgenomen in
bijlage I, die aan dit vonnis is gehecht en hier als ingevoegd geldt.

3.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde feit en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.Vrijspraak

4.1.
Inleiding
In het strafrechtelijke onderzoek ‘Triberga’ is de naam van verdachte [medeverdachte 1] naar voren gekomen. Het vermoeden bestond dat hij op 22 december 2015 met twee andere personen in een zwarte Volkswagen Golf met het kenteken [kenteken] een bezoek aan Duitsland heeft gebracht ten behoeve van de handel in vuurwapens dan wel de handel in verdovende middelen.
Op 28 april 2016 is voornoemde Volkswagen Golf gecontroleerd. [medeverdachte 5] was de bestuurder en de andere vermoedelijke inzittenden die dag waren [medeverdachte 1] , zijn broertje [naam broertje] en [naam 1] (hierna: [naam 1] ). In de auto werden onder andere het rijbewijs van [medeverdachte 1] en een briefje met de tekst ‘Izhmash AK47 AK76’ aangetroffen. Izhmash is een fabrikant van Kalasjnikovs. Op het briefje stond ook een telefoonnummer van ‘ [naam 2] ’, welk nummer bleek toe te behoren aan [naam 2] , een contactpersoon van [medeverdachte 1] in het kader van de Top600. [1]
De zwarte Volkswagen Golf kwam weer in beeld bij een onderzoek naar een overval in Zoetermeer op 31 juli 2016 (Zaaksdossier ‘Zoetermeer’). De Volkswagen Golf bleek van 16 tot 20 juli op naam van [medeverdachte 1] geregistreerd te hebben gestaan. [2]
Op 19 september 2016 heeft [medeverdachte 1] de zwarte Volkswagen ingeruild voor een witte Volkswagen Golf met het kenteken [kenteken] . [3]
Deze witte Volkswagen Golf kwam in beeld bij een poging inbraak in Amersfoort op 7 augustus 2016. Het signalement van één van daders kwam overeen met dat van [medeverdachte 1] . Eén van de aangehouden verdachten had de sleutels van de witte Volkswagen Golf bij zich en [medeverdachte 1] is daags voor de overval samen met anderen in de auto gecontroleerd. [4]
Een overval in Alkmaar op 21 februari 2016 vertoonde gelijkenissen met de zaken in Zoetermeer en Amersfoort. [5] In alle gevallen bleken de slachtoffers in relatie te staan tot juwelierswinkels gevestigd in de Beverwijkse Bazaar. Alle drie de incidenten werden gepleegd op een zondag door drie daders, waarbij in twee gevallen gebruik werd gemaakt van een vuurwapen.
Op 13 juli 2016 werd een onderzoek gestart onder de naam ‘13Spalter’. Het onderzoek richtte zich op [medeverdachte 1] die zich vermoedelijk met diverse andere personen schuldig maakte aan de handel en/of bezit van vuurwapens en het plegen van overvallen op juweliers. Het bevel tot het plaatsen van plaatsbepalingsapparatuur onder de witte Volkswagen Golf is op 29 september 2016 afgegeven. [6] Op 7 oktober 2016 heeft de rechter-commissaris de machtiging tot het opnemen van vertrouwelijke communicatie (OVC) in de witte Volkswagen Golf afgegeven. [7] De telefoonnummers van [medeverdachte 1] werden sinds 25 augustus 2016 getapt. [8]
Gaandeweg het onderzoek kwam de verdenking naar boven dat [medeverdachte 1] zich, samen met diverse andere personen, met allerlei vormen van criminaliteit bezighield. Naar aanleiding hiervan zijn ook de telefoonnummers van andere mogelijke betrokkenen getapt.
Sinds 28 oktober 2016 is het telefoonnummer van [medeverdachte 5] getapt. [9] De aanleiding hiervoor was het vermoeden van een samenwerkingsverband tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 5] met betrekking tot de handel in vuurwapens. [10]
Sinds 1 december 2016 is het telefoonnummer van [medeverdachte 4] getapt. [11] De aanleiding hiervoor was het vermoeden dat [medeverdachte 4] door [medeverdachte 1] zou worden betrokken bij het stelen van een partij verdovende middelen van een drugshandelaar in Arnhem (zaaksdossier ‘Arnhem’). Ook bleek uit het onderzoek 13Spalter dat [medeverdachte 4] mogelijk betrokken is geweest bij een diefstal van een partij verdovende middelen op 7 november 2016 in Amstelveen (zaaksdossier ‘Amstelveen’). [12]
Sinds 15 november 2016 is het telefoonnummer van [medeverdachte 2] getapt. [13] Meerdere gesprekken tussen [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 5] over een ontmoeting waarbij een vuurwapen voorhanden zou zijn, waren hiervoor de aanleiding. [14]
Sinds 29 november 2016 is het telefoonnummer van [medeverdachte 3] getapt. [15] De aanleiding hiervoor was het vermoeden dat [medeverdachte 3] samen met [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] betrokken was bij de voorbereiding van een diefstal met geweld in Arnhem (zaaksdossier ‘Arnhem’). [16]
Van [verdachte] en [medeverdachte 6] zijn de telefonische verkeersgegevens opgevraagd. De aanleiding hiervoor was het vermoeden dat zij betrokken waren bij een diefstal met geweld op 7 november 2016 in Amstelveen (zaaksdossier ‘Amstelveen’). [17] [18]
4.2.
