Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
2.De feiten
In conventie en reconventie
- verkrachting;
- het bezwangeren van een Somalisch meisje;
- betrokkenheid bij dan wel het dreigen met moord en ander fysiek geweld; en
- fraude.
3.Het geschil in conventie
subsidiair: [gedaagde] te verbieden op een door de voorzieningenrechter te bepalen wijze berichten over [eiser] op het internet te plaatsen of uitlatingen over hem te doen;
subsidiair: [gedaagde] te veroordelen tot het uitspreken van een rectificatie die de voorzieningenrechter juist acht;
4.Het geschil in reconventie
1) dat [gedaagde] betrokken zou zijn bij verkrachtingen;
2) dat [gedaagde] een Somalisch meisje zou hebben bezwangerd;
3) dat [gedaagde] betrokken zou zijn bij geweld of moord;
4) dat [gedaagde] fraude zou hebben gepleegd door onschuldige personen te kwalificeren als terroristen,
van websites en social media- en youtube kanalen waarover hij de controle heeft, te verwijderen en verwijderd te houden;
dan wel dit te verbieden voor zover er geen nieuw, betrouwbaar en adequaat feitenmateriaal beschikbaar is gekomen die de publicatie van de die beschuldigingen rechtmatig maakt;
$ 5.000,= aan hem te betalen bij gebreke waarvan
‘he would put me in the spotlight and turn the society against me.’(productie 21);
Als productie 36 heeft [gedaagde] nog een brief van een attorney-general van 24 maart 2017 in het geding gebracht, waarin wordt bevestigd dat vanwege het verleggen van zijn afpersingspraktijken naar social media-kanalen een strafrechtelijk onderzoek naar een website van [eiser] is ingesteld. Ten slotte heeft [gedaagde] verklaard ten tijde van zijn medewerking aan het radioprogramma Argos zelf ook door [eiser] onder druk te zijn gezet.
816,00