ECLI:NL:RBAMS:2017:7761
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-tijdig beslissen op aanvraag om kennisneming van verslagen van Adviescommissies
In deze zaak heeft eiser op 2 augustus 2017 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op zijn aanvraag van 20 december 2016. Eiser verzocht om kennisneming van de verslagen van de vergaderingen van de Adviescommissie [één] en de Adviescommissie [twee]. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder te laat heeft beslist op de aanvraag, wat door verweerder zelf is erkend in een brief van 10 augustus 2017. Eiser heeft verweerder op 22 juni 2017 in gebreke gesteld, waardoor verweerder tot uiterlijk 6 juli 2017 een besluit kon nemen zonder een dwangsom te verbeuren. Aangezien verweerder niet tijdig heeft beslist, heeft de rechtbank het beroep van eiser gegrond verklaard.
De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen acht weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen op de aanvraag van eiser. Tevens heeft de rechtbank bepaald dat verweerder een dwangsom van € 250,- per dag verbeurt voor elke dag dat de termijn wordt overschreden, met een maximum van € 37.500,-. De rechtbank heeft ook bepaald dat verweerder het door eiser betaalde griffierecht van € 168,- moet vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. E.J. Otten, rechter, in aanwezigheid van mr. E.H. Kalse-Spoon, griffier, en is openbaar uitgesproken op 27 oktober 2017.