Zaaksdossier ‘Amstelveen’
4.2.1.
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat kan worden bewezen dat [verdachte] zich samen met anderen heeft schuldig gemaakt aan een diefstal met geweld op 7 november 2016 in Amstelveen.
Er zijn meerdere aanwijzingen dat het slachtoffer van de diefstal [slachtoffer 1] was (hierna: [slachtoffer 1] ). [slachtoffer 1] heeft op 16 november 2016 verklaard dat hij op 7 november 2016 door twee Marokkaanse mannen is beroofd van iets met een waarde van ongeveer 25.000 euro, niet zijnde geld. De mannen zouden allebei een wapen op zijn hoofd hebben gezet. Er is geen reden om aan die verklaring van [slachtoffer 1] te twijfelen. Uit een aanvullend proces-verbaal blijkt dat [slachtoffer 1] goed kan communiceren in het Nederlands. Dat hij later op zijn verklaring is teruggekomen, wekt geen verbazing omdat hij anders ook het verboden bezit van verdovende middelen zou erkennen. Op basis van afgeluisterde gesprekken kan worden aangenomen dat [slachtoffer 1] van een kilo cocaïne is beroofd.
Uit de tap- en OVC-gesprekken en de telefoongegevens kan worden afgeleid dat [medeverdachte 4] op 6 november 2016 met [medeverdachte 1] naar Amstelveen is gereden. Op 7 november 2016 is hij met [medeverdachte 1] en [verdachte] naar Amstelveen gegaan. Na de beroving is er contact tussen verschillende betrokkenen waaronder [medeverdachte 4] . De stem van [medeverdachte 4] is herkend in gesprekken via een telefoon die met de door hem gehuurde auto meebewoog. Het is dus duidelijk dat [medeverdachte 4] betrokken was bij de beroving, ongeacht of de bijnaam ‘ [bijnaam 1] ’ aan hem gekoppeld kan worden.
[medeverdachte 4] en [verdachte] moeten de personen zijn geweest die [slachtoffer 1] die dag hebben beroofd. [medeverdachte 1] had een aansturende rol. Er is sprake van het medeplegen van de diefstal met geweld door deze drie verdachten.
Ook [medeverdachte 6] was betrokken bij de diefstal op 7 november 2016. Hij heeft als contactpersoon tussen [medeverdachte 1] en [slachtoffer 1] gefungeerd. Hij heeft bij [slachtoffer 1] vertrouwen gewekt en zonder hem was het feit wellicht in het geheel niet gepleegd. Na de beroving van [slachtoffer 1] is [medeverdachte 6] bedreigd, waaruit zijn betrokkenheid ook blijkt. Uit het dossier blijkt echter ook dat [medeverdachte 6] op 7 november 2016 niet in Amstelveen aanwezig was. Zijn rol moet worden gekwalificeerd als die van medeplichtige.
Het handelen van [medeverdachte 5] kan niet gekwalificeerd worden als medeplegen van dan wel medeplichtigheid aan de gewapende beroving van [slachtoffer 1] en hij dient volgens de officier van justitie te worden vrijgesproken. [medeverdachte 5] wist van het plan om [slachtoffer 1] te beroven en heeft op 6 november 2016 [slachtoffer 1] geobserveerd en zijn woning aangewezen. Dit handelen heeft echter niet bijgedragen aan de uiteindelijke beroving op 7 november 2016. Ook het contact tussen [medeverdachte 5] en [medeverdachte 6] heeft hier niet aan bijgedragen. Tussen [medeverdachte 1] en [slachtoffer 1] was al contact geweest over de afgesproken tijd en plaats en [medeverdachte 6] was niet aanwezig op 7 november 2016.
4.2.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit dat [verdachte] integraal dient te worden vrijgesproken.
