ECLI:NL:RBAMS:2018:3620
Rechtbank Amsterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot wraking van bestuursrechter wegens kennelijke niet-ontvankelijkheid
Op 20 februari 2018 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een wrakingsprocedure. Verzoekster had een verzoek tot wraking ingediend tegen mr. A.D. Belcheva, de behandelend bestuursrechter, op basis van vermeende vooringenomenheid. Verzoekster stelde dat er contact was geweest tussen de rechter en de wederpartij, wat volgens haar de onpartijdigheid van de rechter in gevaar zou hebben gebracht. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat uit de brief van 18 december 2017 niet blijkt van dergelijk contact. De brief betrof een gebruikelijk verzoek van de griffier aan de wederpartij om stukken en een verweerschrift in te dienen. De rechtbank concludeerde dat er geen bewijs was dat mr. Belcheva partijdig was en dat het verzoek tot wraking niet betrekking had op de met de behandeling van de zaak belaste rechter. Daarom werd het verzoek als kennelijk niet-ontvankelijk afgewezen. De beslissing werd genomen zonder mondelinge behandeling, omdat er geen aanleiding was voor een verdere discussie over de gegrondheid van het verzoek. De rechtbank verklaarde verzoekster kennelijk niet-ontvankelijk in haar verzoek tot wraking, en tegen deze beslissing stond geen rechtsmiddel open.