4.4.Bewijsmiddelen
Ten aanzien van feit 1:
Een proces-verbaal van bevindingen met nummer PL1300-2017121058-36 van 10 juni 2017, in wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren
[opsporingsambtenaar 1] en [opsporingsambtenaar 2] (doorgenummerde pagina’s B 7-11).
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van verbalisanten, zakelijk weergegeven:
Op 10 juni 2017 te 7:10 uur hoorden wij dat er een steekpartij had plaatsgevonden op het adres [adres] te Amsterdam . Om 7:17 uur kwamen wij ter plaatse.
(…)
Ik, verbalisant [opsporingsambtenaar 1] , hoorde een vrouw, zij gaf op genaamd te zijn [persoon 4] , zeggen: “Ik weet niet waar mijn vriend [persoon 1] is. Hij is een lieve jongen en hij probeerde de ruzie juist te sussen.”
Ik hoorde, verbalisant [opsporingsambtenaar 2] , tegen [persoon 4] zeggen dat er een slachtoffer in het trappenhuis is gevonden en dat hij is overleden. [persoon 4] gaf het signalement op van haar vriend [persoon 1] .
Ik hoorde [persoon 4] zeggen dat het dan niet anders kan dat het [persoon 1] is.
Een geschrift, zijnde het rapport ‘Pathologie onderzoek naar aanleiding van een mogelijk niet natuurlijke dood’, met zaaksnummer 2017.06.12.016 van 29 december 2017, opgesteld door arts en patholoog M. Buiskool, als deskundige verbonden aan het Nederlands Forensisch Instituut, met bijlagen (doorgenummerde pagina’s B 624-652).
Dit geschrift houdt onder meer in, zakelijk weergegeven:
Overledene [persoon 1] , [geboortedag 2] 1993.
De bovengenoemde persoon is overleden te Amsterdam, [adres] op 10 juni omstreeks 7.55 uur.
Bij sectie op het lichaam van [persoon 1] 23 jaren oud geworden, wordt het intreden van de dood verklaard door verbloeding als gevolg van uitwendig mechanisch scherprandig perforerend geweld (1 steekwond aan de buik).
Ten aanzien van feit 2:
Een proces-verbaal van bevindingen met nummer PL1300-2017121058-11 van
10 juni 2017, in wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [opsporingsambtenaar 3] en [opsporingsambtenaar 4] (doorgenummerde pagina’s B 1-2).
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van verbalisanten, zakelijk weergegeven:
Op 10 juni 2017 omstreeks 7:10 uur kwamen ter plaatse op de [adres] . Wij zagen een man op de grond liggen. Wij zagen dat de man helemaal onder het bloed zat. De man verklaarde “ [persoon 2] ” te heten. Ik hoorde mevrouw [persoon 5] mij vertellen dat zij de vriendin van meneer [persoon 2] was, het slachtoffer dat gewond op straat lag na aanleiding van een steekpartij. Zij verklaarde het volgende: “ [verdachte] is met [persoon 2] vervolgens in de slaapkamer gegaan. Ik hoorde geschreeuw komen uit de slaapkamer. Toen ik de deur van de slaapkamer opende, zag ik dat [verdachte] met een mes aan het steken was in [persoon 2] .”
Een proces-verbaal van aangifte van [persoon 2] met nummer PL1300-2017121058-1 van 13 juni 2017, in wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [opsporingsambtenaar 5] en [opsporingsambtenaar 6] met bijlagen (doorgenummerde pagina’s B 109-120).
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van aangever, zakelijk weergegeven:
Wij waren in de nacht van 10 juni 2017 op een feest van een collega van [persoon 4] . Het was in [buurt] . (…)
NN2 deed de deur van de slaapkamer open ik liep achter hem aan. Toen we binnen waren sloot NN2 de deur.
Voordat we het gesprek begonnen veranderde hij in een soort monster. Hij begon mij meteen te vuisten. Ik dacht in ieder geval dat het slagen waren maar het bleek dat hij mij steeds aan het steken was. ik zag dat hij in een soort kickboxstand stond en met zijn lichaam naar mij toe kwam.
Ik had toen nog niet door dat ik gestoken werd. Pas toen ik het bloed zag wist ik het.
Nadat hij zo’n vijf keer op mij was ingeklapt voelde ik opeens een warmte op mijn borstkas en op de plekken waar hij mij sloeg.
Toen ik in het AMC ziekenhuis kwam hebben de doktoren mij geholpen. Ze zeiden dat ik door de steekwonden letsel had aan mijn lever en dat mijn logen bijna geraakt waren.
Een geschrift, zijnde een medische verklaring van 11 juni 2017, opgesteld door arts-assistent Chirurgie J. van Hilst, (doorgenummerde pagina’s B 119-120).
Dit geschrift houdt onder meer in, zakelijk weergegeven:
4x steekverwonding abdomen, thorax en rechter schouder met op CT-abdomen een leverlaceratie segment 3/4a zonder blush.
Ten aanzien van feit 1 en 2:
Een proces-verbaal van verhoor verdachte met nummer 2017121058 van 11 juni 2017, in wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [opsporingsambtenaar 7] en [opsporingsambtenaar 8] (doorgenummerde pagina’s PD 12-18).
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van verdachte, zakelijk weergegeven:
Vervolgens trok [persoon 2] mij de kamer van het kindje in en deed de deur achter mij dicht. Ik raakte in paniek en pakte mijn mes uit mijn zak en toen gebeurde het eigenlijk.
Toen vloog de deur open en toen kwam zijn kompaan. Ik moest mezelf ook tegen hem verdedigen. Hij zag dat ik een mes had.
Toen hoorde ik dat ze klopten en zeiden “Politie open doen”. Ik wist niet was ik moest doen en toen ging ik naar de tuin. Ik had toch iemand met een mes verwond.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 11 april 2018, inhoudende de eigen verklaring van verdachte, zakelijk weergegeven:
Ik had wel door dat ik [persoon 2] had gestoken. Ik weet niet precies hoe vaak ik hem heb gestoken, een aantal keer. Ik wist dat hij gewond was. Ik was gestopt met steken toen de deur open ging. In mijn beleving kwam [persoon 1] vervolgens op mij af en heb ik een afweerbeweging gemaakt en heb ik hem daardoor geraakt. Het was een reflex.