Het staat allereerst niet vast dat überhaupt een rip op [slachtoffer 1] heeft plaatsgevonden. Dat er sprake is geweest van (een dreiging met) geweld kan hooguit worden ontleend aan de eerste verklaring van [slachtoffer 1] op 16 november 2016. [slachtoffer 1] heeft deze eerste verklaring later tegengesproken in een tweede politieverhoor en onder ede bij de rechter-commissaris. Uit de eerste verklaring van [slachtoffer 1] noch uit andere stukken uit het dossier kan worden afgeleid wat de feitelijke gang van zaken is geweest op 7 november 2016 in Amstelveen. De verklaring van [slachtoffer 1] op 16 november 2016 is onbetrouwbaar en kan niet als bewijs worden gebruikt. De uitspraken in de tap- en OVC-gesprekken zijn niet concreet en vinden geen steun in het overige bewijs. Reeds om die reden kan niet worden vastgesteld dat sprake was van een strafbare gedraging en kan geen veroordeling volgen.
Indien de rechtbank van oordeel is dat sprake is geweest van een diefstal met geweld op [slachtoffer 1] , kan niet worden bewezen dat [verdachte] hierbij betrokken is geweest. Het is niet duidelijk hoe de officier van justitie de identiteit van [verdachte] vaststelt en hoe zij [verdachte] op 7 november 2016 in Amstelveen plaatst. De verdediging betwist de betrouwbaarheid van de stemherkenning, nu niet vaststaat hoe deze herkenning is gedaan. Deze stemherkenning moet om die reden worden uitgesloten van het bewijs. Dat [verdachte] ‘ [bijnaam 2] ’ zou zijn, blijkt onvoldoende uit het dossier. Naast de vermeende stemherkenning van [verdachte] bevinden zich in het dossier geen andere aanknopingspunten die duiden op betrokkenheid van [verdachte] bij deze zaak. Duidelijk is dat dit dossier vol staat met kennelijke verschrijvingen van namen. In een zaak als deze is het daarom van belang vast te kunnen stellen welke stem er is herkend.
Indien wordt aangenomen dat [verdachte] de gebruiker is van het telefoonnummer * [nummer] en hij degene is die ‘ [bijnaam 2] ’ genoemd wordt, is de enige handeling die aan [verdachte] kan worden toegeschreven dat hij op 7 november 2016 een telefoongesprek met [medeverdachte 1] heeft gevoerd waarin hij bevestigend antwoordt op de vraag of hij met een tas en een pet naar beneden wil komen. Het telefoonnummer dat aan [verdachte] wordt gekoppeld, straalt op geen enkel moment uit in Amstelveen en er is geen OVC-gesprek dat het gesprek en de aanwezigheid van [verdachte] in de auto van [medeverdachte 1] ondersteunt. Als zou worden aangenomen dat [verdachte] in de auto heeft gezeten, dan is niet bekend hoe lang dit is geweest, laat staan dat hij in Amstelveen is geweest. Ook zijn er geen andere feiten en omstandigheden die [verdachte] plaatsen in Amstelveen samen met één van de medeverdachten.
Slechts op basis van een enkel tapgesprek kan niet worden gesproken van een nauwe en bewuste samenwerking om tot een diefstal met geweld te komen. Er is geen plan, geen rolverdeling en geen verdeling van de buit. De handelingen van [verdachte] kunnen niet worden gekwalificeerd als de rol van medepleger dan wel medeplichtige.
4.2.3.
Het oordeel van de rechtbank
4.2.3.1. Aanleiding
Op 10 november 2016 verscheen [medeverdachte 6] samen met [medeverdachte 5] op het politiebureau Balistraat te Amsterdam. [medeverdachte 6] verklaarde dat hij en zijn ouders werden bedreigd en dat hij twee keer had kunnen ontsnappen aan een ontvoering. Toen [medeverdachte 6] apart genomen werd, vertelde hij dat hij verantwoordelijk werd gehouden voor een incident en dat personen geld van hem wilden. Hij vreesde voor zijn leven. [medeverdachte 6] gaf het telefoonnummer van [slachtoffer 1] en zei dat [slachtoffer 1] kon vertellen waar het over ging. [19] [20] In een later politieverhoor verklaarde [medeverdachte 6] dat [slachtoffer 1] hem lastigviel omdat hij iets kwijt was. [21]
De vader van [medeverdachte 6] verklaarde dat op 7 november 2016 twee Turkse mannen aan de deur waren geweest, ene ‘ [bijnaam 3] ’ en een forse man met de naam ‘ [bijnaam 4] ’. De mannen waren op zoek geweest naar [medeverdachte 6] omdat hij of vrienden van hem iets van hen hadden weggenomen. [medeverdachte 6] was echter niet meer thuis geweest sinds 7 november 2016. [22] De zus van [medeverdachte 6] heeft op 22 december 2016 verklaard dat haar broer in Koeweit verbleef omdat hij bang was voor represailles. [medeverdachte 6] zou hebben gezegd dat er ‘iets’ van iemand was weggenomen en dat anderen datgene nu in bezit hadden. [medeverdachte 6] zou door beide partijen zijn bedreigd. [23]
In verband met de bedreigingen jegens [medeverdachte 6] en zijn ouders heeft de politie [slachtoffer 1] op 16 november 2016 bezocht en hem over deze bedreigingen gesproken. [slachtoffer 1] verklaarde toen dat hij op 7 november 2016 in Amstelveen in de ochtend was beroofd van iets met een waarde van 25.000 euro, niet zijnde geld. Twee Marokkaanse mannen zouden ieder een pistool op zijn hoofd hebben gezet. [medeverdachte 6] zou als bemiddelaar hebben opgetreden. [24]
Deze verklaring van [slachtoffer 1] wordt ondersteund door een aantal andere bevindingen in het onderzoek.
