Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
vonnis van de kantonrechter
[eiser]
de besloten vennootschap Tele2 Nederland B.V.
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
- dagvaarding van 28 november 2016 met producties;
- antwoord met producties;
- instructievonnis;
- repliek, tevens akte vermeerdering van eis met producties;
- dupliek met producties;
- akte uitlating producties van [eiser] ;
- dagbepaling pleidooi;
- fax van Tele2 met bijlagen d.d. 17 januari 2018;
- dagbepaling pleidooi;
- pleidooi tevens comparitie van partijen;
- dagbepaling vonnis.
18 januari 2018 op verzoek van [eiser] - plaatsgevonden op 20 maart 2018. [eiser] is verschenen, vergezeld door mr. R. ten Heuw, de gemachtigde. Namens Tele2 is [naam 1] verschenen, vergezeld door mr J. Fleming, mr. D.L. Barbiers en mr. O.J.W. Schotel, de gemachtigden. De gemachtigden van beide partijen hebben een pleitnota overgelegd en voorgedragen. Partijen zijn vervolgens gehoord en hebben vragen van de kantonrechter beantwoord. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van hetgeen is besproken. Ten slotte is vonnis bepaald op heden.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
Feiten
Op de overeenkomst staat vermeld Tele2 contract mobiele aansluiting, naam verkoper: Belsimpel.nl. Tevens staat vermeld:
Door de ondertekening van deze overeenkomst verleent u toestemming aan Tele2 om tot wederopzegging automatisch de kosten voor het gebruik van de Tele2 aansluitingen af te schrijven van bovenstaand rekeningnummer.Door de ondertekening van deze overeenkomst accepteert u de algemene voorwaarden van Tele2 Mobiel.
(..) de overeenkomst wordt aangegaan voor onbepaalde tijd,(…), tenzij uitdrukkelijk anders is overeengekomen, en wordt na verloop van deze periode stilzwijgend verlengd voor onbepaalde tijd, tenzij de klant het Abonnement opzegt tegen het eind van de initieel overeengekomen periode, met een opzegtermijn van 1 maand.
Vordering en verweer
- voor recht te verklaren dat de in de dagvaarding genoemde overeenkomst voor het toestelgedeelte tussen [eiser] en Tele2 niet van kracht is geworden;
- voor recht te verklaren dat de betaalde gelden ten aanzien van het toestelgedeelte van de in de dagvaarding genoemde overeenkomst (inclusief rente en kosten) door [eiser] aan Tele2 onverschuldigd zijn betaald en Tele2 te veroordelen tot terugbetaling van deze bedragen zijnde € 349,00 en € 69,80, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum van iedere betaling, althans vanaf een door de rechtbank vast te stellen datum;
- voor recht te verklaren dat Tele2 de betaalde gelden voor het toesteldeel na stilzwijgende verlening van abonnement aan [eiser] onverschuldigd zijn betaald en Tele2 te veroordelen tot terugbetaling van deze bedragen zijnde € 17,45, vermeerderd met de wettelijke rente van de datum van iedere betaling, althans vanaf een door de rechtbank vast te stellen datum;
- de proceskosten.
Voorts vordert [eiser] voorts subsidiair, meer subsidiair en uiterst subsidiair zoals in de dagvaarding omgeschreven.
abonnement is na afloop van de overeengekomen 24 maanden op grond van artikel 3.2 van de algemene voorwaarden stilzwijgend verlengd. [eiser] heeft na de normale looptijd van zijn abonnement nog 1 maand (juli 2016) doorbetaald voor zijn reeds afbetaalde telefoon, terwijl er geen lening meer was en het toestel al was afbetaald. [eiser] heeft pas na de berichtgeving in de krant naar aanleiding van het arrest van de Hoge Raad ontdekt dat Tele2 niet aan haar wettelijke verplichtingen heeft voldaan bij het aangaan van deze overeenkomst. [eiser] heeft een bedrag van
€ 349,00 onverschuldigd betaald. Voor de berekening van dit bedrag is [eiser] uitgegaan van de gemiddelde prijs van het betreffende telefoontoestel. Tele2 heeft naast afbetaling van de telefoon ook rente en kosten in rekening gebracht. Hoe hoog deze kosten zijn is door [eiser] niet te achterhalen, [eiser] gaat uit van € 69,80; 10 % van de toestelwaarde op jaarbasis.
heeft aan zijn ongedaanmakingsverplichtingen voldaan, nu de telefoon in het bezit is van Dynafix, de door Tele2 aangewezen reparateur.
Subsidiair stelt [eiser] dat de restwaarde van het toestel € 0,00 is, omdat het toestel defect was.
Verweer
- primair: Tele2 heeft op basis van de gegevens die Belsimpel aanleverde de overeenkomst met betrekking tot het abonnement met [eiser] gesloten. De telefoon is verkocht en geleverd door Belsimpel. Dit type telefoon is niet in het assortiment en systemen van Tele2 opgenomen. Tele2 weet niet tegen welke inkoopprijs Belsimpel deze heeft ingekocht.
