7.Locatieverbod
Het is veroordeelde verboden om zich te begeven in de straat [straat] te Utrecht.
Geeft aan de Reclassering opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Legt op de maatregeldat de veroordeelde voor de duur van 2 (twee) jaren
zich niet zal ophouden in de straat [straat] te Utrecht;
op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met [slachtoffer] en haar ouders, broers en/of zussen.
Beveelt dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan. De duur van deze vervangende hechtenis bedraagt 14 dagen voor
iedere keerdat niet aan de maatregel wordt voldaan, met een maximum van 6 maanden.
Toepassing van de vervangende hechtenis heft de verplichtingen ingevolge de opgelegde maatregel niet op.
Omdat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de veroordeelde wederom contact zal opnemen met aangeefsters en/of haar familie en hij wederom zich belastend zal gedragen, beveelt de rechtbank, gelet op artikel 38v, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, dat de opgelegde maatregel,
dadelijk uitvoerbaaris.
Wijst de
vordering van [slachtoffer]toe tot
€ 4.103,32 (zegge: vierduizend en honderddrie euro en tweeëndertig eurocent)te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade, te weten 24 april 2017, tot aan de dag van de algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [slachtoffer] voornoemd.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in haar vordering is.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer]
€ 4.103,32 (zegge: vierduizend en honderddrie euro en tweeëndertig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade, te weten 24 april 2017, tot aan de dag van de algehele voldoening, aan de Staat te betalen. Bij gebreke van betaling en verhaal wordt deze betalingsverplichting door
hechtenis van 51 dagenvervangen. De toepassing van die hechtenis heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van de genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Heft op het – geschorste – bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door
mr. K.A. Brunner, voorzitter,
mrs. M. Snijders Blok-Nijensteen en R.W.L. Koopmans, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. D. Smeets, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 9 november 2017.
De rechtbank komt op grond van de volgende bewijsmiddelen tot het oordeel dat bewezen verklaard kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de belaging van [slachtoffer] .
1. De verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 26 oktober 2017.
Deze verklaring houdt onder meer in, zakelijk weergegeven:
Ik heb [slachtoffer] in de ten laste gelegde periode vaak gebeld en berichten gestuurd. Ik was boos. Ik heb haar gechanteerd met de naaktfoto’s en gedreigd dat ik ze openbaar zou maken. Ik heb gezegd dat zij met mij moest trouwen. Ik ben ook langs haar huis gereden. Ik heb gezegd dat zij mij 5000 euro moest betalen en dat zij dan van mij af zou zijn. U houdt mij pagina 132 en 150 van het dossier voor. Ik heb dat gezegd. Het klopt ook dat ik heb gezegd dat ik haar IP-adres kan kraken.
2. Het proces-verbaal van aangifte met nummer PL0900-2017129232-1 van 26 juni 2017, opgemaakt in de wettelijke vorm door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 1] (doorgenummerde blz. 8 t/m 12).
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van [slachtoffer] , zakelijk weergegeven:
Ik doe aangifte van bedreiging, chantage, afdreiging computervredebreuk en stalking, gepleegd door mijn ex-vriend [verdachte] . Toen ik in de gaten dat het niet iets tussen ging worden, heb ik dit tegen [verdachte] gezegd. Hij gaf aan dat als ik niet met hem verder ging, hij foto’s van mij zou verspreiden naar mijn familie en vrienden. Toen ik pas een relatie met hem had, heb ik hem naaktfoto’s van mij gestuurd. Die waren alleen voor hem bedoeld. Ik baalde ervan dat hij dreigde om de foto’s te verspreiden omdat ik dan grote problemen thuis zou krijgen. Uit angst hiervoor besloot ik om dan maar verder te gaan met de relatie. Op 24 april 2017 besloot ik om de relatie met [verdachte] te beëindigen. Sinds 24 april 2017 word ik lastig gevallen door [verdachte] . Ik werd dagelijks door hem gebeld. Hij zei dat hij met mij ging trouwen en dat mijn ouders het niet zouden accepteren als ze achter de foto’s zouden komen. Ik kreeg het er heel benauwd van. Hij zou de foto’s op facebook plaatsen. Na het gesprek met de politie op 17 mei 2017 belde [verdachte] mij direct. Hij was woest en hij zei dat ik hem 5000 euro moest betalen en dat ik dan van hem af zou zijn. Ik wordt dagelijks gebeld en ontvang dagelijks berichten via whatsapp. In deze berichten staat onder andere dat ik met hem moet trouwen, dat hij de foto’s van mij zal verspreiden, dat hij mij zo voor schut gaat zetten dat ik niet meer mijn huis uit durf, dat ik niemand anders tot mijn 28e mag hebben, dat ik seks met hem moet hebben, dat hij mij gaat verkrachten, dat hij niet voor zichzelf instaat, dat hij het recht heeft om mij twee jaar te neuken.