4.2.3.2. Ontmoeting in de ochtend van 7 november 2016 in Amstelveen
Uit de resultaten van de technische acties op de mobiele telefoonnummers van [slachtoffer 1] (* [nummer] ), [medeverdachte 1] (* [nummer] ), [medeverdachte 4] (* [nummer] ), [medeverdachte 5] (* [nummer] ), [medeverdachte 6] (* [nummer] ) en [verdachte] (* [nummer] ), de OVC-gesprekken in de witte Volkswagen Golf en de track & trace gegevens van de huurauto van [medeverdachte 4] kan worden opgemaakt dat in de ochtend van 7 november 2016 rond 9.30 uur een ontmoeting heeft plaatsgevonden in Amstelveen tussen in ieder geval [slachtoffer 1] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 4] .
[medeverdachte 1] zei in een gesprek op 6 november 2016 om 16.00 uur tegen [medeverdachte 6] dat hij tegen ‘hen’ moest zeggen ‘morgenochtend’. [25] Rond 19.00 uur sprak [medeverdachte 1] af met een onbekende man, naar later bleek [slachtoffer 1] , bij de Kentucky Fried Chicken op de Jan van Galenstraat te Amsterdam om te spreken over de dag erna. [26] [27] In telefoongesprekken met [slachtoffer 1] later op de avond zei [medeverdachte 1] dat het 1000 procent zeker morgen was en dat hij [slachtoffer 1] daar om half 10 zou zien. [medeverdachte 1] zou [slachtoffer 1] het adres sturen. [28] Kort voor middernacht heeft [medeverdachte 5] een sms naar [medeverdachte 6] gestuurd met de inhoud
“ [adres 1] Amstelveen bel die Turk morgen vroeg rijd met hem mee”. [29]
De telefoons van [medeverdachte 1] en [medeverdachte 4] peilden die avond tussen 22:00 en 23:00 uur in de buurt van de [adres 1] in Amstelveen en [medeverdachte 1] bevestigde aan zijn moeder die avond tijdens een telefoongesprek dat hij zich in Amstelveen bevond. [30]
Op 7 november 2016 rond 8.15 uur heeft [medeverdachte 4] met een door hem gehuurde Mercedes Benz met kenteken [kenteken] [medeverdachte 1] opgehaald in de buurt van diens ouderlijke woning op de [adres 2] te [plaats] . [31] [32] De telefoon van [medeverdachte 1] peilde vervolgens uit in de buurt van de verblijfplaats van [verdachte] in [plaats] . [33] [medeverdachte 1] heeft [verdachte] gebeld en tegen hem gezegd dat hij naar beneden moest komen met een tasje en een pet. Of [verdachte] daarna ook in de Mercedes is gestapt, is onduidelijk gebleven. Er is slechts één OVC-gesprek waarin zijn stem is herkend en er zijn geen verdere aanwijzingen voor zijn aanwezigheid gedurende de rest van de dag.
