3.3.2.Feiten en omstandigheden ten aanzien van de feiten 1, 3 en 4
Voordat de rechtbank specifiek ingaat op het onder 1, 3 en 4 ten laste gelegde, zal eerst een algemeen beeld worden geschetst dat uit het dossier naar voren komt.
In het dossier bevinden zich verklaringen van verschillende vrouwen. Deze vrouwen hebben, kort samengevat, het volgende verklaard.
Op 31 mei 2014 zou [naam 1] overnachten op de [adres 1] te [plaats] . Via Couchsurfing had zij contact met [naam 2] , die haar dit adres had opgegeven. [naam 2] gaf haar eten en drinken. Toen [naam 1] geen alcohol wilde drinken, werd [naam 2] boos. Hij zei een “
one night stand is fine” en dat de meesten aan couchsurfen doen om seks te hebben. [naam 1] voelde zich niet prettig en maakte aanstalten om weg te gaan. Hierop pakte [naam 2] haar bij haar armen en drukte haar op de bank in de woonkamer. Even later begon [naam 2] aan [naam 1] te zitten. Hij raakte haar aan bij haar bovenbeen. [naam 1] is hierna vertrokken.
Op 29 augustus 2014 kwam [slachtoffer 3] via Couchsurfing overnachten bij [naam 2] op de [adres 1] . Hij had voor haar gekookt en bood haar shots aan. De shots waren draderig en vezelachtig. Toen wilde hij haar een massage geven op de bank. Kort daarna raakte ze weg. Toen ze wakker werd, was ze naakt en was [naam 2] haar aan het penetreren.
Eind januari 2015 sliep [naam 3] in het kader van Couchsurfing twee nachten bij [naam 2] op de [adres 1] . De eerste avond gaf hij haar veel drankjes. Op een gegeven moment had zij een black-out. Ze werd midden in de nacht wakker met een vergiftiging en kon zich niet meer herinneren hoe zij in bed was gekomen.
Op 28 maart 2015 kwam [naam 4] overnachten op de [adres 1] . Via Couchsurfing had zij contact met [naam 5] , via facebook met [naam facebook] en eenmaal bij hem aangekomen in de [adres 1] zei hij dat hij [naam 2] heette. Hij bood haar drugs en daarna een typisch Nederlands drankje aan. Plotseling voelde zij zich erg zwak en leken de beelden voor haar ogen stil te staan. Ze vroeg hem of ze seks hadden gehad, omdat haar onderbroek nat was. Hij gaf toe dat ze seks hadden gehad. Later herinnerde ze zich dat hij haar jeans had uitgetrokken en dat hij had gezegd “
ik wil je neuken”. Zij antwoordde dat zij dat niet kon doen, omdat ze een vriend had. Toen zij even later voelde dat hij in haar zat, vroeg zij hem hiermee te stoppen. Verder kan zij zich weinig herinneren.
Op 29 mei 2015 kwam [slachtoffer 2] via Couchsurfing overnachten bij [naam 2] op de [adres 1] . Zij hadden MDMA genomen en hij bood haar een typisch Amsterdams drankje aan. Het shotje smaakte zout. Vlak na de shots voelde zij zich licht in haar hoofd en werd ze duizelig. Daarna kan ze zich niet veel meer herinneren. Hij vertelde haar dat ze seks hadden gehad.
Op 28 augustus 2015 sliep [naam 6] op de [adres 1] . Via Couchsurfing had zij contact met [naam 7] . Hij bood haar een typisch Nederlands drankje aan. Toen begon zij zich vreemd en beroerd te voelen. Zij moest twee keer overgeven en viel vervolgens voor een paar uur in slaap.
Op 25 september 2015 kwam [naam 8] overnachten op de [adres 1] . Via Couchsurfing had zij contact met [naam 7] . Na aankomst kreeg zij een Nederlands drankje, jenever, aangeboden. Meteen daarna begon ze de controle over zichzelf te verliezen. Ze weet niet meer wat er daarna is gebeurd, omdat ze compleet buiten bewustzijn was.
