Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 17 april 2018 in de zaak tussen
[naam eiseres] , te Amsterdam, eiseres
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 17 april 2018.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 17 april 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een voormalige OK-assistente, en de raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) over de vaststelling van haar arbeidsongeschiktheid in het kader van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO). Eiseres ontving een WAO-uitkering en was het niet eens met de mate van arbeidsongeschiktheid die door het UWV was vastgesteld. In het primaire besluit van 14 december 2016 werd haar arbeidsongeschiktheid vastgesteld op 45 tot 55%. Na bezwaar en aanvullend onderzoek werd deze mate herzien naar 65 tot 80% in het bestreden besluit van 11 augustus 2017. Eiseres ging in beroep tegen dit besluit, waarbij zij aanvoerde dat haar medische beperkingen te licht waren vastgesteld en dat er onvoldoende rekening was gehouden met haar medische voorgeschiedenis.
De rechtbank heeft het procesverloop en de medische rapportages van de verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen beoordeeld. De rechtbank oordeelde dat de rapporten zorgvuldig tot stand waren gekomen en dat de conclusies van het UWV gerechtvaardigd waren. Eiseres had geen nieuwe medische feiten aangedragen die de beoordeling konden veranderen. De rechtbank concludeerde dat het bestreden besluit op een deugdelijke medische en arbeidskundige grondslag berustte en verklaarde het beroep ongegrond. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldige rapportages van verzekeringsartsen en de rol van de rechtbank in het toetsen van deze rapportages.