Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de meervoudige kamer van 18 oktober 2017 in de zaak tussen
[eiser] , te [woonplaats] , eiser
Procesverloop
Overwegingen
,de overgangsbepaling, is het aan hem om aannemelijk te maken dat [werknaam 1] hieronder valt. Zijn niet onderbouwde stelling dat [werknaam 1] al jaren in de prostitutie werkte is hiertoe beslist onvoldoende. [werknaam 1] staat bovendien blijkens het uittreksel uit de KvK pas sinds 24 februari 2016 als prostituee ingeschreven, en niet al sinds de inwerkingtreding van de overgangsbepaling op 22 juli 2013 of daarvoor. Dit is juist een aanwijzing, en had dat ook voor eiser moeten zijn, dat [werknaam 1] niet onder de overgangsregeling valt. Dat eiser, zoals hij stelt, in de hem inmiddels onjuist gebleken veronderstelling verkeerde dat een inschrijving bij de KvK inhoudt dat [werknaam 1] aan de wettelijke eisen en dus ook aan de overgangsbepaling voldeed, komt voor rekening en risico van eiser en kan hem niet baten. Eiser heeft daarover gesteld dat in de Verenigde Staten de KvK wel een dergelijke licentiefunctie heeft. Daargelaten het feit dat deze stelling niet is onderbouwd, dient eiser zich als eigenaar van een onderneming in Nederland op de hoogte te stellen van de regels die hier gelden. Eisers beroep op bewijsnood op dit punt kan evenmin slagen. Op het moment dat eiser er voor kiest een meisje van onder de 21 in zijn bemiddelingsbestand op te nemen, dient hij zorgvuldig na te gaan dat dat meisje onder de overgangsbepaling valt en zich daarvan te vergewissen. Overigens is ook niet duidelijk waarom eiser nu niet meer aan bewijsstukken zou kunnen komen, als [werknaam 1] daadwerkelijk al die jaren als escort heeft gewerkt. De rechtbank is daarom van oordeel dat verweerder terecht heeft aangenomen dat [werknaam 1] niet onder de overgangsbepaling valt.
www. [website 3] .nl,
www. [website 4] .nl,
www. [website 5] .nlen
www. [website 6] .nl. De rechtbank is van oordeel dat eiser onvoldoende heeft onderbouwd dat hij deze websites heeft verkocht. De mailwisseling tussen eiser en de gestelde koper is daarvoor onvoldoende. Er is geen ondertekende koopovereenkomst, noch is er iets bekend over de condities van de verkoop of de koopprijs. De verwijzing naar een nieuw uittreksel uit de KvK van eisers bedrijf van 1 maart 2017 kan evenmin slagen, nu dit dateert van ruim na het einde van de begunstigingstermijn. Gelet op het voorgaande, heeft eiser niet aan de last voldaan en is de dwangsom verbeurd.
Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 18 oktober 2017.