Op 5 januari 2016 kwam [naam 9] via Couchsurfing overnachten bij [naam 10] op de [adres 1] . Ze had bij hem een shotje alcohol genomen en dat smaakte extreem zout. Ze voelde zich raar voordat ze ging slapen, alsof het onmogelijk was om haar ogen open te houden. ‘s Nachts werd zij schreeuwend en zwetend wakker en voelde zij zich licht in haar hoofd.
In 2015 en in januari 2016 heeft [naam 11] overnacht op de [adres 1] . Via Couchsurfing had zij bij [naam 10] overnacht. Bij de eerste overnachtingen in 2015 toonde [naam 10] haar foto’s van naakte couchsurfsters die bij hem hadden overnacht. In januari 2016 bleef [naam 10] aandringen dat zij drugs zou gebruiken. Na het innemen van MDMA werd zij afwezig en raakte zij weg. Toen zij weer bijkwam, lag zij nagenoeg naakt op de bank in de kamer. Ook dwong [naam 10] haar om sterke drank te drinken. Daarna kan zij zich niets meer herinneren. Ze werd later die nacht weer naakt op de bank in de woonkamer wakker.
Op 26 maart 2016 kwam [naam 12] via Couchsurfing overnachten bij [naam 10] op de [adres 1] . Hij bood haar MDMA aan en shots van een typisch Nederlands drankje. Behoorlijk snel hierna voelde zij zich heel slecht en moest zij overgeven. Zij vroeg of [naam 10] van glas wilde wisselen met haar, maar dat wilde hij niet.
Op 7 juni 2016 kwam [naam 13] via Couchsurfing overnachten bij [naam 10] op de [adres 1] . Hij bood haar shots van een typisch Nederlands drankje aan. Ze wist niet meer wat er was gebeurd voordat ze ging slapen. Ze hadden niet afgesproken om seks te hebben.
Op 7 juli 2016 overnachtte [slachtoffer 1] op de [adres 1] . Zij had via Couchsurfing contact met [naam 14] . Ze vond het raar dat de naam [verdachte] op het naambordje van de woning stond. Hij bood haar een traditioneel Nederlands drankje aan. Na de shots pakte [verdachte] haar bij haar heupen en legde hij haar op de bank. Hierna kan ze zich niets meer herinneren. De volgende dag vertelde hij haar dat ze seks hadden gehad.
Naast de verklaringen van deze vrouwen bevat het dossier getuigenverklaringen van kennissen van verdachte. Zij hebben, kort samengevat, het volgende verklaard.
[naam 15] zei dat hij een tijdje met een mafkees was omgegaan. Deze mafkees was [verdachte] , maar hij gebruikte ook allemaal andere namen. [naam 15] hoorde verdachte tegen iemand anders verklaren dat hij aan Couchsurfing deed en dat hij veel seks had met die couchsurfsters. Verdachte sprak respectloos over meisjes en zei dingen als “
Ik heb haar uitgewoond”. Ook had verdachte het erover dat hij MDMA gebruikte, omdat er anders niets zou gebeuren. [naam 15] had het vermoeden dat hij de meisjes drogeerde om seks mee te hebben.
[naam 16] had van [naam 15] enkele dingen gehoord over verdachte. Volgens [naam 16] kwam het erop neer dat verdachte via Couchsurfing jonge vrouwen in zijn woning te gast had, hen drugs gaf en uiteindelijk drogeerde met de bedoeling om hen in een bepaalde stemming te krijgen. [naam 15] heeft [naam 16] verteld dat verdachte stiekem iets in de drankjes van de vrouwen deed om seks met ze te kunnen hebben.
Bij de doorzoeking van de woning van verdachte op 8 juli 2016 zijn onder meer de laptops van verdachte in beslag genomen.
De hoofdgebruiker van de laptop van het merk HP Pavillion is “ [Letter] ” en aan dit account is het e-mailadres
[e-mailadres]gekoppeld. Op de laptop zijn meerdere favoriete bookmarks ingesteld. In de categorie “belangrijk” is een website opgeslagen met als titel “grondstof GHB maken”. Ook zijn Couchsurfing-bestanden op de laptop aangetroffen.
