Wettelijk kader
Ambtenarenwet
Art. 125ter
Het bevoegd gezag en de ambtenaar zijn verplicht zich als een goed werkgever en een goed ambtenaar te gedragen.
Nieuwe Rechtspositieregeling Gemeente Amsterdam
Artikel 11.1
De ambtenaar volgt de hem gegeven voorschriften op en behoort in het algemeen alles te doen of na te laten wat van een goed ambtenaar wordt verwacht.
Artikel 13.4
De ambtenaar kan worden gestraft als hij zich niet gedraagt overeenkomstig artikel 11.1 (vervulling functie) en zich daarmee schuldig maakt aan plichtsverzuim.
1. De straffen, die de ambtenaar kunnen worden opgelegd zijn:
a. schriftelijke berisping;
b. buitengewone dienst op andere dagen dan de zondag en de voor de ambtenaar geldende officiële feestdagen die samenhangen met zijn geloof of culturele achtergrond, zonder dat hij hiervoor salaris en de toegekende salaristoelage(n) ontvangt;
c. vermindering van vakantie met ten hoogste 1/3 van het aantal uren waarop de ambtenaar voor het desbetreffende kalenderjaar aanspraak heeft;
d. vermindering van het salaris voor de duur van maximaal één jaar;
e. plaatsing in een andere functie, al of niet in een ander organisatie-onderdeel, voor bepaalde of onbepaalde tijd en met of zonder vermindering van salaris en de toegekende salaristoelagen;
2. Voor hetzelfde plichtsverzuim kan een combinatie van meerdere straffen worden opgelegd.
3. Het strafontslag wordt niet aangezegd en kan met terugwerkende kracht ingaan op de dag volgend op die waarop de ontslaggrond voor het eerst aanwezig was.
Besluit veiligheidsregio’s
Artikel 3.1.2
1. Een basisbrandweereenheid bestaat uit:
b. een chauffeur, tevens voertuigbediener, en
c. twee ploegen van twee manschappen.
2. De eenheid is belast met:
a. brandbestrijding en redding;
b. technische hulpverlening;
c. basishandelingen bij de bestrijding van ongevallen met gevaarlijke stoffen;
d. ondersteuning bij waterongevallen.
3. De eenheid beschikt over een tankautospuit met uitrusting.
1. Een ondersteuningseenheid voor redden en blussen op hoogte bestaat uit:
a. een bevelvoerder of een manschap, en
b. een chauffeur, tevens voertuigbediener.
2. De eenheid is belast met:
a. het redden van mensen en dieren op hoogte;
b. ondersteuning van basisbrandweereenheden bij het blussen op hoogte, en
c. het verlenen van hulp op hoogte.
3. De eenheid beschikt over een redvoertuig met uitrusting.
1. Een ondersteuningseenheid voor hulpverlening bestaat uit:
a. een bevelvoerder of een manschap, en
b. een chauffeur, tevens voertuigbediener.
2. De eenheid is belast met:
a. ondersteuning bij het bevrijden van beknelde en ingesloten mensen en dieren;
b. ondersteuning van basishandelingen bij de bestrijding van ongevallen met gevaarlijke stoffen;
c. ondersteuning bij waterongevallen.
3. De eenheid beschikt over een hulpverleningsvoertuig met uitrusting.