8.3.Oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte heeft gedurende een zekere periode met regelmaat kinderpornografische afbeeldingen binnengehaald en op zijn computer en een losse harde schijf bewaard.
Bij de vervaardiging van kinderpornografisch materiaal worden kinderen seksueel misbruikt. Dergelijk misbruik kan zeer nadelige en langdurige psychische, emotionele en lichamelijke gevolgen hebben voor de betrokken kinderen en zij kunnen hierdoor ernstig worden geschaad in hun verdere ontwikkeling. Door het downloaden van door anderen vervaardigde kinderpornografische afbeeldingen, heeft verdachte er toe bijgedragen dat deze verwerpelijke praktijken in stand worden gehouden en bevorderd.
De ernst en verwerpelijkheid van het bezit van kinderpornografisch materieel is ook door de wetgever onderstreept. Uit artikel 22b Wetboek van Strafrecht volgt immers dat in beginsel een taakstraf voor dit feit niet passend wordt geacht en dat deze alleen kan worden opgelegd, indien tevens een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf of vrijheidsbenemende maatregel wordt opgelegd.
Op grond van de oriëntatiepunten voor de straftoemeting en LOVS-afspraken, zoals die gelden binnen de rechtbank Amsterdam, is een taakstraf van 240 uur en een gevangenisstraf van 6 maanden, waarvan een deel voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden, uitgangspunt. De rechtbank constateert dan ook dat de eis van de officier van justitie bijzonder mild is en bovendien geen rekening houdt met het bepaalde in artikel 22b van het Wetboek van Strafrecht. De rechtbank zal dan ook ten nadele van verdachte van deze eis afwijken.
Verdachte ontkent het feit en heeft aldus geen verantwoordelijkheid genomen voor zijn gedrag en evenmin inzicht willen geven in zijn beweegredenen om kinderpornografisch materiaal te verzamelen. Ook het over verdachte opgemaakte reclasseringsadvies van 27 februari 2015 geeft hieromtrent geen duidelijkheid. De reclassering adviseert bij bewezenverklaring een verplicht reclasseringstoezicht, een ambulante behandeling bij De Waag of soortgelijke instelling en een verplichting om de politie op gezette tijden zijn computer en andere gegevensdragers te laten controleren.
Bij de bepalen van de straf en de hoogte daarvan neemt de rechtbank ten gunste van verdachte dat de zaak inmiddels enigszins gedateerd is en dat verdachte nooit eerder voor enig strafbaar feit is veroordeeld.
De rechtbank zal aan verdachte een gevangenisstraf opleggen van 120 dagen, waarvan 113 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren, zoals door de reclassering geadviseerd. Anders dan de officier van justitie ziet de rechtbank wel het belang van een verplicht reclasseringscontact en een behandeling. De processuele opstelling van verdachte waarbij het feit ontkent, maakt nog niet dat hij geen baat kan hebben bij deze bijzondere voorwaarden. Verdachte heeft zich ter terechtzitting ook bereid verklaard om hieraan mee te werken. Ten tijde van het opstellen van het reclasseringsadvies was verdachte woonachtig in [plaats 2] . Inmiddels woont verdachte weer in [plaats 1] , zodat de rechtbank zal bepalen dat het reclasseringstoezicht en de behandeling bij De Waag in beginsel bij de betreffende locaties in Amsterdam kunnen plaatsvinden. Een proeftijd van drie jaren is noodzakelijk omdat de ervaring leert dat bij zedendelicten inzicht en verandering de nodige tijd vergen.
De geadviseerde voorwaarde dat verdachte op gezette tijden zijn computer en andere gegevensdragers door de politie moet laten controleren, ziet op gedrag dat in feite neerkomt op het – op ingrijpende en veelomvattende wijze – meewerken aan door de politie uit te oefenen dwangmiddelen en is, zoals is overwogen in de uitspraak van de Hoge Raad van 23 februari 2016 (ECLI:NL:HR:2016:302) niet toegestaan. De rechtbank zal deze voorwaarde daarom niet opnemen. Omdat de rechtbank, in afwijking van de eis van de officier van justitie, tevens een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf zal opleggen, zal zij de gevorderde taakstraf enigszins matigen.
Onttrekking aan het verkeer
Onder verdachte zijn de volgende voorwerpen in beslag genomen:
- 290 dvd’s (D13-1/ in zwarte map, itemnummer 4476444);
- 44 dvd’s (D-25, itemnummer 4476415);
- computer, merk: Cosmos (D-1, itemnummer 4476525);
- harddisk, merk: Toshiba (itemnummer 4476430).
Nu met betrekking tot deze voorwerpen, opgevat als een gezamenlijkheid van voorwerpen, het bewezen geachte is begaan en zij van zodanige aard zijn, dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang, worden deze voorwerpen onttrokken aan het verkeer.