Ook is de Macbook Air van verdachte onderzocht. Op de Macbook zijn diverse opnamen aangetroffen die met couchsurfen te maken hadden, zoals opnamen en foto’s van jonge vrouwen en hun Couchsurfing-profiel, en foto’s van drie jonge vrouwen die mogelijk bewusteloos of in staat van onmacht naakt op een bank of bed liggen. Uit onderzoek blijkt dat de foto’s van de naakte vrouwen zijn gemaakt op de [adres 1] . Eén van deze vrouwen is [slachtoffer 1] . Zij heeft zichzelf immers op de foto herkend en verdachte heeft dit bevestigd. Een andere vrouw is hoogstwaarschijnlijk [naam 13] . Ook zij heeft zichzelf immers herkend. Verdachte heeft over de niet aan hem ten laste gelegde onderdelen van het dossier, zoals het gedeelte met betrekking tot [naam 13] , geen verklaring willen afleggen. De rechtbank gaat er gelet op de inhoud van het dossier van uit dat zij op deze foto staat. Hoewel zij naakt op de foto staat, kan zij zich niet herinneren seks te hebben gehad met verdachte. Zij wist niet dat deze foto is genomen en denkt seksueel misbruikt te zijn.
Op de Macbook zijn ook WhatsApp-sessies aangetroffen tussen verdachte en anderen. In deze gesprekken wordt door verdachte gesproken over het zijn van Couchsurfing-host en worden te verwachten couchsurfsters besproken en hun foto’s en gegevens onderling uitgewisseld. In de gesprekken met [naam 15] wordt onder meer de werkwijze van verdachte besproken. Er wordt bijvoorbeeld gesproken over de valse identiteit waarmee verdachte zich op het Couchsurfing-platform voordoet, het mogelijk verstrekken van paddo’s en andere bedwelmende middelen aan couchsurfsters, de seksuele bedoeling bij hem en de gebruikte valse Couchsurfing-profielnamen, zoals [naam 2] , [naam 7] , [naam 10] , [naam 5] en [naam 10] . Ook de gesprekken met [naam 17] bevatten informatie, waaronder de uitwisseling van couchsurfsters, de kennelijke seksuele bedoeling betreffende de couchsurfsters, vaststelling van de identiteit van verdachte en seksuele handelingen.
Verdachte heeft bij de rechter-commissaris bekend verschillende profielnamen voor Couchsurfing te gebruiken, omdat hij – zo begrijpt de rechtbank – met één profiel van het platform is afgegooid.
3.3.4.Modus Operandi
Uit het voorgaande volgt een specifieke modus operandi. Verdachte gebruikte zijn Couchsurfing-profiel(en) om jonge vrouwen naar zijn woning te lokken, waar hij hen in een staat van onmacht dan wel bewusteloosheid bracht met het doel om seks met hen te hebben, ook al stemden zij daar niet mee in.
3.3.4.1. Couchsurfing-profiel(en) en [adres 1]
Alle vrouwen hebben verklaard bij de [adres 1] te zijn gekomen om in het kader van Couchsurfing te overnachten. Uit de eigen verklaring van verdachte, de verklaring van [naam 15] en het onderzoek aan de laptop van verdachte volgt dat verdachte een of meer Couchsurfing-profielen had waarop hij actief was onder valse namen. De jonge vrouwen hebben verklaard via het Couchsurfing-platform contact te hebben gehad en in de [adres 1] te zijn ontvangen door iemand die zich voorstelde [naam 2] , [naam 7] , [naam 10] en [naam 10] . Het onderzoek naar zijn laptop heeft aangetoond dat verdachte onder deze namen actief was. Uit geen enkele omstandigheid is gebleken dat de vrouwen in de [adres 1] zijn ontvangen door een andere man dan met wie zij op het Couchsurfing-platform, of naar aanleiding daarvan via Facebook, contact hadden. Telkens heeft hun contactpersoon hen het adres [adres 1] opgegeven en zijn zij daar ontvangen. Ook is uit de chatgesprekken gebleken dat verdachte vóór aankomst over de te ontvangen couchsurfsters sprak met kennissen. Verdachte stond als enige op de [adres 1] ingeschreven en heeft het hosten van de in het dossier genoemde vrouwen ook niet betwist. De rechtbank gaat er daarom van uit dat de vrouwen kwamen overnachten bij verdachte. Ook is de rechtbank van oordeel dat verdachte zich hierbij heeft voorgedaan als Couchsurfing-host. Immers zijn alle vrouwen met verdachte in contact gekomen via Couchsurfing, waarna hij sommigen heeft verwezen naar zijn Facebook-account. Bovendien wordt er door hem in de chatgesprekken gesproken over het zijn van Couchsurfing-host.
