ECLI:NL:RBAMS:2016:6573
Rechtbank Amsterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Intrekking exploitatievergunning escortbureau wegens overtredingen leeftijdsgrens en gebrekkige administratie
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 30 augustus 2016 uitspraak gedaan over de intrekking van de exploitatievergunning van een escortbureau. De verzoeker, eigenaar van het bureau, had bezwaar gemaakt tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam, dat zijn vergunning voor onbepaalde tijd had ingetrokken. De intrekking was gebaseerd op het feit dat verzoeker prostituees had bemiddeld die jonger waren dan 21 jaar, wat in strijd is met de geldende regels. Daarnaast waren er eerdere waarschuwingen en een last onder dwangsom opgelegd wegens gebreken in de bedrijfsadministratie.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat de intrekking van de vergunning niet onevenredig was, gezien de herhaalde overtredingen en de waarschuwingen die verzoeker eerder had ontvangen. De rechter benadrukte dat het belang van handhaving van de leeftijdsgrens zwaarder weegt dan de financiële belangen van verzoeker en zijn vrouw, die afhankelijk waren van het inkomen uit het escortbureau. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, met de conclusie dat het bestreden besluit naar verwachting in bezwaar stand zal houden.
De uitspraak is gedaan door mr. A.C. Loman, in aanwezigheid van griffier mr. J.E. van Bruggen, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.