Omdat [verdachte] bleef aandringen op het geven van de 5000 euro en ik van hem af wilde, besloot ik om drie gouden armbanden te geven. Als ik de armbanden zou geven, dan was ik van hem af. [verdachte] bleef mij echter lastig vallen via de whatsapp.
In juni heb ik een nieuw telefoonnummer genomen. Mijn oude nummer was nog een paar dagen actief en in een sms-bericht las ik dat [verdachte] voor de deur stond op het [straat] .
Mijn broer [naam 1] heeft berichten naar [verdachte] gestuurd dat hij moest stoppen met mij lastig te vallen. Op 13 juni 2017 ontving ik weer een mail van [verdachte] . Daarin staat dat hij mijn nicht en mijn vader zal bellen. Ook had ik in de nacht een melding ontvangen dat er in Amsterdam op mijn I-cloud was ingelogd. [verdachte] kon zo mijn contacten bekijken. Dezelfde dag is mijn vriendin [naam 2] gebeld, mijn nicht [naam 3] en een oud-collega [naam 4] gebeld door [verdachte] . Aan [naam 2] heeft hij alles verteld over onze relatie en de foto’s. Ik heb hem toen gebeld. Hij zei dat hij de foto’s op de dag dat ik trouw naar de familie van mijn man zal sturen.
Op dit moment word ik dagelijks door [verdachte] gebeld en ontvang ik whatsapp-berichten. Ik wil dat dit stopt en ik wil op geen enkele wijze contact met [verdachte] . Ik ben erg bang dat [verdachte] mijn foto’s zal verspreiden. Hij voelt zich in zijn eer aangetast. Hij wil mij straffen en wraak nemen door mij te bedreigen, af te persen en te chanteren. Mijn familie mag er niet achter komen dat [verdachte] naaktfoto’s van mij heeft. Dit zal een schending zijn van mijn eer en zal leiden tot gezichtsverlies en afstoting. Dit heeft derhalve veel impact op mij.
Opmerking verbalisant: tijdens het opnemen van de aangifte is aangeefster 9 keer gebeld door [verdachte] . Ook zijn er diverse what’s app berichten verstuurd.
3. Het proces-verbaal van aangifte met nummer PL0900-2017129232-5 van 26 juni 2017, opgemaakt in de wettelijke vorm door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 1] (doorgenummerde blz. 15 t/m 16).
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van [slachtoffer] , zakelijk weergegeven:
[verdachte] blijft mij lastig vallen en komt nu ook naar mijn woning toe. Hij is op 23 juni 2017 na middernacht bij mijn woning geweest. Ook heb ik twee maal een bericht met een locatievoorziening ontvangen. [verdachte] is op dat moment in Utrecht op ongeveer 500 meter van waar ik was, namelijk thuis.
4. Het proces-verbaal van aangifte met nummer PL1300-201734773-5 van 16 juli 2017, opgemaakt in de wettelijke vorm door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 2] (doorgenummerde blz. 17 t/m 18).
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van [slachtoffer] , zakelijk weergegeven:
[verdachte] heeft mij de afgelopen drie weken elke dag minimaal 1 keer en vaak ook 2 keer per dag gebeld, meestal rond middernacht en ook nog eens ’s ochtends om 11.00 uur. Het is puur uit angst dat ik opneem. Ik wil geen contact meer met hem en dat weet hij. Hij stuurt mij ook gemiddeld 40 whatsapp berichten per dag. Hij controleert steeds waar ik ben en wat ik doe. Ik weet niet hoe ik van hem af moet komen. Ik leef in angst en sluit mij op.
5. Het proces-verbaal van verhoor getuige met nummer PL1300-2017179305-8 van 8 oktober 2017, opgemaakt in de wettelijke vorm door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 3] (niet genummerd)
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van [slachtoffer] , zakelijk weergegeven:
Ik sprak [verdachte] nog dagelijks tot 16 augustus 2017 uit angst voor het publiceren van de naaktfoto’s.
6. Het proces-verbaal van bevindingen met nummer PL1300-201734773-2 van 10 juli 2017, opgemaakt in de wettelijke vorm door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 2] (doorgenummerde blz. 24, 25).
