Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de meervoudige kamer van 22 november 2017 in de zaak tussen
[naam eiseres] , te Amsterdam, eiseres
Procesverloop
Overwegingen
Die veroordeling kan, zoals volgt uit artikel 1 van het Besluit proceskosten bestuursrecht, uitsluitend betrekking hebben op – voor zover van belang – kosten van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Volgens de Nota van toelichting is sprake van ‘beroepsmatig verleende bijstand’ als het verlenen van rechtsbijstand tot de beroepsmatige taak van de gemachtigde behoort (Stb. 1993, 763, p.6). Uit vaste rechtspraak blijkt dat het verlenen van rechtsbijstand een vast onderdeel moet vormen van een duurzame, op het vergaren van inkomsten gerichte taakuitoefening (bijvoorbeeld de uitspraak van 17 december 2014 van de Centrale Raad van Beroep, ECLI:NL:CRVB:2014:4386). De gemachtigde van verzoekster is als [naam functie] full time in dienst van de [naam gemeente] . De ouders van verzoekster zijn kennissen van hem en op hun verzoek heeft hij in deze zaak tegen vergoeding rechtsbijstand aan verzoekster verleend. Onder die omstandigheden is het verlenen van rechtsbijstand voor hem geen beroepsmatige bezigheid. Daarom wordt het verzoek om vergoeding van de proceskosten afgewezen.”De rechtbank sluit zich bij deze overweging aan en voegt daaraan toe dat het feit dat de werkzaamheden voor de [naam gemeente] hoofdzakelijk het verlenen van rechtsbijstand aan de gemeenteraad en college betreffen, het voorgaande niet anders maakt, omdat deze in loondienst van deze gemeente worden verricht.
Beslissing
mr. L.Z. Achouak el Idrissi, leden,in aanwezigheid van mr. E.H. Kalse-Spoon, griffier
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 22 november 2017.