Zowel [medeverdachte 1] als [medeverdachte 4] hebben na het bezoek aan [verdachte] geprobeerd telefonisch contact te krijgen met [medeverdachte 6] , die de oproepen niet beantwoordde. [34] [35] [medeverdachte 6] had rond 9.00 uur wel telefonisch contact met [slachtoffer 1] . De telefoon van [medeverdachte 6] peilde die ochtend tot ongeveer 11.00 uur uit in Amsterdam-Oost. [36]
De Mercedes is om 8.50 uur uit Amsterdam vertrokken en naar Amstelveen gereden. De telefoons van [medeverdachte 1] en [medeverdachte 4] straalden een kwartier later zendmasten aan op Schiphol-Oost, gelegen op de route naar Amstelveen. [37] De Mercedes arriveerde rond 9.15 uur in Amstelveen in de buurt van de [adres 1] . [38] De telefoon van [medeverdachte 1] was vanaf 9.15 uur uitgeschakeld en gaf geen paallocaties meer aan. [39] Om 9.30 uur belden [slachtoffer 1] en [medeverdachte 4] met elkaar, terwijl allebei hun telefoons een zendmast aanstraalden in de nabije omgeving van de [adres 1] te Amstelveen. [40] [41]
4.2.3.3. Diefstal
Naar het oordeel van de rechtbank kan uit de tap- en OVC-gesprekken ook worden afgeleid dat [slachtoffer 1] tijdens zijn ontmoeting met in ieder geval [medeverdachte 1] en [medeverdachte 4] op 7 november 2016 in Amstelveen is bestolen.
Uit de OVC-gesprekken van 6 november 2016 blijkt dat [medeverdachte 1] die middag en avond samen met [medeverdachte 5] , [verdachte] en nog een onbekende man in de Volkswagen Golf zat. [42] Uit de inhoud van de gesprekken kan worden afgeleid dat zij [slachtoffer 1] aan het achtervolgen en observeren waren.
Nadat de auto rond 19.00 uur wegreed bij de Kentucky Fried Chicken op de Jan van Galenstraat te Amsterdam, werd door hen gesproken over de persoon die [medeverdachte 1] zojuist had ontmoet. Dat deze persoon [slachtoffer 1] was, leidt de rechtbank onder andere af uit de opmerking dat de man in een kleine blauwe auto reed. [43] Later bleek dat [slachtoffer 1] gebruik maakte van een kleine blauwe auto. [44] Verder kende [medeverdachte 5] de persoon. Hij had het over ‘ [voornaam] , die dikke, die bij autotaxi werkt’. [45] De voornaam van [slachtoffer 1] is ‘ [voornaam] ’ en hij was werkzaam als taxichauffeur. [46] [medeverdachte 5] wist waar de man woonde en wees een woning aan op de [adres 3] ter hoogte van nummer [huisnummer] te [plaats] . Uit onderzoek is naar voren gekomen dat [slachtoffer 1] woonachtig was op het adres [adres 3] te [plaats] . [47]
In het gesprek dat [medeverdachte 1] , [medeverdachte 5] , [verdachte] en de onbekende man in de auto voerden tijdens de observatie van [slachtoffer 1] spraken zij erover dat [slachtoffer 1] een kilo bij zich had. Ook werden de termen ‘bossen’, ‘raggen’, ‘trekken’ en ‘blokken’ gebezigd. Door de onbekende man werd gezegd:
“Trek die tas en ren! 8 doezoe de man nu”. [medeverdachte 1] zei:
“Hij zegt tien dertig kan ik brengen. Daarom deze ga ik morgen pakken. [bijnaam 1] gaat hem zo aanpakken. Zonder volgens mij pipa”. Ook zei [medeverdachte 1] :
“ [bijnaam 2] je trekt hem heel simpel he. Uit zijn hand en rennen.”en
“Ik ga hem pakken tamara”. Volgens [medeverdachte 1] zouden ze morgen zes ‘doezoe’ de man hebben en moesten ze het met zijn vieren delen. [48]
Eerder die middag had [medeverdachte 1] tegen [medeverdachte 5] in de auto verteld dat hij net een kilo had kunnen pakken. Ook sprak [medeverdachte 1] met [medeverdachte 5] erover dat hij ‘ [bijnaam 1] ’ een Turk uit Bos en Lommer zou laten ‘pakken’. [medeverdachte 1] sprak ook letterlijk over ‘rippen’. De ‘papieren’ moesten met zijn vieren worden gedeeld. [49]
Later op de avond, toen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 5] samen in de auto zaten en op de [adres 3] reden, zei [medeverdachte 1] tegen [medeverdachte 5] :
“Ik kan hem ook gewoon hier klaren met piepa”. [50]
Uit de hiervoor aangehaalde afgeluisterde tap- en OVC-gesprekken en de peilbakengegevens blijkt een duidelijk misdadig doel dat verdachten voor ogen hadden: zij wilden [slachtoffer 1] beroven van verdovende middelen. Dat deze diefstal uiteindelijk ook heeft plaatsgevonden, leidt de rechtbank af uit tap- en OVC-gesprekken na de afspraak op 7 november 2016 in de ochtend in Amstelveen en hetgeen [slachtoffer 1] hierover tegen de politie heeft gezegd.
