Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[eiser 1] ,
[eiser 2],
1.[eiser 1] ,
[eiser 2],
1.[eiser1] ,
[eiser2],
1.De procedure
- de dagvaarding van 17 november 2016 van [eisers] , met producties,
- de conclusie van antwoord van SVBN, met producties,
- het tussenvonnis van 22 februari 2017, waarbij een comparitie van partijen is gelast,
- het proces-verbaal van comparitie van 22 september 2017 met de daarin genoemde stukken en proceshandelingen.
- het vonnis in incident van 12 april 2017, waarbij tevens een comparitie van partijen is gelast,
- het proces-verbaal van comparitie van 22 september 2017 met de daarin genoemde stukken en proceshandelingen.
- het vonnis in incident van 14 juni 2017, waarbij tevens een comparitie van partijen is gelast,
- het proces-verbaal van comparitie van 22 september 2017 met de daarin genoemde stukken en proceshandelingen.
- het vonnis in incident van 21 juni 2017, waarbij de zaak is verwezen voor antwoord en waarin tevens een comparitie van partijen is gelast,
- de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie van SVBN,
- de conclusie van antwoord in reconventie van [eisers1] ,
- het proces-verbaal van comparitie van 22 september 2017 met de daarin genoemde stukken en proceshandelingen.
2.De feiten in de zaken 16-1188 en 17-181
Het ontbreekt in de Akte van vestiging zakelijk recht van Erfpacht aan nagenoeg elk inzicht in de bij de herziening te hanteren uitgangspunten en maatstaven (objectieve richtsnoeren), welke factoren toegespitst op de situatie voor de berekening van de canon worden gebruikt. Onduidelijk is bijvoorbeeld van welke rentevaste periode deskundigen uit moeten gaan, van welke “loan to value” maatstaf en welke hypotheekaanbieders meegenomen moeten worden in het gemiddelde. Dit klemt omdat het tarief bij herziening nu niet bepaalbaar is en objectieve vaststelling of controle door een derde nu niet mogelijk is. Dit is een essentieel gebrek in de overeenkomst en, in het kader van deze Opinie, eenonaanvaardbaar risicovoor erfpachter en financier.
Het ontbreekt in de Akte van vestiging zakelijk recht van Erfpacht aan nagenoeg elk inzicht in de bij de herziening te hanteren uitgangspunten en maatstaven (objectieve richtsnoeren), welke factoren toegespitst op de situatie voor de berekening van de canon worden gebruikt. Dit klemt omdat de grondslag bij herziening nu niet bepaalbaar is en objectieve vaststelling of controle door een derde nu niet mogelijk is. Dit is een essentieel gebrek in de overeenkomst en, in het kader van deze Opinie, eenonaanvaardbaar risicovoor erfpachter en financier. (…)”
3.Het geschil
in de zaak 16-1188
4.De beoordeling
in de zaken 16-1188 en 17-181
waarvan de prijs verband houdt met de fluctuaties van een beurskoers of een beursindex dan wel financiële marktkoersen. (punt 2, onder c)”
Sinds begin 2010 is het praktisch onmogelijk geworden huizen op particuliere erfpacht te verkopen. Dit in verband met het feit dat banken voor het aankopen van dergelijke onroerend goed geen financiering meer verstrekken. (…)”De rechtbank komt dan ook tot de conclusie dat SVBN onvoldoende heeft betwist dat het erfpachtrecht door het betreffende beding moeilijk of niet financierbaar is.
16-1188€ 904,00 aan buitengerechtelijk kosten gebaseerd op het Rapport voorwerk II. Deze kosten zullen als onbetwist worden toegewezen.
16-1188worden begroot op:
902,00(2,0 punten × tarief € 452,00)
17-181worden begroot op:
1.356,00(3 punten × tarief € 452,00)
1.356,00(3 punten × tarief € 452,00)