Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 3 juli 2017 in de zaak tussen
[de man] , te Amsterdam, eiser
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 3 juli 2017.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 3 juli 2017 uitspraak gedaan over de afwijzing van een aanvraag om bijzondere bijstand door een vreemdeling zonder geldige verblijfstitel. Eiser, een man van Oegandese nationaliteit, had eerder algemene bijstand ontvangen, maar deze was beëindigd omdat hij geen geldige verblijfstitel had. Eiser diende een aanvraag in voor bijzondere bijstand om de kosten van de eigen bijdrage voor rechtsbijstand te dekken, maar deze aanvraag werd afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam. Eiser maakte bezwaar tegen deze afwijzing, maar het bezwaar werd ongegrond verklaard.
De rechtbank oordeelde dat eiser niet in aanmerking kwam voor bijstand op grond van de Participatiewet (Pw), omdat hij niet voldeed aan de voorwaarden voor recht op bijstand. De rechtbank stelde vast dat eiser geen rechtmatig verblijf had en dat de verblijfscode die hij had, geen recht op bijstand gaf. Eiser had weliswaar een procedure lopen voor een verblijfsvergunning, maar deze was niet voldoende om hem gelijk te stellen met een Nederlander voor de toepassing van de Pw. De rechtbank oordeelde ook dat er geen sprake was van zeer dringende redenen die bijstandsverlening rechtvaardigden.
Daarnaast werd het beroep van eiser op artikel 3 en artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) afgewezen, omdat de rechtbank oordeelde dat de verplichtingen die voortvloeien uit deze artikelen niet van toepassing waren op vreemdelingen die niet gelijkgesteld zijn met Nederlanders. Eiser had ook aangevoerd dat hij ten onrechte niet was gehoord in bezwaar, maar de rechtbank oordeelde dat hij voldoende gelegenheid had gehad om zijn standpunten naar voren te brengen. Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond en wees het verzoek om bijzondere bijstand af.