Op 7 november 2016, in de middag na de diefstal, hadden [medeverdachte 1] en [medeverdachte 4] een gesprek in de Volkswagen Golf, waarin [medeverdachte 1] zei dat hij blij zou zijn als de ‘green’ weg was. Dat alles snel weg moest omdat ze anders ‘gechinst’ zouden worden. [51] [medeverdachte 1] zei dat hij [medeverdachte 4] zonder tas terug zag komen. [medeverdachte 4] zei dat hij de tas al in zijn handen had en kon rennen. [medeverdachte 4] zei:
“Maakt niet uit hoor, we hebben em toch”, waarop [medeverdachte 1] reageerde:
“jajaja, daar gaat het uiteindelijk om”. [medeverdachte 4] zei ook nog tegen [medeverdachte 1] :
“Ze weten dat ik rip!” [52]
Op 17 november 2016 is er een gesprek opgenomen tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] in de Volkswagen Golf. Terwijl zij op de [adres 3] reden, zei [medeverdachte 1] :
“Hier woont die Turk die ik geroofd heb he. In deze straat”. [53]
Op 19 november 2016 vertelde [medeverdachte 1] in een telefoongesprek tegen [medeverdachte 4] dat hij ‘die Turkie uit Amstelveen’ zag. [medeverdachte 1] had het erover dat die persoon in zijn kleine blauwe auto reed en dat het de grote vriend van [medeverdachte 4] was omdat hij nog veel geld van [medeverdachte 4] kreeg. [54]
Op 24 november 2016 vertelde [medeverdachte 4] aan [medeverdachte 1] dat hij ‘ [bijnaam 4] ’ was tegengekomen in Zandvoort. Hij had gelijk zijn ‘gono’ gepakt en was weggereden. [55] [slachtoffer 1] heeft verklaard dat [bijnaam 4] een vriend van hem is. [56] De naam [bijnaam 4] komt ook voor in het tapgesprek waarin [medeverdachte 1] [medeverdachte 6] vroeg om het telefoonnummer van [bijnaam 4] . [57] De vader van [medeverdachte 6] verklaarde dat ene ‘ [bijnaam 4] ’ aan zijn deur had gestaan. [58]
4.2.3.4. Kilo cocaïne
Dat de diefstal op 7 november 2016 zag op een kilo cocaïne, leidt de rechtbank af uit hierboven reeds aangehaalde tap- en OVC-gesprekken tussen de verdachten, waarin zij spraken over kilo’s, coke, ‘blokkoes’ en een buit van (ongeveer) 24.000 euro. [slachtoffer 1] heeft verklaard te zijn bestolen van iets met een waarde van 25.000 euro, niet zijnde geld. Een bedrag van dergelijke hoogte kan als straatwaarde van een kilo cocaïne worden verwacht. Bovendien wil [slachtoffer 1] niet zeggen van welk goed hij is bestolen, wat er volgens de rechtbank op duidt dat het gestolene mogelijk crimineel van aard was. Op grond van het voorgaande houdt de rechtbank het ervoor dat [slachtoffer 1] op 7 november 2016 is bestolen van een kilo cocaïne.
4.2.3.5. (Dreiging met) geweld
Er is in het dossier geen ondersteuning voor de verklaring van [slachtoffer 1] dat er tijdens de diefstal twee pistolen op zijn hoofd zijn gericht. Hoewel in de tap- en OVC-gesprekken door de verdachten wel meerdere keren is gesproken over het al dan niet gebruiken van wapens, is dit onvoldoende. Er werd immers ook gesproken over het ‘pakken zonder piepa’. De rechtbank vindt dus niet bewezen dat bij de diefstal van de kilo cocaïne sprake was van (een dreiging met) geweld.
4.2.3.6. De rol van [verdachte]
wordt verweten medepleger te zijn geweest van de diefstal op [slachtoffer 1] , dan wel medeplichtig te zijn geweest door:
  • aanwezig te zijn bij een ontmoeting tussen [slachtoffer 1] en [medeverdachte 1] ;
  • [slachtoffer 1] te achtervolgen;
  • [slachtoffer 1] te observeren;
  • informatie over het woonadres van [slachtoffer 1] te verschaffen.
Van de in de tenlastelegging opgenomen gedragingen kan niet worden bewezen dat [verdachte] aanwezig was bij de diefstal op 7 november 2016 in Amstelveen. Zoals hiervoor overwogen, kan enkel worden vastgesteld dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 4] op die ochtend in Amstelveen aanwezig waren.
