In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 11 oktober 2017 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de stichting Eigen Haard en de gedaagden, waarbij de huurder van een woning in Uithoorn, [gedaagde 2], ernstige overlast heeft veroorzaakt. De overlast bestond uit geluidsoverlast, vervuiling en brandgevaarlijke situaties, veroorzaakt door het gebruik van drugs en psychoses. Eigen Haard vorderde de ontruiming van de woning, omdat [gedaagde 2] stelselmatig tekortschiet in de nakoming van zijn verplichtingen uit de huurovereenkomst. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [gedaagde 2] veelvuldig overlast heeft veroorzaakt, wat heeft geleid tot klachten van omwonenden en zelfs tot politie-inzet. Ondanks eerdere waarschuwingen en een opname in een kliniek, bleef de overlast aanhouden. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vordering tot ontruiming gerechtvaardigd is, omdat de verwachting is dat de bodemrechter zal oordelen dat de huurovereenkomst kan worden ontbonden. De vordering van Eigen Haard is toegewezen, maar de kantonrechter heeft Eigen Haard niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering tegen [gedaagde 2] zelf, omdat [gedaagde 1] als bewindvoerder van [gedaagde 2] moet worden aangemerkt. De kosten van het geding zijn voor rekening van [gedaagde 1].