Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 30 maart 2018 in de zaak tussen
[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 30 maart 2018.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 30 maart 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen een ambtenaar en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam. De eiseres, die sinds 1 november 2000 in dienst was, kreeg op 2 mei 2017 met onmiddellijke ingang onvoorwaardelijk ontslag opgelegd wegens ernstig plichtsverzuim. Dit plichtsverzuim bestond uit het herhaaldelijk raadplegen van de gemeentelijke informatiesystemen voor privédoeleinden. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het college verklaarde het bezwaar ongegrond. Eiseres heeft vervolgens beroep ingesteld bij de rechtbank.
Tijdens de zitting op 1 februari 2018 heeft eiseres, bijgestaan door haar gemachtigde, haar standpunt toegelicht. Eiseres betwistte de beschuldigingen en stelde dat zij niet transparant was geweest in de verhoren. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres zich schuldig heeft gemaakt aan plichtsverzuim door vertrouwelijke gegevens te raadplegen zonder zakelijke doeleinden. De rechtbank oordeelde dat de opgelegde straf van onvoorwaardelijk ontslag niet onevenredig was, gezien de hoge integriteitseisen die aan haar functie verbonden zijn. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en bevestigde de beslissing van het college.
De rechtbank benadrukte dat in het ambtenarentuchtrecht niet dezelfde strikte bewijsregels gelden als in het strafrecht, maar dat er voldoende bewijs moest zijn voor de verweten gedragingen. De rechtbank concludeerde dat eiseres de haar verweten gedragingen had begaan en dat het ontslag gerechtvaardigd was. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.