In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 26 januari 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser uit Kudelstaart en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Aalsmeer. De eiser, die een bijstandsuitkering ontvangt op grond van de Participatiewet, heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van verweerder om hem een belastbaarheidsonderzoek op te leggen. Dit besluit volgde op een gesprek waarin eiser aangaf dat hij klachten had en niet in staat was om te werken. In afwachting van het onderzoek werd eiser vrijgesteld van enkele arbeidsverplichtingen.
Het bestreden besluit, dat het bezwaar van eiser ongegrond verklaarde, werd door verweerder onderbouwd met een advies van de Commissie voor de bezwaarschriften. Eiser voerde aan dat hij al meerdere keren medisch gekeurd was en dat een nieuwe keuring niet noodzakelijk was. Hij had ook slechte ervaringen met de keuringsinstantie Argonaut en verzocht om een andere instantie. De rechtbank oordeelde dat verweerder op grond van artikel 9 van de Participatiewet gerechtigd was om een belastbaarheidsonderzoek op te leggen en dat de toevoeging van artikel 55 van de Participatiewet aan het besluit niet onterecht was.
De rechtbank concludeerde dat de besluiten van verweerder op een juiste wettelijke grondslag waren gebaseerd en dat er geen reden was om te oordelen dat verweerder niet in redelijkheid gebruik kon maken van zijn bevoegdheid om een belastbaarheidsonderzoek op te leggen. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond, wat betekent dat eiser geen gelijk kreeg in zijn bezwaar tegen het besluit van verweerder. De uitspraak werd openbaar gemaakt en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.