Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding
- het tegen gedaagde verleende verstek.
2.De beoordeling
0,00
Rechtbank Amsterdam
Op 17 oktober 2018 heeft de Rechtbank Amsterdam een vonnis gewezen in de civiele zaak tussen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid CLEOFA B.V., gevestigd te Amsterdam, en een gedaagde die niet is verschenen. De procedure is gestart met een dagvaarding, waarna gedaagde verstek heeft laten verlenen. De rechtbank heeft het gevorderde door eiseres, CLEOFA B.V., beoordeeld en kwam tot de conclusie dat de vordering niet onrechtmatig of ongegrond was. Daarom werd de vordering toegewezen.
In de beoordeling van de zaak heeft de rechtbank vastgesteld dat gedaagde als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten moet worden veroordeeld. Aangezien eiseres deze zaak samen met andere soortgelijke zaken heeft aanhangig gemaakt, zijn er geen aanvullende proces- of dagvaardingskosten gemaakt. De kosten aan de zijde van eiseres zijn begroot op het nageheven griffierecht in deze zaak, dat op € 1.950,00 is vastgesteld.
De rechtbank heeft in de beslissing gedaagde veroordeeld om aan eiseres een bedrag van € 34.000,02 te betalen, alsook in de proceskosten tot op heden begroot op € 1.950,00. Tevens is het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. C.H. Rombouts op 17 oktober 2018.