Eenmaal in de woning van verdachte heeft hij de vrouwen eten, drinken en/of drugs aangeboden. Hij bood alle vrouwen shots sterke drank aan. Zes vrouwen hebben verklaard dat hij hen een typisch Nederlands drankje aanbood. Kort na het drinken van deze shots werden de vrouwen onwel, moesten zij overgeven, werden zij slaperig, verloren zij het bewustzijn en/of hadden zij een black-out.
Schakelbewijs ten aanzien van drogeren
De raadsman heeft aangevoerd dat de verklaringen van de vrouwen, die niet op de tenlastelegging voorkomen, niet mogen worden gebuikt als schakelbewijs. De rechtbank verwerpt dit verweer. Hiertoe overweegt de rechtbank als volgt.
Volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad kunnen aangiftes van slachtoffers als schakelbewijs in de zaak van één van de andere slachtoffers worden gebruikt, als er sprake is van een specifieke modus operandi die in de onderscheiden gevallen in overwegende mate overeenkomt. Het moet dan gaan om bewijsmateriaal van die andere feiten dat op essentiële punten belangrijke overeenkomsten vertoont met het bewijsmateriaal van het te bewijzen feit en dat duidt op een specifiek patroon in het gedrag van verdachte, welk patroon herkenbaar aanwezig is in de voor het te bewijzen feit voorhanden bewijsmiddelen. Op 4 juli 2017 heeft de Hoge Raad voorts bepaald dat ‘wanneer aangiftes elkaar op punten als de aard van de seksuele handelingen en de wijze waarop (en eventueel de plaats waar) deze plaatsvonden ondersteunen, voor die afzonderlijke aangiftes kan gelden dat de daarin vervatte verklaring op specifieke punten steun vindt in ander bewijsmateriaal, zodat die verklaring niet op zichzelf staat, maar als het ware is ingebed in een concrete context die bevestiging vindt uit andere bron’ (ECLI:NL:HR:2017:1216). In deze zaak betreffen het verklaringen van buitenlandse vrouwen, die door de jaren heen hebben verklaard. Nergens is uit gebleken dat zij op de hoogte waren van de inhoud van elkaars verklaringen, waardoor hun verklaringen als onafhankelijk worden aangemerkt. De verklaringen zijn bovendien voldoende consistent en gedetailleerd. Hierbij merkt de rechtbank op dat een aantal vrouwen meerdere keren is gehoord, waarbij zij telkens hun eerdere verklaring(en) hebben bevestigd. Ook komen de verklaringen op essentiële punten overeen. Omdat de meeste vrouwen hebben verklaard kort na het drinken van een paar shotjes in een staat van onmacht dan wel bewusteloosheid te zijn geraakt, acht de rechtbank het onwaarschijnlijk dat zij enkel in die staat zijn gekomen door alcoholgebruik. Het effect was bij alle vrouwen ook hetzelfde: shots drinken, kort daarna onwel worden of het bewustzijn verliezen en zich daarna niets meer kunnen herinneren. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat verdachte bewustzijnsverminderende middelen door de drank heeft gemengd. Hierbij zal de rechtbank de verklaringen van [naam 1] , [naam 3] , [naam 8] , [naam 4] , [naam 11] , [naam 6] , [naam 12] , [naam 13] en [naam 9] als schakelbewijs gebruiken met betrekking tot het drogeren.