Partijen zijn geen all-in abonnement overeengekomen; Tele2 leverde alleen de diensten, niet de telefoon. De prijs van het abonnement bestond onder andere uit de kosten voor de huur van het netwerk van T-Mobile en commissiekosten (inclusief een zogenaamde handsetfee; een aan Belsimpel betaalde vergoeding voor levering van de telefoon). Deze commissie voor het geleverde toestel is verdisconteerd in de overeengekomen maandelijkse abonnementsprijs.
De commissie die Tele2 aan Belsimpel heeft betaald is een abstract bedrag. Het is niet specifiek afgestemd op de in- of verkoopwaarde van de telefoon. Deze commissie kan niet worden beschouwd als een krediet of koop op afbetaling.
Tele2 leverde alleen de telecommunicatiediensten en heeft het abonnement ook niet in de markt gezet als een abonnement waarbij de telefoon “gratis” is verstrekt. Dit abonnement is geldig.
- Het (krediet voor het) toestel is verstrekt door Belsimpel en voldoet aan het in artikel 7A:1576 lid 2 BW vereiste dat de koopsom moet zijn bepaald; de prijs van het toestel staat in de overeenkomst vermeld en bedraagt € 0,00.
- Er is geen sprake van onrechtmatig handelen of oneerlijke handelspraktijken.
- Tele2 betwist de door [eiser] gestelde waarde van de telefoon. De prijs voor een vergelijkbaar sim only abonnement bedroeg in totaal € 20,00 per maand. De korting die [eiser] heeft gekregen op zijn abonnement dient geheel, dan wel voor de helft te worden toegerekend aan het toesteldeel van het abonnement. Uit vergelijking met sim only abonnementen blijkt dat [eiser] nooit meer heeft betaald dan de door hem gestelde waarde van de telefoon.
- Tele2 betwist dat de overeenkomst stilzwijgend is verlengd; op 3 juli 2016 is een tweede dienstverleningsovereenkomst tot stand gekomen.
- [eiser] heeft nog niet aan zijn ongedaanmakingsverplichtingen voldaan; het toestel is niet in het bezit van Tele2, maar is afgegeven aan Dynafix.
- subsidiair: artikel 6:278 BW staat in de weg aan een opportunistisch beroep op de artikelen 7A:1576 lid 2, 7:60 en 7:61 BW. Het gestelde verzuim om de prijs op te splitsen in een toestelkredietdeel en een telecomdienstendeel heeft niet tot schade of aantasting van de belangen van [eiser] geleid, terwijl Tele2 ernstig in haar belangen wordt geschaad wanneer [eiser] gebruikmaakt van zijn vernietigingsbevoegdheid.
-De sanctie nietigheid dan wel vernietiging van de telefooncomponent van de overeenkomst is een onevenredig hoge sanctie en daarmee in strijd met de richtlijn consumentenkrediet.
-Tele2 beroept zich op verrekening van enige verplichting die op haar eventueel zou rusten met de op [eiser] rustende verplichting op grond van artikel 6:248 BW.
-Tele2 betwist de door [eiser] gevorderde wettelijke rente over de gevorderde bedragen vanaf de datum dat de betalingen door [eiser] zijn gedaan. Tele2 was niet te kwader trouw.
Beoordeling
Bij het abonnement is een telefoon begrepen.
Volgens Tele2 heeft Belsimpel de telefoon aan [eiser] geleverd en Tele2 aan Belsimpel een vergoeding (commissie) verstrekt voor de levering van deze telefoon aan [eiser] . Deze commissie voor het geleverde toestel is verdisconteerd in de overeengekomen maandelijkse abonnementsprijs.
In de overeenkomst en op de factuur staat vermeld dat de prijs van de telefoon € 0,00 bedraagt.
De omstandigheid dat, zoals Tele2 stelt, deze telefoon door Belsimpel aan [eiser] is verstrekt en zij niet op de hoogte is van de prijs van deze telefoon, maakt dat niet anders. Tele2 heeft immers aan Belsimpel een vergoeding betaald voor levering van de telefoon en deze vergoeding aan [eiser] doorberekend. Bij het vaststellen van de strekking van de betreffende overeenkomst komt namelijk bijzonder gewicht toe aan het perspectief en de belangen van de consument. De gebezigde vormgeving, benaming en formulering van de overeenkomsten, die door de aanbieder(s) worden bepaald en niet door de consument, kunnen niet beslissend zijn, omdat anders de beoogde bescherming van de consument zou kunnen worden ontgaan. (Hoge Raad 13 juni 2014 ECLI: NL:HR: 2014:1385).
Dat Tele2 naast een vergoeding voor de telefoon rente en kosten in rekening heeft gebracht, wordt door Tele2 gemotiveerd betwist en is ook niet gebleken.
