Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
2.De feiten
draft financial statement2015 van EEM en een korte schriftelijke verklaring van [vrouw directeur DPH] te hebben ontvangen. De deurwaarder heeft verzocht nadere bescheiden over te leggen, in het bijzonder over de afspraak met de belastingdienst. Afgezien van de korte ontvangstbevestiging van [naam 6] op 18 januari 2017 heeft de deurwaarder niets vernomen of ontvangen. Op basis van de verstrekte bescheiden kan de deurwaarder de waarde van de beslagen aandelen niet nauwkeurig bepalen.
3.Het geschil
4.De beoordeling
ex parteverleend, dat wil zeggen zonder dat DPH daarover tevoren is gehoord. Tegen de beschikking waarin het verlof is verleend, was geen hogere voorziening toegelaten (artikel 1019c lid 1 in verbinding met artikel 700 lid 3 Rv).
ex partezijn de belangen van de beslaglegger gediend; daardoor wordt immers zoveel mogelijk voorkomen dat degene ten laste van wie beslaglegging wordt verzocht, de in beslag te nemen zaken onvindbaar maakt en daarmee de beslaglegging feitelijk verijdelt. Na de beslaglegging dient het evenwicht, ook processueel, tussen partijen echter te worden hersteld, zodat het de beslagene dan vrijstaat alles naar voren te brengen wat hij in het belang van zijn verdediging noodzakelijk acht. De rechter zal op al deze stellingen en verweren van de beslagene naar behoren moeten reageren, ook in kort geding.
ten vierdeaangevoerde verweer dat het verlof tot tenuitvoerlegging van het arbitrale vonnis geen bevoegdheid schept, mist daarom belang.
ten vijfdeaangevoerde verweer houdt in dat de Nederlandse rechter geen bevoegdheid kan ontlenen aan de stelling dat het schadebrengende feit zich in Nederland heeft voorgedaan, als bedoeld in artikel 5 lid 3 EVEX II.
litispendentieen
connexiteitals bedoeld in de artikelen 26 - 28 van het Verdrag van Lugano, dient dit kort geding te worden geschorst in afwachting van de uitkomst van de Zwitserse procedure.
scopevan het bewijsbeslagverlof vallende documenten en data worden afgegeven. Bovendien zijn de door [accountant DPH] gemaakte voorbehouden niet toegespitst op specifieke bescheiden, maar zijn zij algemeen van aard. Voorts zijn deze voorbehouden klaarblijkelijk niet zo specifiek of zwaarwegend dat [accountant DPH] aanleiding heeft gezien zich in dit geding te voegen. Ten slotte heeft DPH inmiddels inzage verkregen in de definitief in beslag genomen bescheiden, maar (ook) zij heeft daarin geen aanleiding gezien haar bezwaar tegen afgifte nader toe te spitsen op specifieke (gedeelten van) de in beslag genomen bescheiden.
816,00