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van voornoemde verbalisant, zakelijk weergegeven:
Op 10 juli 2017 heb ik contact gehad met een persoon die aangaf uit angst geen verklaring te willen en durven afleggen. Deze persoon verklaarde mij het volgende:
Halverwege juni werd ik gebeld door een man en hij zei: ik ben een bekende van [slachtoffer] . Zeg haar dat ze vandaag nog contact met mij opneemt. De man zei dat [slachtoffer] een serieus probleem heeft en “Pas maar op met je foto’s. Ik kan er in komen en iedereen die mij tegenwerkt heeft een probleem met mij. Ik wil dat [slachtoffer] in contact komt met mij en jij gaat daarvoor zorgen. Ik heb iemand 500 euro betaald om haar I-cloud te hacken. ”
Kort voordat deze man mij belde, hoorde ik van [slachtoffer] dat de jongen waar ze wel eens over had gesproken haar nu bedreigt met haar foto’s via internet verspreiden. Vervolgens werd ik weer door deze man gebeld. Ik hoorde dat hij heel dwingend was. Hij zei “ze moet contact met mij opnemen. Ik ga pas rusten als de eer is gered. Ik moet met haar eindigen.” De man heeft mij een appje gestuurd met het nummer [telefoonnummer] en de naam [verdachte] was zichtbaar bij het bericht. Hij vertelde dat het hem allemaal niet uitmaakte of hij de gevangenis in zou gaan, als hij haar en zijn geld maar terugkreeg. Ik hoorde dat hij zei: “ze moet oppassen, want anders krijgt zij een mes tussen haar ribben”.
7. Het proces-verbaal van bevindingen met nummer PL1300-201734773-22 van 22 juli 2017, opgemaakt in de wettelijke vorm door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 4] (doorgenummerde blz. 27).
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van voornoemde verbalisant, zakelijk weergegeven:
Ik bekeek de bij de verdachte [verdachte] inbeslag genomen usb-sticks en SD-cards. Ik zag dat op een van de usb-sticks meerdere sexueel getinte foto’s stonden. Op een aantal foto’s is de vrouw, vermoedelijk het slachtoffer, herkenbaar in beeld.
8. Het proces-verbaal van verhoor getuige met nummer PL1300-201734773-3 van 16 juli 2017, opgemaakt in de wettelijke vorm door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 2] (doorgenummerde blz. 28 t/m 30).
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van de getuige [naam 1] [slachtoffer] , zakelijk weergegeven:
Op 4 juni 2017 heb ik contact opgenomen met [verdachte] en ik vertelde hem dat hij mijn zusje [slachtoffer] met rust moest laten en moest stoppen met haar lastig vallen. Hij zei mij “weet jij wel wat je zusje allemaal heeft gedaan. Wat ze allemaal met mij gedeeld heeft?” [verdachte] heeft mij nog ongeveer 14 keer gebeld op 4 juni 2017. Op 8 juni 2017 stuurde hij ineens foto’s naar mijn zusje en stuurde hij een sms met de mededeling dat hij voor de deur stond. Ik heb hem een sms gestuurd dat wij zijn berichten aan de politie zouden geven. Hij antwoordde dat hij niet bang is voor de politie en dat hij bereid is om vast te zitten.
9. Het proces-verbaal van verhoor getuige met nummer PL1300-201734773-4 van 16 juli 2017, opgemaakt in de wettelijke vorm door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 2] (doorgenummerde blz. 42 t/m 44).
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van de getuige [getuige] , zakelijk weergegeven:
Op 13 juni 2017 had ik een telefoontje gehad van het nummer [telefoonnummer] . Van [slachtoffer] begreep ik dat dit het nummer van haar ex-vriend [verdachte] was. De laatste 7 jaar zijn [slachtoffer] en ik vriendinnen. In april was het uit tussen [slachtoffer] en [verdachte] . Hij belde haar op, schold haar uit, begon haar zwart te maken en dreigde haar foto’s naar familie en vrienden te sturen. Hij dreigde haar leven kapot te maken. Ik heb hem dit ook horen zeggen. Ik heb [verdachte] op 14 juni 2017 teruggebeld. Ik zei hem dat het niet goed was wat hij doet en dat hij daarmee op moet houden. Hij zei ‘ik zal haar doodmaken en boven haar huilen”.
10. Het proces-verbaal van verhoor verdachte met nummer PL1300-201734773-18 van 22 juli 2017, opgemaakt in de wettelijke vorm door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 5] (doorgenummerde blz. 60 t/m 66).
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van de verdachte [verdachte] , zakelijk weergegeven:
Ze heeft mij drie gouden armbanden gegeven.