Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
2.De verdere beoordeling
- griffierecht € 3.864,00
- salaris advocaat
Rechtbank Amsterdam
In deze civiele procedure heeft de Rechtbank Amsterdam op 30 augustus 2017 uitspraak gedaan in de zaak tussen VOTG Tanktainer GmbH (hierna: VOTG) en Koppers International B.V. (hierna: Koppers). VOTG vorderde schadevergoeding voor herstelwerkzaamheden aan tanktainers die zij aan Koppers had ter beschikking gesteld. De rechtbank heeft in een tussenvonnis van 23 maart 2016 VOTG toegelaten tot bewijs dat de vlekken in de tanktainers veroorzaakt zijn door omstandigheden die aan Koppers zijn toe te rekenen. VOTG heeft echter afgezien van bewijslevering door middel van getuigen en heeft schriftelijke stukken ingediend ter ondersteuning van haar vorderingen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat VOTG niet is geslaagd in het haar opgedragen bewijs. De ingediende stukken, waaronder foto’s van de tanktainers en verklaringen van derden, waren onvoldoende om aan te tonen dat de vlekken in de tanktainers het gevolg waren van omstandigheden die aan Koppers te wijten waren. Koppers heeft verweer gevoerd en betwist dat de door VOTG overgelegde stukken bewijs konden leveren voor haar stellingen. De rechtbank concludeert dat de oorzaak van de vlekken niet is vastgesteld en dat VOTG niet heeft aangetoond dat Koppers aansprakelijk is voor de schade.
Als gevolg hiervan heeft de rechtbank de vorderingen van VOTG afgewezen en haar veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van Koppers zijn begroot op € 12.864,00. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. G.H. Marcus, rechter, en is uitvoerbaar bij voorraad.