Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
the Regional Court in Poznań(Polen) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
the District Court Poznań-Nowe Miasto and Wilda in Poznańvan 5 september 2014, met kenmerk VI K 798/14, waarbij een gevangenisstraf is opgelegd van 1 jaar, die volgens het EAB nog volledig moet worden uitgezeten;
the Regional Court of Poznańvan 17 augustus 2015, met kenmerk XVI K 130/14, in hoger beroep aangepast bij beslissing van
the Court of Appeal in Poznańvan 19 januari 2016, met kenmerk: AKa 181/15, waarbij een gevangenisstraf is opgelegd van 2 jaar en 6 maanden, waarvan volgens het EAB nog 1 jaar, 1 maand en 1 dag resteert;
the Regional Court of Poznańvan 4 november 2016, met kenmerk XVI K 16/16, in hoger beroep aangepast bij beslissing van
the Court of Appeal in Poznańvan 22 maart 2017, met kenmerk: AKa 25/17, waarbij een gevangenisstraf is opgelegd van 5 jaar, die volgens het EAB nog volledig moet worden uitgezeten.
4.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 12 OLW
the Court of Appeal in Poznańvan 9 maart 2017, en dat deze advocaat op 27 maart 2017 de uitspraak van de
the Court of Appeal in Poznańvan 22 maart 2017 (AKa 25/17) heeft ontvangen.
5.Strafbaarheid
6.Dreigende schending van de fundamentele rechten van de opgeëiste persoon
7.Detentieomstandigheden in de uitvaardigende lidstaat
8.Slotsom
9.Toepasselijke wetsbepalingen
10.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan
the Regional Court in Poznań(Polen) ten behoeve van de tenuitvoerlegging van de vrijheidsstraffen, te ondergaan op het grondgebied van de uitvaardigende lidstaat, wegens de feiten waarvoor zijn overlevering wordt verzocht.