Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- het vonnis in incident van 7 juni 2017 en de daarin genoemde stukken,
- de akte overlegging producties in het incident van 5 juli 2017 van de man,
- de akte uitlating producties, tevens overleggen producties van 2 augustus 2017 van de vrouw.
2.De verdere beoordeling
nadere conclusiedaarover nog uit te laten. De partij die zich op verknochtheid van een goed beroept, dient te stellen op grond waarvan daarvan sprake is (zie Hoge Raad 26 september 2008, ECLI:NL:HR:2008:BF2295, r.o. 3.4). Daarom zal eerst de man in de gelegenheid worden gesteld zijn stellingen toe te lichten waarna de vrouw in de gelegenheid zal worden gesteld daarop te reageren. (…)
nadere conclusiezijn stellingen op dit punt toe te lichten en waar mogelijk met bewijsstukken te onderbouwen. Daarna krijgt de vrouw de gelegenheid daarop in haar nadere conclusie te reageren.
nadere conclusiezijn stellingen op dit punt toe te lichten en waar mogelijk met bewijsstukken te onderbouwen. Daarna krijgt de vrouw de gelegenheid daarop in haar nadere conclusie te reageren.
nadere conclusieuit te laten over de vestigingsplaats en de persoon van de te benoemen deskundige. Indien partijen buiten rechte niet tot overeenstemming hierover kunnen komen, stelt de rechtbank partijen in de gelegenheid zich afzonderlijk in hun nadere conclusie uit te laten over de vraag wie als deskundige dient te worden benoemd. Bij gebreke van overeenstemming tussen partijen dienen partijen tevens te vermelden welke bezwaren bestaan jegens de door de wederpartij genoemde deskundige(n). Partijen dienen tevoren derhalve informatie uit te wisselen over wie zij als deskundige(n) willen voordragen. Voor zover er nog specifieke vragen dienen te worden gesteld ten aanzien van het huis in Nigeria dienen partijen die vragen tevens te vermelden.
buildsometime in 19
88(…)”. Alleen al daardoor roepen de stukken van de man meer vragen op dan zij beantwoorden. De rechtbank is van oordeel dat de omstandigheid dat de man onvoldoende duidelijkheid heeft verschaft voor zijn rekening en risico dient te komen. Anderzijds had ook de vrouw meer moeite kunnen doen om duidelijkheid te verschaffen over de (waarde van) de woning. Nu beide partijen de rechtbank onvoldoende hebben geïnformeerd, zal de rechtbank de waarde van de woning schattenderwijs vaststellen. Daarbij wordt uitgegaan van het gemiddelde van de door de man en de vrouw laatstelijk genoemde waarden, derhalve (€ 37.186,00 + € 129.187,00: 2 =) € 83.186,50. Beide partijen gaan ervan uit dat de woning aan de man kan worden toegedeeld. De vrouw heeft in dat kader aanspraak op de helft van € 83.186,50. Verder wordt verwezen naar rechtsoverweging 2.37.
nadere conclusiezijn stellingen op dit punt toe te lichten en waar mogelijk met bewijsstukken te onderbouwen. Daarna krijgt de vrouw de gelegenheid daarop in haar
nadere conclusiete reageren.
- verkoopopbrengst van de twee auto’s € 16.472,90 +
- woning in Nigeria € 83.186,50 +
- schuld bij ING € 53.663,37 -/-