ECLI:NL:RBAMS:2018:1780
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om schadevergoeding in verband met alcoholslotprogramma en ongeldigverklaring rijbewijs
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 2 februari 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, wonende te Amsterdam, en het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) als verweerder. De eiser had een verzoek om schadevergoeding ingediend, nadat zijn rijbewijs ongeldig was verklaard en hem een alcoholslotprogramma (ASP) was opgelegd. Dit volgde op een besluit van 16 oktober 2012, waarbij het rijbewijs ongeldig werd verklaard. Eiser had tegen dit besluit rechtsmiddelen aangewend, en in een eerdere uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 22 mei 2015 was het hoger beroep van eiser gegrond verklaard. Eiser verzocht om schadevergoeding van € 13.521,- voor de onrechtmatige inname van zijn rijbewijs.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het verzoek om schadevergoeding door verweerder was afgewezen, en dat dit besluit in stand was gebleven bij een bestreden besluit van 18 april 2017. Tijdens de zitting op 11 januari 2018 is eiser verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde, en verweerder was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting gesloten en is tot de conclusie gekomen dat het besluit van 16 oktober 2012 onrechtmatig was, omdat het door de Afdeling was vernietigd.
De rechtbank heeft vervolgens beoordeeld of er causaal verband bestond tussen de door eiser gestelde schade en het onrechtmatige besluit. Eiser stelde dat hij zijn baan had verloren door de ongeldigverklaring van zijn rijbewijs. De rechtbank heeft echter geconcludeerd dat eiser niet voldoende bewijs had geleverd dat het verlies van zijn rijbewijs de reden was voor het beëindigen van zijn dienstverband. De rechtbank oordeelde dat er geen causaal verband was tussen het onrechtmatige besluit en de gestelde schade, en heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling of vergoeding van het griffierecht.