In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 11 oktober 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen twee buren over de hinder die de dakkapel van de gedaagde aan de eiseres toebrengt. De eiseres, die al vele jaren in haar woning woont, ondervindt hinder van de dakkapel die door de gedaagde is geplaatst. De dakkapel bevindt zich op een afstand van 69 cm van het slaapkamerraam van de eiseres, wat leidt tot een vermindering van lichtinval, uitzicht en privacy. De eiseres vordert de verwijdering van de dakkapel, maar de rechtbank oordeelt dat de dakkapel is geplaatst conform de geldende publiekrechtelijke eisen en dat de hinder niet onrechtmatig is. De rechtbank overweegt dat de dakkapel geen onredelijke hinder veroorzaakt, gezien de aard van de omgeving en de belangen van beide partijen. De eiseres heeft weliswaar hinder ervaren, maar de rechtbank concludeert dat deze hinder niet in een mate of op een wijze is die onrechtmatig is. De rechtbank wijst de vordering van de eiseres tot verwijdering van de dakkapel af, maar oordeelt dat de gedaagde wel verplicht is om volledige verduisterende raambekleding aan te brengen om het 'zaklampeffect' te voorkomen. De gedaagde wordt veroordeeld tot het aanbrengen van deze raambekleding en tot betaling van een dwangsom bij niet-naleving.