ECLI:NL:RBAMS:2018:2492
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Sluiting horecabedrijf na aantreffen handgranaat en verzoek om voorlopige voorziening
Op 18 april 2018 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak tussen de (waarnemend) burgemeester van Amsterdam en de besloten vennootschap S & H Horeca B.V. De burgemeester had op 22 maart 2018 spoedeisende bestuursdwang toegepast door de horecagelegenheid van verzoekster te sluiten na het aantreffen van een handgranaat voor de deur. Verzoekster maakte bezwaar tegen het sluitingsbevel en vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening, zodat de horecagelegenheid tijdens de bezwaarprocedure weer geopend kon worden. De voorzieningenrechter heeft op 16 april 2018 de zitting gehouden, waar verzoekster en haar vennoten aanwezig waren, samen met hun gemachtigde. De burgemeester werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigden.
De voorzieningenrechter overwoog dat er een afweging gemaakt moest worden tussen het belang van verzoekster om de horecagelegenheid te exploiteren en het belang van de burgemeester om de openbare orde te handhaven. De voorzieningenrechter concludeerde dat de sluiting voor onbepaalde tijd gerechtvaardigd was, gezien het gevaar voor de openbare orde dat het aantreffen van de handgranaat met zich meebracht. De burgemeester had beleid opgesteld voor het toepassen van spoedeisende bestuursdwang, waarbij in beginsel horecagelegenheden voor onbepaalde tijd gesloten worden bij gevaar voor de openbare orde.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de burgemeester voldoende rekening had gehouden met de belangen van verzoekster, maar dat het belang van de openbare orde zwaarder woog. De voorzieningenrechter wees het verzoek om een voorlopige voorziening af, omdat de sluiting voldoende was gemotiveerd en niet disproportioneel was. Er werd geen rechtsmiddel tegen deze uitspraak open gesteld.