Over het typisch Nederlandse drankje hebben [slachtoffer 2] , [naam 8] en [slachtoffer 3] verklaard dat zij jenever van het merk Bols hebben gedronken. [slachtoffer 3] heeft verklaard dat het drankje draderig en vezelachtig was, alsof ze haren in haar mond had. [naam 6] heeft verklaard een drankje met kleine stukjes goud, vermoedelijk Goldstrike, te hebben gedronken. [naam 9] en [slachtoffer 2] hebben verklaard dat de shot (extreem) zout smaakte. Het is een feit van algemene bekendheid dat jenever dan wel Goldstrike geen zoute smaak heeft. De zoute smaak zou kunnen duiden op GHB. GHB staat bekend als een liefdesdrug en wordt vaker gebruikt om mensen te drogeren. Daarbij heeft verdachte als favoriete bookmark op zijn laptop een koppeling naar een website ‘grondstof GHB maken’.
De rechtbank stelt vast dat in de woning van verdachte geen GHB is gevonden en dat bij geen van de in de tenlastelegging genoemde vrouwen GHB in het bloed is aangetroffen. Dit laatste kan worden verklaard door het gegeven dat GHB zes à acht uur na inname niet meer in het bloed aantoonbaar is en het bloed van deze vrouwen steeds na een langer tijdsverloop is onderzocht. Bovendien heeft verdachte voorafgaand aan de doorzoeking van zijn woning de gelegenheid gehad om sporen uit te wissen.
Gelet op de tenlastelegging kan de rechtbank in het midden laten welk bewustzijns-verminderend middel verdachte aan de vrouwen heeft gegeven, maar uit de hierboven genoemde bevindingen acht de rechtbank het aannemelijk dat dit het middel GHB is geweest.
3.3.4.3. Seks in de [adres 1]
Op de laptop van verdachte zijn foto’s van naakte vrouwen aangetroffen, onder wie [slachtoffer 1] en [naam 13] . Zij hebben verklaard dat ze niet wisten dat de foto werd genomen. Gelet op de manier waarop zij zijn gefotografeerd, is het goed mogelijk dat zij bewusteloos of in staat van onmacht verkeerden. [naam 4] heeft verklaard dat zij de volgende dag voelde dat haar onderbroek nat was en dat verdachte had gezegd dat zij seks hadden gehad. [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] hebben verklaard na het drinken van de shots door verdachte te zijn verkracht. Verdachte heeft erkend seks te hebben gehad met deze drie vrouwen. [naam 11] heeft verklaard dat zij na de shots en de MDMA opeens naakt op de bank lag. Getuige [naam 15] heeft verklaard dat verdachte over haar zei dat zij een “
vollere kut had gekregen”. Ook heeft [naam 4] verklaard zich later te hebben herinnerd dat verdachte op enig moment met zijn penis in haar was, terwijl zij dat niet wilde. Daarnaast is uit de chatgesprekken gebleken dat verdachte vaker met mannen sprak over seks met couchsurfsters. [naam 16] heeft verklaard dat hij van [naam 15] had vernomen dat verdachte de vrouwen drogeerde met de bedoeling om seks met hen te hebben. [naam 15] heeft verklaard dat verdachte tegen hem zei verdovende middelen met de meisjes te gebruiken, omdat er anders niets zou gebeuren. [naam 15] dacht dat verdachte de meisjes drogeerde om er seks mee te hebben. Hieruit leidt de rechtbank af dat verdachte het doel had om seks te hebben met de couchsurfsters.
3.3.6.Bewezenverklaring van het onder 1, 3 en 4 primair ten laste gelegde
De rechtbank is van oordeel dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan verkrachting van [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] .
Voor een bewezenverklaring van verkrachting in het onderhavige geval is vereist dat het slachtoffer door een feitelijkheid is gedwongen tot het verrichten van seksuele handelingen. De raadsman heeft bepleit dat de seksuele handelingen in alle zaken vrijwillig hebben plaatsgevonden. De rechtbank verwerpt dit verweer en overweegt hiertoe als volgt.
