De rechtbank heeft kennisgenomen van het rapport van Reclassering Nederland van 31 januari 2018, opgemaakt door J.M. Bremer. Dit rapport houdt – zakelijk weergegeven – onder meer het volgende in:
De reclassering concludeert dat de heer [verdachte] genoeg kansen heeft gekregen binnen
een ambulant traject, maar zich keer op keer niet aan de voorwaarden heeft
gehouden. Voornamelijk doordat hij meerdere malen heeft gerecidiveerd tijdens
lopende meldplichten. Hierdoor lukt het steeds niet om de hulpverlening op gang te
krijgen of worden trajecten onderbroken (zoals bijvoorbeeld een opleiding of begeleid
wonen). Gezien de externaliserende houding van betrokkene en zijn gebrek aan
zelfinzicht of uit tactische overwegingen stelselmatige ontkenning van strafbare feiten,
zijn er naar onze mening op dit moment in een ambulant kader geen mogelijkheden
meer voor gedragsverandering.
In het huis van bewaring lukt het de heer [verdachte] ook niet om zich aan de geldende
regels en voorwaarden te houden blijkens de invoer van hasj, een positieve
urinecontrole en wangedrag op zijn verblijfsafdeling. Om deze redenen is Reclassering
Nederland van mening dat een ISD maatregel geïndiceerd is.
Een ISD-maatregel biedt de heer [verdachte] de mogelijkheid - in eerste instantie - binnen
gesloten setting deel te nemen aan interventies gericht op gedragsverandering. De
reclassering neemt binnen de PI-locatie deel aan het ISD-trajectoverleg waarbij het
trajectplan (grotendeels) wordt opgesteld.
Interventies op het gebied van huisvesting, dagbesteding, scholing, financiën, sociale
omgeving, vaardigheden en houding zijn geïndiceerd en kunnen worden gerealiseerd
in het kader van een ISD-maatregel. De diverse interventies en
behandelmogelijkheden binnen de maatregel, zullen naar verwachting bijdragen aan
het verminderen van de criminogene factoren en betrokkene zicht bieden op een
delictvrij bestaan. De resultaten zijn echter afhankelijk van de medewerking van en
inspanning door betrokkene. Met bijna alle gedetineerden wordt tijdens de maatregel overeenstemming bereikt over het voortijdig uitstromen naar de extramurale fase, meestal een forensische begeleidings- of behandelsetting. In praktijk blijkt dat veelplegers binnen de maatregel wél passende hulp accepteren die eerder vermeden werd.
De rechtbank stelt vast dat ten aanzien van de bewezen geachte feiten aan alle voorwaarden is voldaan die artikel 38m van het Wetboek van Strafrecht aan het opleggen van de ISD-maatregel stelt. Hiervoor is bewezen verklaard dat verdachte misdrijven heeft begaan waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten.
Uit het uittreksel justitiële documentatie van 12 januari 2018 blijkt dat verdachte gedurende de vijf jaren voorafgaand aan 26 oktober 2017 meer dan driemaal wegens een misdrijf onherroepelijk is veroordeeld tot een vrijheidsbenemende straf, terwijl de in dit vonnis bewezen verklaarde feiten zijn begaan na tenuitvoerlegging van deze straffen en er, zoals blijkt uit de hiervoor genoemde rapportage, ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte wederom een misdrijf zal begaan. Verder eist de veiligheid van personen of goederen het opleggen van deze maatregel, gezien de ernst en het aantal door verdachte begane soortgelijke feiten. Uit het uittreksel van de Justitiële Documentatie blijkt dat ook aan de voorwaarden uit de richtlijn van het Openbaar Ministerie is voldaan: verdachte is een zeer actieve veelpleger, die over een periode van vijf jaren voorafgaand aan het bewezen verklaarde feit meer dan tien processen-verbaal tegen zich zag opgemaakt, waarvan ten minste één in de laatste twaalf maanden, terug te rekenen van de pleegdatum van het ten laste gelegde feit. De rechtbank is niet gebleken van redenen om deze maatregel niet op te leggen. Zij zal daarom de officier van justitie op dit punt van de vordering volgen. De rechtbank overweegt dat uit de rapportage en de toelichting daarop van mevrouw Bremer blijkt dat verdachte geen verantwoordelijkheid neemt. Hij blijft strafbare feiten plegen en werkt onvoldoende mee aan hulpverlening of toezicht, in welk kader dan ook. Om het recidiverisico te verlagen is er daarom geen andere optie dan oplegging van een ISD-maatregel.