1.4.In het bestreden besluit heeft verweerder het bezwaar van eiser tegen het primaire besluit ongegrond verklaard.
2. Voor de toepasselijke regelgeving verwijst de rechtbank naar de bijlage die deel uitmaakt van deze uitspraak.
3. Het winkelcentrum ligt in een gebied waar het bestemmingsplan “Amstelveen Zuid-Oost 2015” (het bestemmingsplan) van toepassing is. Het bestaande winkelcentrum staat op gronden met de bestemming ‘Centrum’. De geplande uitbreiding van het winkelcentrum vindt deels plaats op gronden met de bestemming ‘Centrum’ en deels op gronden met de bestemming ‘Verkeer-Verblijfsgebied’. Het bouwplan is op de volgende punten in strijd met het bestemmingsplan:
- op de bestemming ‘Centrum’ is detailhandel toegestaan, maar is het bouwplan in strijd met (1) de maximaal toegestane bouwhoogte en
(2) bouwen buiten het bouwvlak;
- op de bestemming ‘Verkeer-Verblijfsgebied’ is sprake van strijdig gebruik, omdat
(3) gebruik als winkelcentrum niet binnen de bestemming past, en
(4) binnen deze bestemming geen gebouwen mogen worden gebouwd.
4. De uitbreiding van het winkelcentrum is een bijbehorend bouwwerk als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (Bor). Deze bepaling is weergegeven in de bijlage bij deze uitspraak. Verweerder heeft in verband met de strijdigheid van het bouwplan met het bestemmingsplan een omgevingsvergunning verleend op grond van artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 2º, van de Wabo in samenhang met artikel 4, eerste lid, van bijlage II bij het Bor. Dit wordt ook wel een kruimelgeval genoemd. Dit betekent dat geen ruimtelijke onderbouwing vereist is, maar dat het gebruik van de uitbreiding van het winkelcentrum niet in strijd mag zijn met een goede ruimtelijke ordening en dat de belangen van omwonenden moeten worden meegewogen bij het besluit om af te wijken van het bestemmingsplan. De belangen van omwonenden, dus ook het belang van eiser, moeten worden afgewogen tegen het belang van Segesta bij het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor de uitbreiding van het winkelcentrum. Het belang van Segesta is gelegen in het opheffen (of verminderen) van de leegstand in het winkelcentrum. De Lidl gaat zich namelijk vestigen in een deel van het winkelcentrum dat nu leegstaat en in de onder 1.2 genoemde delen van de uitbreiding.
5. Volgens vaste rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) is het besluit om bouwen en gebruik in strijd met het bestemmingsplan toe te staan een discretionaire bevoegdheid van verweerder. Dit betekent dat de rechtbank zich bij de toetsing van dat besluit moet beperken tot de vraag of verweerder in redelijkheid heeft kunnen besluiten de omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan te verlenen.