Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM,
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
uit anderen hoofde gedetineerd in het Huis van Bewaring [detentieadres]
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
Referentie: vonnisnummer 3271 en dossiernummer AN45.LB.98776-14.
Een door de griffier gewaarmerkte fotokopie van dit onderdeel is als bijlage 1 aan deze uitspraak gehecht.
- dat de Belgische raadsman van de opgeëiste persoon verzet heeft ingesteld tegen voornoemd vonnis;
- dat op 21 juni 2017 een zitting is geweest in de verzetprocedure, waarbij de opgeëiste persoon zich heeft laten vertegenwoordigen door zijn Belgische raadsman;
- dat de behandeling van de verzetzaak is aangehouden tot 6 september 2017 “
4.Strafbaarheid
- deelneming aan een criminele organisatie;
- illegale handel in verdovende middelen en psychotrope stoffen.
(‘volledige omschrijving van het strafbare feit of de strafbare feiten die niet onder de in punt 1 genoemde strafbare feiten vallen’), heeft de vertegenwoordiger van de uitvaardigende autoriteit, de procureur des Konings Ken Witpas, met de hand bijgeschreven:
+ sub 7: bedreigingen.Hij heeft deze aanvulling voorzien van zijn handtekening en van de datum 7 maart 2017, de datum waarop het EAB is uitgevaardigd.
: ‘met betrekking tot zijn arrestatie bedreigde [opgeëiste persoon] tijdens zijn detentie zowel [slachtoffer 1] als [slachtoffer 2] mondeling’.
het opzettelijk beïnvloeden van de vrijheid van een persoon om naar waarheid/naar geweten een verklaring ten overstaan van een rechter of een ambtenaar af te leggen, meermalen gepleegd.
5.De garantie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de OLW
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met de in artikel 2, onder A en B van de Opiumwet gegeven verboden
medeplegen van een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet voorbereiden of bevorderen, door een ander trachten te bewegen om dat feit mede te plegen en/of een ander gelegenheid, middelen of inlichtingen tot het plegen van dat feit trachten te verschaffen.
Poging tot medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met de in artikel 2, onder A en B van de Opiumwet gegeven verboden
Opzettelijk handelen in strijd met de in artikel 2 onder B en C van de Opiumwet gegeven verboden.
deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van een misdrijf als bedoeld in artikel 10, derde, vierde en vijfde lid en als bedoeld in artikel 10a, eerste lid van de Opiumwet.
6.Evenredigheid/proportionaliteit van de overlevering
7.Detentieomstandigheden; aanleiding tot heropening
8.Toepasselijke wetsartikelen
9.Beslissing
voor onbepaalde tijd.