Naar het oordeel van de kantonrechter is dit een doeltreffende, afschrikwekkende en evenredige sanctie op het niet voldoen aan de consumentbeschermende informatieverplichtingen, welke tot doel hebben de consument te beschermen, met name tegen overkreditering. (r.o. 3.4.2. Hoge Raad 13 juni 2014, ECLI:NL:HR:2014:1385). Dat het ingrijpende en kostbare gevolgen heeft voor Tele2 als meerdere consumenten een vordering als de onderhavige tegen haar instellen, kan niet tot een ander oordeel leiden.
Partijen zijn bij het sluiten van de overeenkomst een korting overeengekomen van € 15,00 per maand voor de duur van 24 maanden. Gelet op de hoogte van de korting, het feit dat [eiser] deze korting 24 maanden op de abonnementsprijs heeft ontvangen en de door [eiser] gestelde waarde van de telefoon, wordt de helft van de korting toegerekend op de afbetaling van de telefoon.
Gelet op het voorgaande gaat de kantonrechter ervan uit dat een bedrag van € 300,00 (€ 12,50 per maand) toe te rekenen is als afbetaling van de telefoon gedurende de looptijd van de overeenkomst. [eiser] heeft na voortzetting van de overeenkomst € 40,00 per maand aan abonnementskosten, zonder korting, betaald, terwijl niet in geschil is dat de telefoon inmiddels was afbetaald. Dat, zoals Tele2 stelt, na afloop van het abonnement tussen partijen een nieuwe overeenkomst tot stand is gekomen op grond waarvan [eiser] € 40,00 per maand zou gaan betalen, wordt door [eiser] gemotiveerd betwist en is niet gebleken.
Uit het voorgaande vloeit voort dat [eiser] uiteindelijk over een periode van totaal 24 maanden een bedrag van € 300,00 en een maand € 20,00 te veel heeft voldaan.
Op grond van het voorgaande gaat de kantonrechter er daarom van uit dat [eiser] een bedrag van € 320,00 onverschuldigd heeft betaald.
mag gelet op hetgeen de Hoge Raad in r.o. 3.15 van zijn arrest van 12 februari 2016, ECLI:NL:HR:2016:236 heeft overwogen volstaan met teruggave van het toestel in de staat waarin dit zich op het moment van teruggave bevindt. Dat moment ligt, zoals de Hoge Raad overweegt, echter niet reeds op het moment van de ontvangst van het toestel, nu de consument niet geacht kan worden te weten dat niet aan de uit artikel 7:61 lid 2 BW of artikel 7A:1575 lid 2 BW voortvloeiende informatieverplichtingen is voldaan, maar op het moment dat [eiser] in verzuim is.
Zelfs indien wordt aangenomen dat [eiser] het toestel nog niet heeft afgegeven aan Tele2, heeft Tele2 niet gesteld welk belang hij heeft bij teruggave van deze kapotte telefoon. De reparatiekosten ad € 411,40 overtreffen immers ruimschoots de waarde van de telefoon op het moment van het inroepen van de nietigheid, dan wel vernietigbaarheid door [eiser] . Mitsdien is [eiser] niet gehouden enige vergoeding van de waarde in de staat waarin dit toestel zich op het moment van teruggave bevindt aan Tele2 te betalen.
Uit de omstandigheid dat [eiser] pas na publicatie van het eerste telefoon arrest van de Hoge Raad in 2014 de nietigheid dan wel vernietiging van de overeenkomst heeft ingeroepen, blijkt niet dat [eiser] uit opportunistische motieven en met het enkele doel een slaatje te slaan uit de inmiddels ingetreden waardevermindering van het telefoontoestel, de overeenkomst pas in 2016 heeft vernietigd, dan wel een beroep op de nietigheid heeft gedaan. Het feit dat [eiser] na afloop van de abonnementstermijn hetzelfde bedrag is blijven betalen is eerder een sterke aanwijzing dat hij niet op de hoogte was van zijn wettelijke rechten en dat er geen sprake is geweest van zogenaamd strategisch gedrag. Dat [eiser] zich uiteindelijk heeft gewend tot “Consumenten-Claim”, een commerciële consumentenorganisatie, maakt dat niet anders. Mitsdien is er ook geen grondslag voor een vergoeding op grond van artikel 6:278 BW.
Deze wetsbepalingen beogen de consument te beschermen tegen onjuiste, onvergelijkbare en anderszins gebrekkige informatie en te bewerkstelligen dat de consument goed geïnformeerd en weloverwogen beslissingen neemt over de voordelen en risico’s van een relatief kostbare aankoop als een mobiele telefoon. Dat, zoals Tele2 stelt, [eiser] geen enkel nadeel heeft geleden van de gedragingen van Tele2, is derhalve, voor zover al juist, niet relevant.