Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de meervoudige kamer van 28 februari 2018 in de zaak tussen
[eiser] , te [woonplaats] , eiser
het algemeen bestuur van de bestuurscommissie Centrum, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 28 februari 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het algemeen bestuur van de bestuurscommissie Centrum. De zaak betreft de kwalificatie van een terrasboot, die door de eiser als pleziervaartuig wordt aangemerkt, maar door de bestuurscommissie als een object dat onder de Verordening op het binnenwater 2010 (Vob) valt. De bestuurscommissie had de eiser een last onder dwangsom opgelegd omdat de terrasboot zonder ontheffing was afgemeerd in het beheergebied van stadsdeel Centrum. De rechtbank heeft vastgesteld dat de terrasboot, ondanks de CE-certificering en de kwalificatie als pleziervaartuig volgens de Wet pleziervaartuigen, niet voldoet aan de definitie van een pleziervaartuig volgens de Vob. De rechtbank oordeelt dat de bouw, inrichting en uiterlijke kenmerken van de terrasboot meer gelijkenissen vertonen met een object dan met een pleziervaartuig. De rechtbank heeft de beroepsgrond van de eiser verworpen en geoordeeld dat de bestuurscommissie terecht handhavend heeft opgetreden. De rechtbank heeft de belangenafweging tussen het algemeen belang en het belang van de eiser voldoende geacht en heeft het beroep ongegrond verklaard.