De rechtbank houdt het wel ervoor dat [verdachte] de ‘ [bijnaam 2] ’ is die op 6 november 2016 met [medeverdachte 1] en [medeverdachte 5] in de auto zat toen zij [slachtoffer 1] achtervolgden en observeerden. De rechtbank wijst op het proces-verbaal van bevindingen d.d. 18 januari 2017, p. 196-197, waaruit blijkt dat ‘ [bijnaam 2] ’ 131-133 een bijnaam van [verdachte] is. Daarnaast wordt zijn stem door verbalisanten herkend. Alhoewel die stemherkenningen slechts in algemene bewoordingen zijn beschreven, heeft [verdachte] zich zelf steevast op zijn zwijgrecht beroepen, met name waar het zijn aanwezigheid in de auto op 6 november 2016 betrof. Ondanks dat de bevindingen met betrekking tot 6 november 2016 op zijn minst vragen oproepen omtrent de bedoelingen van de inzittenden van de afgeluisterde auto, dan nog is dit onvoldoende om medeplegen van of medeplichtigheid bij de diefstal aan te nemen. Op 7 november 2016 om 8.30 uur, een uur voor de diefstal, komt [verdachte] voor in een tapgesprek met [medeverdachte 1] die aan [verdachte] vraagt met een tasje en pet naar beneden te komen. Of dit is gebeurd en of [verdachte] vervolgens ook bij [medeverdachte 1] en [medeverdachte 4] in de auto is gestapt en is meegereden naar Amstelveen, is echter niet gebleken. Ook blijkt gedurende die dag niet van enige andere betrokkenheid van [verdachte] bij de diefstal. Daarnaast is onduidelijk of hij heeft meegedeeld in de buit.
Volgens de rechtbank heeft [verdachte] geen wezenlijke bijdrage geleverd aan de diefstal op 7 november 2016. Het handelen van [verdachte] kan daarom niet worden gekwalificeerd als het medeplegen van dan wel medeplichtigheid aan de diefstal op [slachtoffer 1] . [verdachte] wordt vrijgesproken.

5.Beslag

5.1.
Beslaglijst
Onder [verdachte] is een Apple Iphone (5325592) in beslag genomen.
5.2.
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de mobiele telefoon kan worden geretourneerd aan [verdachte] .
5.3.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht de mobiele telefoon te retourneren aan [verdachte] .
5.4.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de mobiele telefoon kan worden geretourneerd aan [verdachte] .

6.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
[verdachte] wordt hierna als ‘verdachte’ aangeduid.
 Verklaart het ten laste gelegde niet bewezen en
spreektverdachte daarvan
vrij.

Gelast de teruggaveaan verdachte van de
Apple Iphone (5325592).

Wijst af de vordering tot gevangenneming.
Dit vonnis is gewezen door
mr. P.B. Martens, voorzitter,
mrs. M.C. Eggink en V.V. Essenburg, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. R. Stockmann, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 31 januari 2018.

Voetnoten

1.Proces verbaal van verdenking (1) d.d. 2 augustus 2016, BOB-dossier documentcode 6924611.
2.Proces-verbaal van verdenking (2) d.d. 10 augustus 2016, BOB-dossier documentcode 7007984.
3.Proces-verbaal aanvraag stelselmatige observatie ex art. 126g Sv d.d. 28 september 2016, BOB-dossier documentcode 7153158.
4.Proces-verbaal van verdenking (2) d.d. 10 augustus 2016, BOB-dossier documentcode 7007984.
5.Proces-verbaal aanvraag opnemen van vertrouwelijke communicatie met een technisch hulpmiddel ex art. 126l Sv d.d. 6 oktober 2016, BOB-dossier documentcode 7194276.
6.Wijziging bevel observatie ex art. 126g/126o Sv d.d. 29 september 2016, BOB-dossier achter aanvraag met documentcode 7153158.
7.Bevel tot het opnemen van vertrouwelijke communicatie met een technisch hulpmiddel d.d. 7 oktober 2016, BOB-dossier achter aanvraag met documentcode 7194276.
8.Bevel opnemen van (tele)communicatie d.d. 25 augustus 2016, BOB-dossier achter aanvraag met documentcode 7056252.
9.Bevel opnemen van (tele)communicatie d.d. 28 oktober 2016, BOB-dossier [medeverdachte 5] .
10.Proces-verbaal aanvraag bevel opnemen (tele)communicatie d.d. 27 oktober 2016, BOB-dossier [medeverdachte 5] documentnummer 7271971.
11.Bevel opnemen van (tele)communicatie d.d. 1 december 2016, BOB-dossier [medeverdachte 4] .
12.Proces-verbaal aanvraag bevel opnemen (tele)communicatie d.d. 29 november 2016, BOB-dossier [medeverdachte 4] documentnummer 7422760.
