ECLI:NL:RBAMS:2017:6913
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuursrechtelijke procedure over samenhangende procedures en vergoedingen rechtsbijstand
Op 1 augustus 2017 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen een vrouw, eiseres, en de Raad voor Rechtsbijstand Amsterdam, verweerder. De zaak betreft de vergoeding voor werkzaamheden in twee verschillende procedures, waarbij verweerder ten onrechte heeft gesteld dat er sprake was van samenhangende procedures. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen een besluit van verweerder dat de vergoeding voor de werkzaamheden in de zaken met kenmerken 4LR1962 en 4LF8630 vaststelde op de zaak met kenmerk 4LF8630. De rechtbank oordeelde dat de zaak met kenmerk 4LR1962 buiten zitting was afgedaan, terwijl de zaak met kenmerk 4LF8630 ter zitting was behandeld. Hierdoor was niet voldaan aan de vereisten voor procedurele samenhang zoals gesteld in artikel 11, eerste lid van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 (Bvr). De rechtbank verwierp het standpunt van de commissie voor bezwaar dat het begrip 'ter zitting' niet letterlijk genomen hoeft te worden en concludeerde dat de zaken niet gelijktijdig of aansluitend ter zitting waren behandeld. De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres gegrond, vernietigde het bestreden besluit en droeg verweerder op binnen zes weken een nieuw besluit te nemen. Tevens werd bepaald dat verweerder het door eiseres betaalde griffierecht diende te vergoeden.