ECLI:NL:RBAMS:2018:3862
Rechtbank Amsterdam
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in strafzaak inzake invoer van cocaïne met meerdere verdachten
In de strafzaak tegen de verdachte, die op 1 juni 2018 door de Rechtbank Amsterdam werd behandeld, stond de verdenking van medeplegen van de invoer van ongeveer 454 kilogram cocaïne centraal. Het onderzoek, dat begon in oktober 2015, leidde tot verdenkingen van meerdere verdachten, waaronder de verdachte, die eigenaar is van een bedrijf dat bananen importeert. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte betrokken was bij de import van bananen uit Colombia, maar er was onvoldoende bewijs dat hij op de hoogte was van de verborgen cocaïne in de container. De rechtbank heeft de verklaringen van de verdachte en de omstandigheden rondom de zaak zorgvuldig gewogen. Ondanks de betrokkenheid van de verdachte bij de logistiek van de bananen, kon niet worden bewezen dat hij wist van de cocaïne. De rechtbank oordeelde dat de verdachte vrijgesproken moest worden van de tenlastelegging, omdat de bewijsvoering niet overtuigend genoeg was om zijn schuld aan te tonen. De uitspraak werd gedaan na een proces dat op tegenspraak was gevoerd, waarbij de officier van justitie en de verdediging hun standpunten naar voren brachten. De rechtbank concludeerde dat de verdachte niet verantwoordelijk kon worden gehouden voor de invoer van de cocaïne, en sprak hem vrij.