Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Waardering van het bewijs
- de grotendeels bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting,
- de aangifte van [aangever] over de diefstal uit de woning aan de [adres 2] (hierna: de woning),
- het proces-verbaal van bevindingen waaruit volgt dat er drie personen in de woning zijn en vervolgens naar buiten rennen als verbalisanten ter plaatse komen en de deur van de woning openen,
- het proces-verbaal van bevindingen waaruit volgt dat verdachte kort daarna wordt –aangetroffen in de buurt van de woning, liggend onder een auto en waar bij zijn aanhouding blijkt dat hij een loopsleutel op zak heeft,
- en de processen-verbaal van bevindingen waaruit volgt dat in het politievoertuig waarin alleen verdachte (en dus niet ook zijn mededaders) na zijn arrestatie heeft gezeten een autosleutel van aangeefster is aangetroffen die uit de woning is weggenomen.
4.Het bewijs
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van verdachte
7.Motivering van de straf en maatregel
8.Het beslag
9.Ten aanzien van de benadeelde partijen
Voor vergoeding van immateriële schade is vereist dat het bestaan van geestelijk letsel waardoor iemand in zijn persoon is aangetast, in rechte kan worden vastgesteld, hetgeen in het algemeen slechts het geval zal zijn indien sprake is van een in de psychiatrie erkend ziektebeeld”(ECLI:NL:HR:2016:2201).
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
16 (zestien) dagen.
220 (tweehonderdtwintig)uur.
80 (tachtig) uur, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij verdachte zich voor het einde van de op
2 (twee) jaarbepaalde proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit.
verdachtevan:
[persoon] niet-ontvankelijkin zijn vordering.
[aangever] niet-ontvankelijkin haar vordering.