In deze uitspraak van de Rechtbank Amsterdam, gedateerd 26 april 2017, wordt het beroep van het Comité Woonboten Prinsengracht tegen het invaarverbod op de Prinsengracht behandeld. De rechtbank oordeelt dat de gemeente Amsterdam, door eenrichtingsverkeer in te stellen op delen van de Prinsengracht en Singelgracht, binnen de ruime beoordelingsmarge heeft gehandeld. Eiseres, het Comité Woonboten Prinsengracht, stelt dat het invaarverbod onterecht is en dat er structurele overlast is door het tweerichtingsverkeer. De rechtbank wijst erop dat de gemeente een pilot heeft uitgevoerd en dat de belangen van de reders en de bewoners zorgvuldig zijn afgewogen. De rechtbank concludeert dat er geen concrete aanknopingspunten zijn voor het oordeel dat de gemeente niet in redelijkheid tot het besluit heeft kunnen komen. Het beroep van eiseres wordt ongegrond verklaard, en er wordt geen proceskostenveroordeling of vergoeding van griffierecht opgelegd. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een zorgvuldige belangenafweging bij verkeersbesluiten en bevestigt de ruimte die de gemeente heeft in het nemen van dergelijke besluiten.