ECLI:NL:RBAMS:2017:5025

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
13 juli 2017
Publicatiedatum
17 juli 2017
Zaaknummer
HA RK 17-122 en HA RK 17-123
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag en benoeming van een vereffenaar in de ontbinding van een stichting

Op 13 juli 2017 heeft de Rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven in de zaken HA RK 17-122 en HA RK 17-123, waarin het Openbaar Ministerie (OM) verzocht om het ontslag van de bestuurders van de stichting Stichting [belanghebbende sub 3] en om de ontbinding van deze stichting. De rechtbank heeft vastgesteld dat de stichting is opgericht op 23 februari 2015 en dat de bestuurders, [belanghebbende sub 1] en [belanghebbende sub 2], op 12 mei 2017 zijn geschorst. Het OM heeft aangevoerd dat de bestuurders niet hebben voldaan aan een bevel van de voorzieningenrechter om informatie te verstrekken, wat een zelfstandige reden vormt voor hun ontslag. Daarnaast heeft het OM gesteld dat de stichting haar doel niet meer kan verwezenlijken en dat er aanwijzingen zijn dat de stichting mogelijk criminele activiteiten faciliteert. De rechtbank heeft geoordeeld dat het verzoek van het OM ontvankelijk is en dat er voldoende gronden zijn voor het ontslag van de bestuurders en de ontbinding van de stichting. De rechtbank heeft ook een vereffenaar benoemd, De Vos & Partners Advocaten N.V., om de ontbinding van de stichting te begeleiden. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en zal ter inschrijving worden aangeboden aan het handelsregister.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rekestnummer: C/13/627594 / HA RK 17-122
zaaknummer / rekestnummer: C/13/627595 / HA RK 17-123
Beschikking van 13 juli 2017
in de zaken van
OPENBAAR MINISTERIE, ARRONDISSEMENTSPARKET AMSTERDAM,
namens deze mr. O.J.M. van der Bijl, Officier van Justitie,
verzoeker
en

1.[belanghebbende sub 1] ,

wonende te [plaats] ,
2.
[belanghebbende sub 2],
wonende te [plaats] ,
3. de stichting
[belanghebbende sub 3],
gevestigd te [plaats] ,
belanghebbenden.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het verloop van de procedure in zaaknummer / rekestnummer: C/13/627594 / HA RK 17-122 blijkt uit:
  • het verzoekschrift met bijlagen, ingekomen ter griffie op 21 april 2017;
  • de tussenbeschikking van deze rechtbank van 12 mei 2017 waarbij de bestuurders met onmiddellijke ingang zijn geschorst.
1.2.
Het verloop van de procedure in zaaknummer / rekestnummer : C/13/627595 / HA RK 17-123 blijkt uit:
- het verzoekschrift met bijlagen, ingekomen ter griffie op 21 april 2017.
1.3.
De belanghebbenden zijn geinformeerd over de verzoeken en in de gelegenheid gesteld om zich te verweren. Hierop is geen reactie gekomen. Beschikking is bepaald op heden. Verzoeker is van de beschikkingsdatum op de hoogte gesteld.
1.4.
Gezien de samenhang tussen beide procedures zijn deze zaken ambtshalve gevoegd.

