Op 26 januari 2018 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die samen met een medeverdachte op 16 juli 2017 heeft geprobeerd in te breken bij een kledingwinkel in Amsterdam. De rechtbank heeft het vonnis gewezen na een terechtzitting op 12 januari 2018, waar de officier van justitie, mr. R.A. Bosman, de bewezenverklaring van de tenlastelegging heeft gevorderd. De verdachte werd betrapt op twintig meter afstand van de winkel, waar hij zich achter dierenambulances verschool. Camerabeelden toonden aan dat de verdachte en zijn medeverdachte op een snorfiets arriveerden en dat zij in de buurt van de winkel probeerden in te breken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan een poging tot diefstal met braak, waarbij hij en zijn medeverdachte in nauwe en bewuste samenwerking handelden. De rechtbank heeft de verdediging van de verdachte, die pleitte voor vrijspraak, verworpen en de bewijsvoering van het Openbaar Ministerie als overtuigend beschouwd. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden, waarvan de tenuitvoerlegging voorwaardelijk is, met een proeftijd van drie jaar. Tevens zijn er bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder reclasseringstoezicht en deelname aan een dagbestedingstraject. De rechtbank heeft de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard, omdat niet kon worden vastgesteld welke schade was geleden.