ECLI:NL:RBAMS:2018:3614
Rechtbank Amsterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking van de rechter-commissaris in een strafzaak met betrekking tot getuigenverhoor en proces-verbaal van meineed
In deze zaak heeft de rechtbank Amsterdam op 30 januari 2018 een verzoek tot wraking afgewezen. Het verzoek was ingediend door de raadsman van de verdachte, die meende dat de rechter-commissaris, mr. J.O. Rutten, partijdig was in de behandeling van de strafzaak waarin zijn cliënt verdacht werd van moord en poging tot doodslag. De wraking was gebaseerd op de beslissing van de rechter om een getuige afgeschermd te horen in een speciale locatie, De Bunker, en om geen proces-verbaal van meineed op te maken na een verzoek van de raadsman. De rechtbank overwoog dat de rechter-commissaris op basis van een dreigingsanalyse van de officier van justitie had besloten tot deze maatregelen ter bescherming van de getuige. De rechtbank oordeelde dat de rechter-commissaris haar beslissingen voldoende had gemotiveerd en dat er geen objectieve aanwijzingen waren voor partijdigheid. De rechtbank benadrukte dat de vrees voor partijdigheid van de verzoeker niet objectief gerechtvaardigd was en dat de rechter-commissaris zich rekenschap had gegeven van de bezwaren van de verdediging. De beslissing van de rechtbank is definitief en er staat geen zelfstandig rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.