3.3.6.1. Door een feitelijkheid dwingen
Er kan slechts sprake zijn van dwingen als de dader opzettelijk heeft veroorzaakt dat het slachtoffer de in de ten laste gelegde genoemde handelingen tegen haar wil heeft ondergaan. Het bestaan van dwang door een feitelijkheid vereist meer dan een afhankelijkheidsrelatie tussen de dader en het slachtoffer en het daaraan verbonden overwicht van de dader op het slachtoffer (vgl. ECLI:NL:PHR:2007:BA7650). Er moet blijken dat de dader het slachtoffer in zodanige situatie van onmacht heeft gebracht dat zij zich hierdoor niet tegen zijn handelingen kon verzetten. Het brengen in een staat van bewusteloosheid of onmacht kan met het plegen van geweld worden gelijkgesteld (artikel 81 Sr), waardoor dat handelen als dwang door een feitelijkheid als bedoeld in artikel 242 Sr kan worden aangemerkt. Onder punt 3.3.4.2. heeft de rechtbank reeds geoordeeld dat verdachte de vrouwen heeft gedrogeerd. De rechtbank neemt aan dat verdachte de vrouwen door middel van alcoholhoudende dranken heeft gedrogeerd. Het dossier bevat onvoldoende aanknopingspunten om precies vast te stellen op welke wijze verdachte de bewustzijnsverminderende middelen door de drank heeft gemengd of heeft toegediend. De rechtbank zal in de bewezenverklaring dan ook in het midden laten op welke wijze het drogeren heeft plaatsgevonden.
De rechtbank acht bewezen dat verdachte [slachtoffer 1] heeft gedrogeerd en haar daarmee in een staat van onmacht heeft gebracht, waardoor zij zich niet tegen zijn handelingen kon verzetten. [slachtoffer 1] heeft in haar aangifte verklaard, dat zij na het drinken van de shots door verdachte bij haar heupen werd gepakt en op de bank werd neergelegd. Verdachte heeft haar benen omhoog gedaan en [slachtoffer 1] kan zich herinneren dat zij zich angstig voelde. Ook kan zij zich herinneren dat verdachte boven haar was. Ze kon zich niet goed bewegen en probeerde verdachte van haar af te duwen, maar dat lukte niet. Daarna kan ze zich niets meer herinneren. Pas om 05:00 uur werd zij gedesoriënteerd weer wakker. Toen verdachte haar de volgende dag vertelde dat ze seks hadden gehad, schrok zij enorm. Ook heeft zij verklaard, dat zij verdachte had gezegd geen intimiteit met hem te willen en dat zij zich niet uitdagend had opgesteld. De verklaring van [slachtoffer 1] wordt ondersteund door de foto waarop zij naakt en – gelet op de pose – vermoedelijk in bewusteloze staat is te zien. Ook wordt haar verklaring ondersteund door de getuigenverklaring van haar vriendin [naam vriendin] . [naam vriendin] heeft verklaard dat [slachtoffer 1] de volgende dag aan het huilen was en haar vertelde dat ze door verdachte op de grond was geduwd en dat zij zich daarna niets meer kon herinneren. [slachtoffer 1] heeft haar verteld dat zij zich verkracht voelde.
De rechtbank acht bewezen dat verdachte [slachtoffer 2] heeft gedrogeerd en haar daarmee in een staat van onmacht heeft gebracht, waardoor zij zich niet tegen zijn handelingen kon verzetten. [slachtoffer 2] heeft verklaard MDMA te hebben genomen en shots te hebben gedronken. Hierna voelde zij de effecten van alcohol. Toen kwam verdachte terug met een lepel waaraan ze moest likken en een glas met een klein laagje vloeistof. De vloeistof was kleurloos en zout. Na een halfuur kon ze niet meer goed praten, begon ze langzaam na te denken en werd ze dizzy. Vervolgens verloor ze het bewustzijn. Toen zij weer bijkwam kon ze zich moeilijk bewegen. Verdachte heeft haar gedragen naar de bank, omdat zij zelf niet meer goed kon lopen. Toen verdachte haar benen verplaatste, voelde deze heel slap en kon zij die niet bewegen. Ook lukte het haar meerdere keren niet om verdachte weg te duwen met haar hand. Zij heeft meerdere keren tegen verdachte gezegd dat ze geen seks met hem wilde. De verklaring van [slachtoffer 2] wordt ondersteund door het aantreffen van MDMA in haar bloed en de verklaring van de heer [naam 18] , die haar na haar bezoek aan verdachte heeft opgevangen en aan wie ze een vergelijkbaar verhaal als tegen de politie heeft verteld.