2.De feiten

2.1.
De stichting Stichting [belanghebbende sub 3] (hierna: [belanghebbende sub 3] ) is opgericht bij akte van 23 februari 2015. De inschrijving in het handelsregister heeft op 24 februari 2015 plaatsgevonden. [belanghebbende sub 3] is statutair gevestigd in Amsterdam en is kantoorhoudende te [plaats] aan de [straat] .
2.2.
Ingevolge een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel van 1 maart 2017 zijn de bestuurders van [belanghebbende sub 3] [belanghebbende sub 1] en [belanghebbende sub 2] . Bij beschikking van 12 mei 2017 zijn [belanghebbende sub 1] en [belanghebbende sub 2] geschorst als bestuurders van [belanghebbende sub 3] . Deze schorsing is in het handelsregister aangetekend.
2.3.
Het doel van [belanghebbende sub 3] blijkt uit artikel 2 van de statuten. Dit artikel luidt als volgt:
Doel
Artikel 2
1.
De stichting heeft ten doel:
a.
ondersteuning geven aan mensen met een taalgebrek en die moeite hebben om zelf bepaalde zaken te regelen bij de belastingdienst en gemeenten;
b.
het vergroten van de communicatieve zelfredzaamheid van buitenlanders in de Nederlandse samenleving;
c.
het bieden van de mogelijkheid, aan ieder die hiervan gebruik wil maken om hun vrije tijd te besteden aan en het volgen van lessen op het gebied van computer, internet, het bespelen van muziekinstrumenten, alsmede hen de gelegenheid geven om gratis gebruik te maken van de computerfaciliteiten, lezen van boeken, kranten en tijdschriften;
d.
het verrichten van alle verdere handelingen, die met het vorenstaande in de ruimste zin verband houden of daartoe bevorderlijk kunnen zijn.
2.
De stichting tracht haar doel onder meer te verwezenlijken door:
  • het opzetten van een vrijetijdsbestedingscentrum waar men gratis gebruik kan maken van verschillende faciliteiten zoals computers, internet, spellen, muziekinstrumenten en literatuur;
  • het geven van trainingen en cursussen in de Nederlandse taal;
  • het organiseren van diverse activiteiten en evenementen op het gebied van sport, cultuur en muziek.
3.
De stichting heeft het maken van winst uitdrukkelijk niet ten doel.”.
2.4.
Artikel 4 lid 1 van de statuten van [belanghebbende sub 3] luidt als volgt:
Bestuur: samenstelling, wijze van benoemen.
Artikel 4
1.
Het bestuur van de stichting bestaat uit een door het bestuur vast te stellen aantal van tenminste drie (3).
2.5.
Bij beschikking van de voorzieningenrechter van deze rechtbank van 22 maart 2017 met zaaknummer 625215 / KG RK 17-418 MW/CB zijn [belanghebbende sub 1] en [belanghebbende sub 2] (in hun hoedanigheid van voorzitter, penningmeester en secretaris van [belanghebbende sub 3] ) bevolen om binnen twee weken na betekening van de beschikking de boeken, de bescheiden en andere gegevensdragers van [belanghebbende sub 3] beschikbaar te stellen en de waarden van [belanghebbende sub 3] te tonen, een en ander om de beantwoording van de vragen gesteld bij brief van 23 september 2016 mogelijk te maken. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
2.6.
Hierop is geen reactie van [belanghebbende sub 3] , [belanghebbende sub 1] of [belanghebbende sub 2] gekomen.

3.Het verzoek

3.1.
Het verzoek strekt tot schorsing en ontslag van de bestuurders van [belanghebbende sub 3] op grond van artikel 2:298 van het Burgerlijk Wetboek (BW) ingediend. Tevens strekt het verzoek tot ontbinding van [belanghebbende sub 3] op grond van artikel 2:301 BW.
3.2.
Het OM legt, kort samengevat, het volgende aan haar verzoeken ten grondslag.
Verzoek om inlichtingen
Bij brief van 23 september 2016 heeft het OM belanghebbenden aangeschreven met het verzoek om inlichtingen als bedoeld in artikel 2:297 BW. Op deze brief heeft het OM geen reactie ontvangen. Daaropvolgend heeft het OM een verzoek bij de voorzieningenrechter op grond van artikel 2:297 BW ingediend. Tegen het verzoek is geen verweer gevoerd. Op 22 maart 2017 heeft de voorzieningenrechter het verzoek toegewezen. Deze beschikking is op 25 maart 2017 betekend aan belanghebbenden. Ook hierop is geen reactie ontvangen. Belanghebbenden hebben niet voldaan aan het bevel van de voorzieningenrechter.
Schorsing en ontslag bestuurder
Het niet voldoen aan het bevel van de voorzieningenrechter van deze rechtbank levert ex artikel 2:297 lid 1 sub b BW een zelfstandige reden op om [belanghebbende sub 1] en [belanghebbende sub 2] als bestuurders van [belanghebbende sub 3] te ontslaan.
Bovenstaande geeft het OM aanleiding om een verzoek tot ontslag van de bestuurders, [belanghebbende sub 1] en [belanghebbende sub 2] , in te dienen.
Ontbinding rechtspersoon
Tevens legt het OM aan dit verzoek het volgende ten grondslag. Uit de literatuur volgt dat artikel 2:301 BW beoogt het voortbestaan van stichtingen die hun zin hebben verloren of niet kunnen waarmaken te voorkomen. Het is een bescherming van de maatschappij tegen loze instellingen. [belanghebbende sub 3] valt onder deze beschrijving.
Het OM verwijst hierbij naar een arrest van de Hoge Raad (d.d. 2 november 2001, ECLI:NL:HR:2001:AD5034). Hierin gaat de Hoge Raad mee in het oordeel van het Hof dat de stichting “nu er jarenlang van enig concreet doel geen sprake is” ontbonden diende te worden. Van [belanghebbende sub 3] zijn geen aantoonbare (sociale) (media) activiteiten bekend.
Bij een horecacontrole, op het adres van [belanghebbende sub 3] , op 7 januari 2016 is er achter een afgesloten deur een ruimte aangetroffen met daarin tien computers en twee televisieschermen. Deze deur kon door middel van een knop in de keuken geopend worden.
Bij een inval, op het adres van [belanghebbende sub 3] , op 4 april 2016 is [belanghebbende sub 1] aangetroffen. Bij fouillering van [belanghebbende sub 1] is bij hem een geldbedrag van € 2.340,00 en een zogenaamde ‘noodknop’ aangetroffen. Met deze ‘noodknop’ kunnen, in geval een (onverwachte) controle, alle computers uitgeschakeld worden.
Het financiële beheer van [belanghebbende sub 3] is het OM onduidelijk. Het aantreffen van aan gokken gerelateerde zaken versterkt het vermoeden dat [belanghebbende sub 3] criminele activiteiten faciliteert of organiseert. [belanghebbende sub 3] dient als dekmantel voor criminele doeleinden die geen verband houden met de doelstellingen van [belanghebbende sub 3] . Voortzetting van [belanghebbende sub 3] zou, gelet het voorgaande, niet leiden tot realisatie van de doelstelling. Wijziging van de doelstelling zal alleen de schijnconstructie in stand houden onder het mom van een andere doelomschrijving.
Het OM verzoekt om ontbinding van [belanghebbende sub 3] .
Tevens heeft het OM verzocht om, bij toewijzing van het verzoek tot ontbinding, een vereffenaar te benoemen in [belanghebbende sub 3] als bedoeld in artikel 2:23 lid 2 BW en om deze benoeming uitvoerbaar bij voorraad te verklaren ex artikel 2:23 lid 3 BW.

