Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM,
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
4.Strafbaarheid
- vermeld dat het EAB betrekking heeft op
- het feitencomplex weergegeven;
- zevenwettelijke kwalificaties naar Frans recht genoemd, te weten:
illegale handel in verdovende middelen en psychotrope stoffen.
- dat op het hiervoor onder 1 vermelde strafbare feit naar het recht van Frankrijk een vrijheidsstraf met een maximum van één jaar is gesteld;
- dat op de overige hiervoor vermelde strafbare feiten naar het recht van Frankrijk een vrijheidsstraf met een maximum van tien jaar is gesteld.
illegale handel in verdovende middelen en psychotrope stoffenheeft kunnen aanduiden. Dat betekent volgens de raadsman dat ten aanzien van deze strafbare feiten de dubbele strafbaarheid moet worden getoetst. Nu deze strafbare feiten naar Frans recht geen equivalent in Nederland kennen, moet de overlevering ten aanzien van deze feiten worden geweigerd, aldus de raadsman.
zesstrafbare feiten als een kennelijke verschrijving aanmerkt, omdat vervolgens in het EAB melding is gemaakt van
zevenwettelijke kwalificaties naar Frans recht.
illegale handel in verdovende middelen en psychotrope stoffenheeft kunnen brengen. Dat is niet het geval voor wat betreft het deel van het feitencomplex dat valt onder het hiervoor onder 1 vermelde strafbare feit naar Frans recht. Daarvoor kan naar Frans recht namelijk maximaal één jaar vrijheidsstraf worden opgelegd, terwijl voor het van toepassing zijn van een lijstfeit is vereist dat er tenminste maximaal drie jaar vrijheidsstraf voor het strafbare feit kan worden opgelegd.
onregelmatig misbruik van verdovingsmiddelen– is echter wel strafbaar naar Nederlands recht. Daarbij is niet van belang of er naar Nederlands recht een equivalent is voor het voormelde strafbare feit naar Frans recht. Ten aanzien van het onderliggende feitencomplex moet immers worden bezien of dit een strafbaar feit naar Nederlands recht oplevert. Dat is het geval, omdat de feitelijke handelingen die naar Frans recht worden gekwalificeerd als
onregelmatig misbruik van verdovingsmiddelenook het bezitten van verdovende middelen impliceren, wat naar Nederlands recht strafbaar is. Daarbij geldt dat bij zowel voormeld strafbaar feit naar Frans recht als voormeld strafbaar feit naar Nederlands recht hetzelfde rechtsgoed wordt beschermd, te weten de volksgezondheid.
onregelmatig misbruik van verdovingsmiddelen– niet in redelijkheid onder het lijstfeit heeft kunnen scharen vanwege het niet toereikende strafmaximum naar Frans recht.
5.De garantie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de OLW
- medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder A van de Opiumwet gegeven verbod;
- medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod;
- medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.
6.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 13, eerste lid, aanhef en onder a, OLW
- de drugs zijn ingevoerd in Frankrijk;
- de Franse rechtsorde is hierdoor geschokt;
- de bewijsmiddelen bevinden zich op Frans grondgebied;
- het onderzoek is in Frankrijk aangevangen.
7.Detentieomstandigheden
8.Slotsom
9.Toepasselijke wetsartikelen
10.Beslissing
[naam opgeëiste persoon] ,aan de Procureur van de Republiek bij het Tribunal de Grande Instance te Verdun (Frankrijk) ten behoeve van het in Frankrijk tegen hem gerichte strafrechtelijk onderzoek naar de feiten waarvoor zijn overlevering wordt verzocht.