De rechtbank acht bewezen dat verdachte [slachtoffer 3] heeft gedrogeerd en haar daarmee in een staat van onmacht heeft gebracht, waardoor zij zich niet tegen zijn handelingen kon verzetten. [slachtoffer 3] heeft verklaard shots te hebben gedronken. Hierna voelde zij zich duizelig, slap, had zij geen kracht in haar armen en moest zij overgeven. Toen verdachte haar op de bank legde, voelde zij zich zwak, kon ze niet spreken en had ze geen kracht meer in haar handen en lichaam. Ze realiseerde zich dat hij haar onderbroek naar beneden trok en dat wilde zij niet. Ze probeerde omhoog te komen en iets te zeggen, maar kon zich niet bewegen. Daarna kon ze zich niets meer herinneren.
De raadsman heeft bepleit dat de seks vrijwillig was en dat dit mede wordt ondersteund doordat [slachtoffer 3] zich de volgende dag afvroeg of zij wel was verkracht en is teruggegaan naar verdachte. Pas nadat de politieagenten haar hadden verteld, dat verdachte een ander meisje had verkracht, zou [slachtoffer 3] aangifte hebben willen doen van verkrachting. Dit zou de aangifte van [slachtoffer 3] hebben besmet. De rechtbank verwerpt dit verweer. Uit de verklaringen van [slachtoffer 3] is gebleken dat zij geen seks met verdachte wilde en dat zij meerdere keren heeft geprobeerd verdachte van zich af te duwen. Ook heeft [slachtoffer 3] in de ochtend van 29 augustus 2014 een sms’je naar verdachte gestuurd met de tekst ‘
I really feel like you raped me’. Dit was voordat [slachtoffer 3] met de politieagenten terug is gegaan naar het huis van verdachte. Dat verdachte zijn slachtoffers in een staat van verminderd bewustzijn heeft gebracht en dat zij daardoor mogelijk een gebrekkige herinnering hebben aan wat er precies is gebeurd, kan bij de beoordeling van hun betrouwbaarheid niet tegen hen worden gebruikt. Uit het voorgaande leidt de rechtbank af dat [slachtoffer 3] geen vrijwillige seks heeft gehad met verdachte.
3.3.6.2. Seksuele handelingen
Verdachte heeft bekend dat hij geslachtsgemeenschap heeft gehad met [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3] en dat hij en [slachtoffer 2] elkaar hebben gemasturbeerd. Met betrekking tot welke seksuele handelingen in elke zaak zijn verricht overweegt de rechtbank als volgt.
De rechtbank acht bewezen dat verdachte zijn vingers en penis in de vagina van [slachtoffer 1] heeft gebracht. In haar aangifte heeft [slachtoffer 1] verklaard dat verdachte haar had verteld dat ze in de nacht van 7 juli 2016 op 8 juli 2016 seks hadden gehad. Eerst met zijn vingers en daarna echte seks. [slachtoffer 1] had de dag daarna last van haar vagina; ze had nooit eerder seks gehad. Ook bloedde zij en had zij haar tampon in het vuilnisbakje gedaan. Zij had bloed zien liggen op de L-vormige bank en op een hoeslaken. Dit wordt ondersteund door de letselverklaring, waarin is geconstateerd dat zij wondjes had aan haar maagdenvlies, en de foto van [slachtoffer 1] waarop onder haar een bebloede handdoek is te zien. Ook is uit het DNA-onderzoek gebleken dat het sperma van verdachte bij [slachtoffer 1] is aangetroffen en heeft verdachte bekend geslachts-gemeenschap met haar te hebben gehad.