4.De beoordeling

4.1.
Het OM heeft in boek 2 van het BW in het kader van haar toezichthoudende taak op rechtspersonen, een aantal bevoegdheden toebedeeld gekregen. Eén van die bevoegdheden is het indienen van een verzoek tot ontslag van bestuurders van een stichting. De rechtbank is van oordeel dat het OM voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat met haar verzoek een algemeen belang is gediend. Uit bovenstaande blijkt dat het OM ontvankelijk is in haar verzoeken.
4.2.
Artikel 2:298 lid 1 BW bepaalt dat de rechtbank een bestuurder van een stichting kan ontslaan op verzoek van het openbaar ministerie of op verzoek van iedere belanghebbende, indien deze iets doet of nalaat in strijd met de bepalingen van de wet of van de statuten of indien deze niet of niet behoorlijk voldoet aan een door de voorzieningenrechter, ingevolge artikel 2:297 BW, gegeven bevel.
4.3.
Gelet op de vaststaande feiten komt de rechtbank tot het oordeel dat [belanghebbende sub 1] en [belanghebbende sub 2] geen gevolg gegeven hebben aan het door de voorzieningenrechter van deze rechtbank gegeven bevel van 22 maart 2017.
4.4.
Het verzoek tot ontslag van [belanghebbende sub 1] en [belanghebbende sub 2] , zijnde de bestuurders van [belanghebbende sub 3] , zal daarom worden toegewezen.
4.5.
Artikel 2:301 lid 1 BW bepaalt dat de rechtbank op verzoek van een belanghebbende of het openbaar ministerie de stichting ontbindt indien, kort gezegd, het vermogen van de stichting onvoldoende is voor verwezenlijking van haar, indien het doel van de stichting bereikt is of niet meer bereikt kan worden en gewijzigd kan worden.
4.6.
Nu voldoende aannemelijk is gemaakt dat er sprake is van een geval zoals vermeld in artikel 2:301 BW, zal het verzoek tot ontbinding van [belanghebbende sub 3] worden toegewezen.
4.7.
De rechtbank ziet de noodzaak van de benoeming van een vereffenaar en heeft hiertoe het advocatenkantoor De Vos & Partners N.V. benaderd. Mr. L. Sjoerds van dit kantoor heeft namens het kantoor ingestemd met de benoeming van het kantoor tot vereffenaar.
4.8.
Deze beschikking zal overeenkomstig het bepaalde in artikel 2:302 BW door de griffier ter inschrijving worden aangeboden aan het handelsregister.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
ontslaat [belanghebbende sub 1] en [belanghebbende sub 2] als bestuurders van de stichting Stichting [belanghebbende sub 3] , gevestigd te Amsterdam,
5.2.
ontbindt de stichting Stichting [belanghebbende sub 3] , gevestigd te Amsterdam,
5.3.
benoemt
De Vos & Partners Advocaten N.V.,
kantoorhoudende te (1071 DW) Amsterdam
aan de Van Miereveldstraat 13
tot vereffenaar van de stichting Stichting [belanghebbende sub 3] , gevestigd te Amsterdam,
5.4.
verklaart hetgeen is beslist onder 5.1, 5.2. en 5.3. uitvoerbaar bij voorraad,
5.5.
bepaalt dat de griffier deze beschikking ter inschrijving zal aanbieden aan het handelsregister.
Deze beschikking is gegeven door mr. B.T. Beuving en in het openbaar uitgesproken op 13 juli 2017.