13.Bevel opnemen van (tele)communicatie d.d. 15 november 2016, BOB-dossier [medeverdachte 2] .
14.Proces-verbaal aanvraag bevel opnemen (tele)communicatie d.d. 16 november 2016, BOB-dossier [medeverdachte 2] documentnummer 7369177.
15.Bevel opnemen van (tele)communicatie d.d. 29 november 2016, BOB-dossier [medeverdachte 2] .
16.Proces-verbaal aanvraag bevel opnemen (tele)communicatie d.d. 28 november 2016, BOB-dossier [medeverdachte 3] documentnummer 7414720.
17.Proces-verbaal aanvraag vordering verstrekking verkeersgegevens telefonie d.d. 18 januari 2017, BOB-dossier [verdachte] documentnummer 7630828.
18.Proces-verbaal aanvraag vordering verstrekking verkeersgegevens telefonie d.d. 13 december 2016, BOB-dossier [medeverdachte 6] documentnummer 7473570.
19.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 november 2016, p. 89-91.
20.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 november 2016, p. 98-99.
21.Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte 1] d.d. 22 februari 2017, p. 230-234.
22.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 november 2016, p. 94-95.
23.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 december 2016, p. 139-140.
24.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 november 2016, p. 98-99.
25.Tapgesprek sessienummer 5927 d.d. 6 november 2016, p. 39.
26.Tapgesprek sessienummer 5953 d.d. 6 november 2016, p. 41.
27.Proces-verbaal OVC-gesprekken rip Amstelveen d.d. 29 november 2016, sessienummer 67, p. 17.
28.Tapgesprek sessienummer 20299 d.d. 6 november 2016, p. 51.
29.SMS sessienummer 6057 d.d. 6 november 2016, p. 55.
30.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 december 2016, p. 64-70.
31.Proces-verbaal huurauto [medeverdachte 4] d.d. 13 januari 2017, p. 127-130.
32.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 december 2016, p. 64-70.
33.Tapgesprek sessienummer 20747 d.d. 7 november 2016, p. 77.
34.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 december 2016, p. 64-70.
35.Proces-verbaal [medeverdachte 1] mee bij rip Amstelveen d.d. 2 december 2016, p. 72-73.
36.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 maart 2017, p. 185-187.
37.Proces-verbaal [medeverdachte 1] mee bij rip Amstelveen d.d. 2 december 2016, p. 72-73.
38.Proces-verbaal huurauto [medeverdachte 4] d.d. 13 januari 2017, p. 127-130.
39.Proces-verbaal [medeverdachte 1] mee bij rip Amstelveen d.d. 2 december 2016, p. 71-74.
40.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 december 2016, p. 64-70.
41.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 6 december 2016, p. 131-133.
42.Proces-verbaal OVC-gesprekken rip Amstelveen d.d. 29 november 2016, sessienummer 68, p. 17.
43.Proces-verbaal OVC-gesprekken rip Amstelveen d.d. 29 november 2016, sessienummer 68, p. 17-18.
44.Proces-verbaal van bevindingen Daewoo Matiz d.d. 2 december 2016, p. 87-88.
45.Proces-verbaal OVC-gesprekken rip Amstelveen d.d. 29 november 2016, sessienummer 68, p. 19.
46.Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte 1] [slachtoffer 1] d.d. 11 januari 2017, p. 170-173.
47.Proces-verbaal bevindingen observatie door [medeverdachte 1] d.d. 2 december 2016, p. 83-86.
48.Proces-verbaal OVC-gesprekken rip Amstelveen d.d. 29 november 2016, sessienummer 68, p. 17-23.
49.Proces-verbaal OVC-gesprekken rip Amstelveen d.d. 29 november 2016, sessienummer 65, p. 15-16.
50.Proces-verbaal OVC-gesprekken rip Amstelveen d.d. 29 november 2016, sessienummer 70, p. 24.
51.Proces-verbaal OVC-gesprekken rip Amstelveen d.d. 29 november 2016, sessienummer 78 p. 24.
52.Proces-verbaal OVC-gesprekken rip Amstelveen d.d. 29 november 2016, sessienummer 79, p. 25-26.
53.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 december 2016, p. 134-135.
54.Proces-verbaal [medeverdachte 1] komt Turk van Amstelveen tegen d.d. 28 november 2016, p. 100-102.
55.Proces-verbaal tapgesprek [medeverdachte 4] komt [bijnaam 4] tegen d.d. 28 november 2016, p. 106-108.
56.Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte 1] [slachtoffer 1] d.d. 11 januari 2017, p. 170-173.
57.Tapgesprek sessienummer 19423 d.d. 6 november 2016, p. 38.
58.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 november 2016, p. 94-95.