Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de voorzieningenrechter van 6 september 2017 in de zaak tussen
Ada Restaurant B.V., te Amsterdam, verzoekster
de burgemeester van Amsterdam, de burgemeester
Procesverloop
Overwegingen
In het algemeen bestaat geen concreet zicht op legalisatie, indien een bestuursorgaan twijfelt aan de integriteit van een vergunningaanvrager en zijn zakelijke relaties en meent dat daarnaar nader onderzoek moet worden gedaan om te beoordelen of vergunning op grond van artikel 27, derde lid, van de Drank- en Horecawet kan worden geweigerd. Concreet zicht op legalisatie kan wel bestaan, indien geen redelijke grond voor zodanige twijfel bestaat en nader onderzoek derhalve niet nodig is.”
Op 26 juni jl. is er onder meer bij dit horecabedrijf een politieonderzoek geweest en zijn er personen aangehouden vanwege het vermoeden van het plegen van ernstige strafbare feiten. De heer [naam 6] is de voormalig compagnon van de heer [naam 1] en de heer [naam 6] is de vader van de heer [naam 2] . Uit de stukken bij de aanvraag blijkt dat ook middels een geldlening de heer [naam 6] nog een link heeft met Ada Restaurant B.V.”.