Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[eiser 1] ,
[eiser 2],
1.De procedure
- de oorspronkelijke dagvaarding van 23 december 2015 met producties,
- het onder zaaknummer / rolnummer C/13/605325 / HA ZA 16-333 op 11 mei 2016 gewezen verstekvonnis van deze rechtbank,
- de verzetdagvaarding van 9 september 2016, tevens houdende de incidentele conclusie tot schorsing van de tenuitvoerlegging, tevens houdende de incidentele conclusie ex artikel 843a Rv, tevens houdende eis in reconventie, met producties,
- akte overlegging producties aan de zijde van [gedaagde] ,
- de conclusie van antwoord in het incident tot schorsing van de tenuitvoerlegging en in het incident ex artikel 843a Rv, tevens houdende de incidentele vordering ex artikel 224 Rv, met producties,
- de conclusie van antwoord in het incident ex artikel 224 Rv,
- de brief van 5 januari 2017 van de zijde van [gedaagde] met bijlagen,
- de akte vermindering van eis in het incident van de zijde van [gedaagde] ,
- het vonnis in het incident van 11 januari 2017,
- de conclusie van antwoord in reconventie,
- de akte aanvulling grondslag tevens vermeerdering van eis in reconventie tevens akte overlegging producties,
- het ambtshalve gewezen tussenvonnis van 8 februari 2017, waarbij een comparitie van partijen is gelast,
- het proces-verbaal van comparitie van 12 juli 2017 met de daarin vermelde stukken,
2.De feiten
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling
in conventie en in reconventie
904,00(2,0 punt x tarief € 452,00)