De rechtbank acht bewezen dat verdachte zijn penis in de vagina van [slachtoffer 3] heeft gebracht.
heeft verklaard dat verdachte haar onderbroek naar beneden heeft getrokken en met zijn penis in haar vagina kwam. Toen zij wakker werd, was verdachte haar aan het neuken. Haar verklaring wordt ondersteund door het DNA-onderzoek, waaruit is gebleken dat het sperma van verdachte bij [slachtoffer 3] is aangetroffen. Verdachte heeft bekend geslachts-gemeenschap te hebben gehad met [slachtoffer 3] .
De rechtbank acht bewezen dat verdachte zijn penis in de vagina van [slachtoffer 2] heeft gebracht. [slachtoffer 2] heeft verklaard dat zij in de nacht van 29 mei 2015 op 30 mei 2015 seks heeft gehad met verdachte. Zij heeft verklaard dat verdachte achter haar lag, haar tampon eruit haalde en achterlangs zijn penis in haar vagina had gedaan. Zij voelde dat hij zijn penis in haar stak en dat hij haar penetreerde. Ook zou verdachte in de ochtend tegen haar hebben gezegd dat zij seks hadden gehad als dieren, geweldige seks. Verdachte heeft verklaard dat hij [slachtoffer 2] enkel zou hebben gemasturbeerd en niet zou hebben gepenetreerd. De raadsman heeft in dit verband opgemerkt dat geen sperma van verdachte bij [slachtoffer 2] is aangetroffen. De rechtbank verwerpt dit verweer. De rechtbank merkt op dat verdachte dit voor het eerst is gaan verklaren nadat is gebleken dat geen DNA-spoor van hem is aangetroffen bij [slachtoffer 2] . Daarvoor beriep hij zich een aantal malen op zijn zwijgrecht heeft beroepen. De rechtbank overweegt verder als volgt.
Schakelbewijs ten aanzien van het binnendringen
Hierboven is reeds opgemerkt dat in moeilijk bewijsbare zedenzaken aangiftes elkaar kunnen ondersteunen als deze overeenkomen op punten als de aard van de seksuele handelingen en de wijze waarop en eventueel de plaats waar deze plaatsvonden. [slachtoffer 2] heeft verklaard dat verdachte haar heeft gepenetreerd, terwijl zij op de bank lag en dat zij zich hiertegen niet kon verzetten. Ook [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3] hebben verklaard dat zij door verdachte op de bank zijn gepenetreerd en dat zij zich hiertegen niet konden verzetten. [slachtoffer 1] heeft verklaard dat verdachte eerst zijn vingers naar binnen heeft gebracht en haar hierna met zijn penis heeft gepenetreerd. Zij was nog maagd en bloedde op dat moment. Verdachte heeft verklaard [slachtoffer 2] niet met zijn penis te hebben gepenetreerd, omdat zij ongesteld was en verdachte dan geen geslachtsgemeenschap wil. De rechtbank acht deze verklaring ongeloofwaardig. Immers is verdachte bij zowel [slachtoffer 3] als [slachtoffer 1] binnengedrongen met zijn penis en heeft bloed hem bij [slachtoffer 1] hier niet van weerhouden. De verklaringen van [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] ondersteunen elkaar bovendien voor wat betreft de aard van de seksuele handelingen gepleegd door verdachte en de wijze waarop die handelingen op de bank van verdachte plaatsvonden. Bij geen van de onderzochte gevallen is daarnaast gebleken dat verdachte vrijwillig is gestopt na het masturberen. Hier komt bij dat getuige [naam 18] heeft verklaard dat [slachtoffer 2] hem heeft verteld dat verdachte haar had gepenetreerd, terwijl zij dat niet wilde. De rechtbank gebruikt de verklaringen van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3] dan ook als schakelbewijs en de verklaring van [naam 18] als steunbewijs.