ECLI:NL:RBAMS:2018:4338
Rechtbank Amsterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot wraking van de rechter in bestuursrechtelijke procedure
Op 15 mei 2018 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Amsterdam een verzoek tot wraking behandeld van een verzoeker die de kantonrechter, mr. C. Kraak, wilde wraken. Het verzoek was ingediend in het kader van een procedure die volgde op een dwangbevel van de officier van justitie. De verzoeker voerde aan dat de betrokken partijen incompetent waren, handelden met vuile handen en met vooringenomenheid. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat de verzoeker geen concrete feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die de vrees voor vooringenomenheid van de rechter objectief zouden rechtvaardigen. Hierdoor werd het wrakingsverzoek als kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De mondelinge behandeling van het verzoek werd achterwege gelaten, en de rechtbank oordeelde dat het verzoek tot wraking lichtvaardig was ingediend zonder relevante grondslag, wat werd aangemerkt als misbruik van recht. De rechtbank besloot dat een volgend verzoek tot wraking niet in behandeling zou worden genomen en dat de procedure onder zaaknummer 6587577 MU 18-1 zou worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond op het moment van indienen van het wrakingsverzoek. De beslissing werd uitgesproken op 29 mei 2018, en tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.