Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
[verdachte], geboren op [geboortedatum] 1962 en niet te zijn bovengenoemde verdachte. Gezien de inhoud van het dossier, waaronder de bevindingen van de politie (p. 99) en het verhandelde ter terechtzitting heeft de rechtbank geen reden te twijfelen aan de juistheid van de persoonsgegevens van de verdachte zoals deze door het Openbaar Ministerie worden vermeld.
2.Tenlastelegging
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
- De BMW vervolgde zijn weg met verhoogde snelheid over de eerste rijstrook van de A2 in de richting van Abcoude (hectometerpaal 34.4). Middels de boordcomputer zag motoragent [verbalisant 2] dat de snelheid boven de 230 km/uur lag;
- De BMW manoeuvreerde zich tussen het verkeer, dat over de eerste en tweede rijstrook reed, en haalde dit verkeer met snelheden van boven de 200 km/uur aan de linker- en rechterzijde in, terwijl de toegestane snelheid 100 km/uur is;
- De BMW haalde het overige verkeer over de rechtsgelegen vluchtstrook in. Daar waar de vluchtstrook ophield, wisselde de BMW zonder te remmen van rijstrook, waardoor het overige verkeer schrok en begon te remmen dan wel uit te wijken naar links;
- Vanaf Abcoude werd het drukker op de A2 en ging de BWM met een snelheid van 230 km/uur over de redresseerstrook rijden, wat een stofwolk tot gevolg had;
- De BMW reed verschillende keren zonder zijn snelheid te verminderen van de eerste rijstrook naar de vluchtstrook, waardoor het overige verkeer schrok en begon te remmen en uit te wijken naar de zijde waar de BMW niet reed;
- Motoragent [naam verbalisant 1] zag dat de BMW voor de Leidsche Rijn tunnel met een snelheid van 220 km/uur (waar 100 km per uur is toegestaan) over de vluchtstrook reed. In de tunnel doofde de BMW zijn lichten. De overige weggebruikers schrokken van de BMW welke aan hun rechterzijde passeerde met hoge snelheid
- Voor de afslag Nieuwegein/IJsselstein op de A2 slalomde de BMW met een snelheid van 220 km/uur (waar 100 km per uur is toegestaan) tussen het overige verkeer en haalde hij het verkeer in op de vluchtstrook. Ter hoogte van deze afslag passeerde de BMW een politieauto, met een stopbord middels het dak transparant, aan de rechterzijde;
- Nadat bij Vianen de matrixborden boven de eerste en tweede rijstrook door Rijkswaterstaat waren afgekruist en het overige verkeer naar de derde en vierde rijstrook werd geleid, ging de BMW vanaf de eerste rijstrook op de vluchtstrook rijden;
- Op de A2, ter hoogte van hectometerpaal 73.7, botste de BMW met een snelheid van ongeveer 150 km/uur tegen de achterzijde van een andere personenauto van het merk Volkswagen Polo, de auto van slachtoffer [slachtoffer 2] . Door de aanrijding draaide de Volkswagen tweemaal om zijn as en kwam vervolgens met de voorzijde in tegengestelde richting als het rijverkeer te staan;
- De BMW begon te roken onder de motorkap, maar bleef doorrijden en verhoogde zijn snelheid over de vluchtstrook. Toen de BMW vanaf de vluchtstrook de hoofdrijbaan opreed en tussen het overige verkeer door wilde rijden, welke op de derde en vierde rijstrook reed, reed de BMW met zijn achterkant tegen een andere personenauto. Deze personenauto reed hierdoor tegen de linker gelegen geleiderails;
- De BMW reed verder op de A2 en begon ter hoogte van hectometerpaal 75.4 naar rechts te rijden. De BMW stak de gehele rijbaan over en kwam tot stilstand in de berm.
5.Bewezenverklaring
6.De strafbaarheid van de feiten
7.De strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de straf en maatregelen
- twee beknopte reclasseringsadviezen van de reclassering Nederland van 15 juli 2016 en 9 augustus 2016;
- een trajectconsult van het NIFP Noord-Holland van 30 augustus 2016;
- een Pro Justitia rapportage van het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie, locatie: Pieter Baan Centrum, van 13 juni 2017.
- Bij de verdachte dient ten tijde van het begaan van de strafbare feiten sprake te zijn van een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens;
- Een of meer van de feiten dient een misdrijf te betreffen waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaar of meer is gesteld, dan wel behoren tot een der misdrijven zoals specifiek in de wet (artikel 37a lid 1, sub 1 Sr) vermeld;
- De veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen dient het opleggen van de maatregel te eisen;
- De TBS-maatregel kan alleen worden opgelegd nadat de strafrechter zich een met redenen omkleed, gedagtekend en ondertekend advies heeft doen overleggen van ten minste twee gedragsdeskundigen van verschillende disciplines, waaronder een psychiater, die de verdachte hebben onderzocht.
€ 255,-
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
18 maanden.